Uitspraak: ING mag bankrelatie met coffeeshops weigeren

De Rechtbank Amsterdam oordeelt dat ING de bankrelatie met een ondernemer en zijn holdings mag weigeren. De coffeeshops die onderdeel zijn van een van de holdings vormen voor de ING een te groot integriteitsrisico wat volgens de rechter zwaarder weegt dan het belang om te beschikken over een betaalrekening.

Verhouding ondernemingen

Een vennootschap exploiteert twee coffeeshops. Honderd procent van de aandelen van deze vennootschap zijn in bezit van de bijbehorende holding (holding 1). Een andere holding (holding 2) heeft honderd procent van de aandelen van twee vennootschappen die zich bezighouden met de ontwikkeling en verkoop van vaporizers, rookfilters en accessoires. De beide holdings zijn honderd procent eigendom van een ondernemer die tevens ook de enige bestuurder is. Naast de holdings handelt hij ook als eenmanszaak in de financiële dienstensector.

Contante stortingen

Zowel de twee holdings en eenmanszaak als de ondernemer zelf bankieren bij de Coöperatieve Rabobank U.A. In de periode tussen 2018 en 2019 is er in totaal € 83.684,23 aan contanten gestort op een privé-bankrekening van de ondernemer. Vervolgens is dit bedrag naar verschillende zakelijke rekeningen doorgestort. In het specifiek de rekeningen van de twee coffeeshops. heeft op 10 september 2019 meerdere vragen gesteld over de herkomst van de contante stortingen, die voornamelijk bestonden uit coupures van € 500.

In het e-mail contact tussen de boekhouder van ondernemer en de Rabobank is naar voren gekomen dat door de tijdelijke sluitingen van de twee coffeeshops financiële problemen zijn ontstaan. Hierdoor zijn er privé bezittingen verkocht en de opbrengsten daarvan zijn in de vennootschappen ingebracht. Volgens de Rabobank was deze argumentatie onvoldoende en hebben ze meerdere malen gevraagd om documentatie te verschaffen van verkoop van de privé bezittingen. De Rabobank voerde in het e-mail contact aan dat de klantrelatie zou worden heroverwogen als er geen onderbouwende documentatie werd aangeleverd.

Beëindiging bankrelatie

Op 19 juni 2020 heeft de Rabobank de bancaire relatie met de ondernemer en de bijbehorende vennootschappen beëindigd. “Samenvattend heeft u geen passende en/of geloofwaardige verklaringen kunnen geven voor bovenstaande transacties/stortingen. Wij zijn van mening dat u hiervoor voldoende tijd heeft gehad. Gevolg is dat wij niet kunnen uitsluiten dat er sprake is van witwassen, waardoor wij als bank zijnde een aanzienlijk en onaanvaardbaar risico lopen op reputatieschade en financiële schade.”, volgens de Rabobank.

Hierop volgde een dagvaarding van de ondernemer. Hij vorderde dat de Rabobank veroordeelt moest worden om de bankrekeningen op de gebruikelijke wijze door te zetten. Bij vonnis van 28 januari 2021 heeft de voorzieningenrechter de vordering van de ondernemer afgewezen door meerdere overwegingen.

Onvoldoende documentatie

Volgens de voorzieningenrechter is er onvoldoende documentatie verschaft om de herkomst van de contante stortingen te verifiëren. Er kan niet worden vastgesteld of de bedragen afkomstig zijn uit legale bronnen waardoor er een risico ontstaat van mogelijk (schuld)witwassen. De ondernemer voerde aan dat een deel van het geld afkomstig was uit de verhuur van een appartement uit Ibiza. Hierbij werd door de ondernemer geen huurovereenkomst verschaft.

Verder maakt de omstandigheid dat de contante stortingen grotendeels zijn gedaan in hoge coupures van € 500,00 de stortingen, zoals Rabobank terecht stelt, extra verdacht, nu dergelijke coupures ongebruikelijk zijn in het reguliere betalingsverkeer. Ook werd de identiteit van de kopers anoniem gehouden, wat nog minder vertrouwen opwekt.

Dit alles heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat de Rabobank haar cliëntenonderzoek door een gebrek aan transparantie niet heeft kunnen voltooien. Op grond van artikel 5 lid 3 Wwft is er volgens de voorzieningenrechter terecht overgaan tot beëindiging van de bankrelatie met de ondernemer.

Rekening aanvraag ING

Eind 2020 heeft de ondernemer geprobeerd een zakelijke rekening aan te vragen bij de ING voor een van zijn vennootschappen. Deze aanvraag werd op 25 januari 2021 afgewezen, op grond van: “Als gevolg van onze beoordeling vanuit economisch, strategisch en risicoperspectief heeft ING besloten uw aanvraag af te wijzen. ING beroept zich daarbij op haar contractsvrijheid. (…)”

Wel hield de ondernemer een privérekening en een zakelijke rekening voor zijn eenmanszaak aan bij de ING. Op 2 december 2021 heeft ING de ondernemer medegedeeld dat hij de zakelijke rekening van de eenmanszaak niet mocht gebruiken voor holding 1, in het bijzonder een van de coffeeshops. De reden hiervoor was dat een zakelijke rekening niet bedoeld is voor het ontvangen van gelden voor derden. Hierop heeft de ondernemer nogmaals een aanvraag gedaan bij de ING voor zakelijke rekeningen voor de holdings.

Meerdere afwijzingen

De ondernemer heeft voor de holdings bij een tal van andere banken, waaronder de ABN AMRO, zakelijke rekeningen aangevraagd, maar deze werden allemaal afgewezen. ABN wees de aanvraag af wegens een verhoogd integriteitsrisico en de summiere onderbouwing over de contante stortingen.

Ook de ING heeft in een brief van 31 maart 2022 medegedeeld dat zij geen relatie met de holdings kunnen aangaan. “ING heeft informatie over uw organisatie verzameld en beoordeeld. Uit ons onderzoek is gebleken dat [eiseres 1] , [eiseres 2] en [eiseres 3] niet passen binnen de risicobereidheid van ING. Dit leidt tot een verhoogd operationeel, juridisch en reputatie risico. ING heeft daarom besloten uw aanvragen af te wijzen. ING beroept zich in dit kader op haar contractsvrijheid.”, Vermeld de ING.

Het geschil

De ondernemer en bijbehorende vennootschappen vorderen samengevat ING te veroordelen om binnen één dag na betekening van dit vonnis, althans binnen een andere redelijke termijn, op naam van ieder van eiseressen een zakelijke bankrekening te openen en binnen twee dagen daadwerkelijk volledig functioneel te hebben tegen dezelfde voorwaarden als die van [eenmanszaak] , althans tegen gebruikelijke voorwaarden, een en ander met inbegrip van alle faciliteiten die bij een zakelijke bankrekening horen.

De beoordeling

De voorzieningenrechter voert aan dat banken op grond van de Wwft (Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme) een verantwoordelijkheid hebben bij het signaleren van zogenoemde financieel-economische criminaliteit en andere integriteitsrisico’s. Zij moeten onderzoek doen naar de achtergrond van cliënten en de verzamelde informatie up-to-date houden. Als een bank haar cliëntenonderzoek niet kan voltooien, is het haar verboden een zakelijke relatie aan te gaan met of een transactie uit te voeren voor die cliënt (artikel 5 lid 3 Wwft).

Wel weegt het zwaar dat zonder een betaalrekening het vrijwel onmogelijk is om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer en om een bedrijf te exploiteren. Aan de andere kant kan een bank een gerechtvaardigd belang hebben om cliënten te weigeren vanwege toezichtrechtelijke eisen of integriteitsrisico’s. Dit belang kan eraan in de weg staan een bank te verplichten een betaalrekening aan te bieden.

Het valt de voorzieningenrechter op dat de ING in de brief naar de ondernemer en de holdings de aanvraag in tamelijk algemene bewoording heeft afgewezen. Dit is tijdens de hoorzitting wel nader toegelicht, maar dit had om misstanden te voorkomen duidelijk moeten worden gemaakt in de brief naar de ondernemer.

Conclusie

Het voorgaande betekent dat de vorderingen van de ondernemer niet toewijsbaar zijn De omstandigheid dat het voor de ondernemer klaarblijkelijk vrijwel onmogelijk is elders een rekening aan te vragen, is onvoldoende om anders te oordelen. Het belang van de ondernemer bij het beschikken over een bankrekening weegt niet op tegen het belang van ING om geen relaties aan te gaan die op gespannen voet staan met haar wettelijke verplichtingen. Als de in het ongelijk gestelde partij wordt de ondernemer veroordeeld in de proceskosten van ING.

Financieel Recht Advocaten

Wilt u advies over of begeleiding bij conflicten over het cliëntenonderzoek van banken en de registratie van persoonsgegevens in de Gebeurtenissenadministratie, het IVR, het Incidentenregister en het EVR? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.

Wesley van Elven

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant