Achtergrond van de zaak
In het najaar van 2019 diende de consument samen met zijn partner van destijds een aanvraag in voor een hypothecaire lening bij Obvion. Op 24 oktober 2019 verstrekte Obvion een rentevoorstel en vroeg aanvullende informatie op over het inkomen van de consument. Hierna diende de consument een loonstrook in van september dat jaar en een werkgeversverklaring van 11 oktober in. Hierin stond aangegeven dat hij sinds 1 september 2019 in vaste dienst was. Ook werd er later een nieuwe verklaring ingediend waarin werd gesteld dat er geen plannen waren om het dienstverband te beëindigen. Op 26 november bracht Obvion een offerte uit die de dag erna ondertekend werd door de consument.
Op 10 januari 2020 werd de hypotheekakte ondertekend en op 8 augustus ontstond er een betalingsachterstand. Na onderzoek van Obvion kwam zij erachter dat er beslagen lagen op het onderpand en zij nodigde de consument en zijn partner destijds uit voor een gesprek op 11 juli 2022. Er werden vragen gesteld over het inkomen van de consument ten tijde van de hypotheekaanvraag. Wat bleek was dat het dienstverband tot 30 november 2019 duurde. De gevraagde bankafschriften werden niet verstrekt na herhaalde verzoeken. Op 6 september 2022 registreerde Obvion de consument in het incidentenregister vanwege zijn weigering om mee te werken aan het clientonderzoek.
De klacht en vordering van de consument en het geschil voor de geschillencommissie
De consument ontkent Obvion te hebben misleid met een verzonnen dienstverband en stelt dat hij alle relevante informatie heeft verstrekt. Hij vordert dan ook de verwijdering van zijn gegevens uit het register en een schadevergoeding van €380,- per maand.
De geschillencommissie oordeelt dat de gedragingen van de consument geen zwaardere verdenking dan een redelijk vermoeden van schuld opleveren. De verdenking wordt voldoende weerlegd door de consument en het niet meewerken aan onderzoek is geen strafbare handeling. Er wordt gesteld dat de registratie onterecht is en verwijderd dient te worden. Obvion gaat in beroep met de onderbouwing dat zij geen strafrechtelijke gegevens heeft verwerkt maar alleen heeft vastgelegd dat de consument niet meewerkte aan het clientonderzoek.
Het oordeel van de Commissie van Beroep
De commissie oordeelt dat Obvion een gerechtvaardigd belang had bij de registratie van de gegevens, gezien de weigering tot medewerking aan het onderzoek. De gegevens vallen niet onder strafrechtelijke persoonsgegevens dus handelde Obvion binnen haar verplichtingen. Het belang van Obvion weegt zwaarder dan de nadelige gevolgen van de consument en de consument kan, indien de omstandigheden veranderen, nog een heroverweging verzoeken. De klacht van de consument wordt afgewezen en de uitspraak van de Geschillencommissie wordt vernietigd.
Financieel recht advocaten
Bent u volgens u onterecht geregistreerd in bijvoorbeeld het incidentenregister? Neem dan contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten en laat ons u bijstaan in het oplossen van uw geschil.
Wij staan voor u klaar
- Tegen financiële dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant