Uitspraak: Commissie is van oordeel dat rentebeleid van de bank rechtmatig is

De consument heeft in 2006 een hypothecaire geldlening van 300.000 euro afgesloten bij de bank. De hypothecaire geldlening bestaat uit twee leningdelen.

De opbrengst van de beleggingsverzekering zal aan het einde van de looptijd van de hypothecaire geldlening worden aangewend voor aflossing van de hypothecaire geldlening. De rechten uit de beleggingsverzekering zijn verpand aan de bank.

De bank hanteert een rentebeleid waarbij de hypotheekrente een risico-opslag kan bevatten. De hoogte van deze risico-opslag hangt af van de risicoklasse waarin de hypothecaire geldlening van de consument in valt. In welke risicoklasse een geldlening valt, hangt af van de verhouding tussen de uitstaande hypotheekschuld en de waarde van de woning. Tussen de bank en de consument is afgesproken dat de bank voor het bepalen van de schuld-waardeverhouding de executiewaarde zal gebruiken. Omdat de executiewaarde niet meer in taxatierapporten wordt vermeld, hanteert de bank als uitgangspunt dat de executiewaarde gelijk is aan 85% van de marktwaarde.

De geldlening van de consument valt in de klasse t/m 85%. In de rente die de consument over de geldlening betaalt is een risico-opslag verwerkt van 0,2%. Als de hypothecaire geldlening van de consument in de risicoklasse ‘t/m 75% van de executiewaarde’ valt, wordt de risico-opslag van 0,2% verwijderd.

De vordering

De consument stelt zich op het standpunt dat de bank toerekenbaar tekort is geschoten in de overeenkomst met de consument door de risico-opslag niet te laten vervallen. De taxateur heeft volgens de consument aangegeven dat de executiewaarde minimaal 90% bedraagt. Als de bank 91% van de marktwaarde zou hanteren, dan valt de geldlening in risicoklasse ‘t/m 75% van de executiewaarde’ en kan de risico-opslag worden verwijderd. Daarnaast stelt hij dat de waarde van de beleggingsverzekering ruim 40.000 euro bedraagt. De bank dient hier volgens de consument rekening mee te houden bij het bepalen van de schuld-waarde verhouding. Ook dan zou de geldlening in de risicoklasse t/m 75% komen, zodat de risico-opslag verwijderd moet worden.

De consument vordert op basis van het bovenstaande, vergoeding van de rente die hij te veel betaalt.

De beoordeling

De commissie dient te beoordelen of de bank gehouden is haar rentebeleid te wijzigen en de risico-opslag die aan de consument in rekening wordt gebracht te laten vervallen.

De commissie stelt vast dat de keuze om bij het bepalen van de executiewaarde uit te gaan van 85% van de marktwaarde onderdeel is van het rentebeleid van de bank. Hetzelfde geldt voor de keuze om geen rekening te houden met de opgebouwde waarde van de beleggingsverzekering. De commissie overweegt dat de bank bij het bepalen van haar rentebeleid een grote mate van beleidsvrijheid heeft.

De beleidsvrijheid wordt beperkt door de wet of de eisen van redelijkheid en billijkheid. Dat de consument meent dat een ander percentage ook en misschien zelfs beter te verdedigen is, is onvoldoende om tot het oordeel te komen dat het beleid dat de bank hanteert naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. In lijn met eerdere uitspraken oordeelt de commissie vervolgens dat de bank de opgebouwde waarde van een elders aangehouden verzekering buiten beschouwing mag laten.

De vordering wordt afgewezen.

Lees hier de hele uitspraak.

Financieel Recht Advocaten

Heeft u het vermoeden dat u schade heeft geleden als gevolg van slecht advies van uw hypotheekadviseur en/of bank? Neem dan hier vrijblijvend contact op met een van onze advocaten. Ons kantoor heeft ruime ervaring met het procederen tegen banken, tussenpersonen, financieel adviseurs, hypotheekadviseurs, beleggingsadviseurs alsmede vermogensbeheerders.

Joost Papeveld

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant