Uitspraak: Bank mocht hypothecaire schuld niet opeisen na afbranden woning

Op 11 december 2006 heeft de Rabobank twee geldleningen verstrekt aan de gedaagden gezamenlijk. Het gaat om een geldlening van 321.000 euro en 20.000 euro. Gedaagden hebben zich hoofdelijk verplicht tot terugbetaling van de leningen en de verschuldigde rente over die leningen. Met de leningen is een aankoop van een woning gefinancierd. Als zekerheid is een recht van hypotheek op de woning overeengekomen. Op de leningen zijn de Algemene Bankvoorwaarden van toepassing. In de voorwaarden is ook een bepaling opgenomen over de zorgplicht van de bank en de cliënt.

Een van de gedaagden (G1) heeft ook een betaalrekening bij de Rabobank. Ook heeft G1 een woonhuisverzekering en een inboedelverzekering afgesloten bij NN. De woning is verwoest door een brand die is ontstaan in de nacht van 25 op 26 augustus 2014. Door de brand is ook de inboedel van G1 verloren gegaan. G1 heeft de schade gemeld bij NN.

De schade is vastgesteld door 1 expert van de bank en een expert van G1. De schade is als volgt opgesteld:

  • Herstelkosten € 147.869,10
  • Opruimingskosten € 7.700,00
  • Huurdersbelang (5 maanden) € 4.500,00
  • Tuinherstel € 700,00
NN heeft gemeld dat de schade niet wordt gedekt met de verzekeringen die G1 heeft afgesloten. De rechtbank heeft besloten dat de brandschade door NN moet worden vergoed op basis van de gesloten verzekeringsovereenkomsten. Daarbij is bij voorlopige voorziening besloten dat de NN 50.000 euro als voorschot moest betalen. Het gerechtshof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Partijen hebben geen cassatie ingesteld.

De bank heeft in oktober 2016 de leningen opgeëist tegen het einde van de maand wegens een achterstand in de rentebetalingen van de leningen. Ook het debetsaldo van de betalingsrekening van G1 werd opgeëist. In juni 2018 heeft de bank conservatoir beslag gelegd onder NN op al hetgeen de NN verschuldigd is en gaat worden aan G1. NN voldoet een bedrag van 73.934,55 euro aan de bank.

Geschil

Rabobank eist dat G1 hoofdelijk wordt veroordeeld om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Rabobank te voldoen:

  • een bedrag van € 267.065,45 aan hoofdsom;
  • de achterstallige contractuele rente (53.982,44 euro);
  • de over de hoofdsom een verschuldigde contractuele rente van 2,6% per jaar vanaf 1 november 2019 tot aan de dag van algehele voldoening;
  • met hoofdelijke veroordeling van G1 en G2 in de kosten van het onderhavige rechtsgeding, inclusief een vergoeding voor de beslagkosten en de nakosten.
G1 heeft gemotiveerd verweer gevoerd en stelt dat de vordering tot betaling van de hoofdsom en rente moet worden afgewezen. G1 eist dat de bank de kosten voor het geding moet betalen.

Beoordeling

Rabobank heeft haar eis verminderd (artikel 129 Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering). Rabobank voert aan dat G1 al enige tijd een achterstand heeft in de rentebetalingen van de leningen. De bank stelt dat daarom het uitstaande bedrag onder de leningen direct kan worden opgeëist.

G1 voert aan dat de bank een zorgplicht heeft (artikel 7:401 Burgerlijk Wetboek en artikel 2 lid 1 van de Algemene Bankvoorwaarden). De bank zou onvoldoende rekening hebben gehouden met de belangen van hem. Hij was namelijk met NN in een procedure over de naleving van de gesloten verzekeringsovereenkomsten met betrekking tot de woning. Doordat de restanten van de woning en de overgebleven grond onvoldoende verhaal konden bieden, is beslag gelegd op de uitkering door NN. Volgens G1 heeft de bank het zelf in de hand gehad dat de woning niet kon worden hersteld. Ze heeft immers beslag gelegd op de gelden en wil het geld niet ter beschikking stellen om de woning te herstellen. G1 was niet bekend met de opeisingen en is hier later pas mee bekend geworden.

De bank heeft betwist dat zij haar zorgplicht niet (correct) is nagekomen. De bank is niet gehouden om te wachten totdat er mogelijk weer middelen zijn om de lening af te lossen. Dat de woning die een zekerheid bood is afgebrand, ligt in de risicosfeer van de leningnemer. De bank hoeft een vordering uit hoofde van een lening niet onnodig te laten oplopen. G1 had immers geen inkomen.

Volgens de Algemene Voorwaarden was de bank gerechtigd de leningen op te eisen indien sprake was van een betalingsachterstand. Was het gebruik van deze bevoegdheid hier rechtsgeldig? Tot op het moment van de brand was er geen betalingsachterstand. G1 heeft gesteld dat zij huurlasten had voor een vervangende woning en NN niet uitkeerde. Het ligt in de lijn der verwachtingen dat leningnemer zijn betalingsverplichtingen niet meer kan voldoen doordat elders woonruimte moet worden gehuurd. De zorgplicht van de bank brengt in dat geval dan ook met zich dat zij de leningen niet zonder meer volledig op kan eisen, uitsluitend vanwege achterstalligheid van die rentebetalingen. De bank had geen goede gronden om aan te nemen dat NN ook in de toekomst geen uitbetalingen zou hoeven doen.

De bank moet na het afbranden van een woning, waarop zij een recht van hypotheek heeft, met leningnemers in overleg treden over de vervolgstappen. De bank was niet bereid mee te werken aan de herbouw van de woning. De bank wilde dat de restanten van de woning werden verkocht en een betalingsregeling zou worden opgesteld voor de restschuld. Met de uitkering van de NN zou de woning kunnen worden hersteld en de bank weer voldoende zekerheden bieden.

De bank vordert ook rente. De rechtbank stelt dat het enkele feit dat Rabobank de mogelijkheden tot herbouw door het beslag blokkeert, niet meebrengt dat G1 geen rente meer verschuldigd is over de hoofdsom van de leningen.

Conclusie

De bank had de leningen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet mogen opeisen. De gevorderde contractuele rente wordt toegewezen (G1 en G2 hoofdelijk). De rechtbank wijst de vordering van de Rabobank tot terugbetaling van de Lening tegen G1 af en tegen G2 toe (wegens verstek). De bank moet de proceskosten betalen.

Financieel Recht Advocaten

Wilt u advies over of begeleiding bij conflicten over de zorgplicht van banken met betrekking tot een hypotheek of ander financieel product? Neem dan nu contact met ons op.

Fabienne de Jong

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant