Uitspraak: Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terreur ziet niet op zorgplicht van klanten

Sinds 19 juli 2016 is B als enige werkzaam bij en enig aandeelhouder van A. Op 30 november 2016 heeft A bij Rabobank een betaalrekening geopend en B opende een bankrekening op 13 januari 2017. Naast B had en heeft A geen werknemers.

Tijdens het openen van de betaalrekening van A werd aangegeven dat het handel betrof in auto-onderdelen. De jaaromzet zou ongeveer 300.000 euro zijn. Per maart 2017 is de rekening voor het eerst gebruikt. Echter, in juni 2017 bedroeg de omzet op de rekening meer dan 1.000.000 euro. Daarom heeft Rabobank op 5 oktober 2017 A benaderd om deze feiten te bespreken. In het gesprek van 25 oktober 2017 geeft A aan dat de bedrijfshandel tussentijds is gewijzigd naar de handel in kleine elektronica zoals telefoons en geheugenkaarten. Het verdienmodel heeft A volgens Rabobank niet of niet voldoende kunnen uitleggen. Ook heeft A geen duidelijkheid kunnen geven over de in- en verkoop van producten.

Daarom neemt Rabobank een besluit. Rabobank heeft middels een brief d.d. 18 juli 2018 de bankrelatie opgezegd met ingang van 15 september 2018. Volgens Rabobank zou sprake zijn van een vertrouwensbreuk.

Daarop heeft B schriftelijk geantwoord dat wellicht misverstanden zijn ontstaan tijdens het gesprek, doordat het gesprek in het Engels was. Daarbij beschrijft B uitvoerig wat tijdens het gesprek is besproken. Volgens B is de opzegging ongefundeerd en onrechtmatig. Er wordt verzocht de beslissing te heroverwegen.

Op 8 augustus 2018 heeft een gesprek tussen partijen plaatsgevonden. De opzegging wordt gehandhaafd en de ingangsdatum wordt 15 november 2018. De reden die Rabobank aanvoert is dat niet vastgesteld kan worden waar producten vandaan komen. Hiermee is de kans aanwezig dat B zich onbewust schuldig maakt aan verkoop of handel in gestolen goederen. Tevens heeft B niet de bank op de hoogte gebracht van de wijziging in bedrijfsactiviteiten.

De advocaat van A wil aan redelijke informatieverzoeken voldoen. Maar de door de bank gestelde eisen zouden disproportioneel zijn en de beëindiging van de rekening onrechtmatig. Rabobank wordt aansprakelijk gesteld. De advocaat van Rabobank heeft op 28 februari 2019 laten weten de betaalrekeningen per 15 maart 2019 op te heffen. Beide rekeningen zijn geblokkeerd en er is aangekondigd dat beide rekeningen per 1 mei 2019 definitief worden beëindigd.

Standpunt eisers

Eisers vorderen dat Rabobank op straffe van dwangsommen en met veroordeling in de proceskosten, de bankrelatie met hen voort zet en de bestaande bankrekeningen niet mag opheffen.

Daarnaast stellen eisers dat de opzegging van de bankrelatie in strijd is met artikel 2 Algemene Bankvoorwaarden (hierna: ABV) en op grond van artikel 6:248 lid 2 Burgerlijk wetboek naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.

In tegenstelling tot de Rabobank, zijn eisers van mening de vragen van Rabobank afdoende te hebben beantwoord. Inkoop vindt plaats bij officiële distributeurs. Deze producten verkoopt eiser dan snel, vaak dezelfde dag. De telefoons zijn nieuw en in originele verpakking, inclusief ID-nummers. Deze worden tegen gebruikelijke marktprijzen ingekocht en verkocht. De opbrengst is een aantal euro per toestel. Producten worden per post verzonden of bezorgd door eiser zelf.

Rabobank zou op een later tijdstip nadere vragen hebben gesteld. In november 2018 heeft Rabobank de eis van Know Your Customer-onderzoek opgedragen, die halfjaarlijks moet worden herhaald. Eiser vindt dit ongebruikelijk, disproportioneel en onbetaalbaar. Eisers stellen belang te hebben bij de rekening om toegang tot het betalingsverkeer te behouden en willen geen beëindiging van de bankrelatie wegens betrokkenheid bij witwassen. Andere banken zouden dan geen bankrelatie meer willen aangaan met eiser.

Standpunt Rabobank

Rabobank vindt de opzegging gerechtvaardigd op grond van artikel 35 ABV. Tevens handelt zij niet in strijd met artikel 2 lid 1 ABV. Zij hebben eiser voldoende en herhaaldelijk gelegenheid gegeven voor een verklaring. De antwoorden die eiser heeft gegeven, leidden alleen maar tot meer vragen en nemen de zorgen niet weg. Eisers hebben niet voldaan aan hun zorg- en informatieplichten (artikel 2 lid 2 en artikel 3 ABV). Rabobank heeft duidelijke signalen dat sprake is van betrokkenheid bij witwassen. Nu eisers het onderzoek niet mogelijk maken, is Rabobank verplicht de bankrelatie te beëindigen. Daarnaast hebben eisers een betaalrekening bij ING, waardoor eisers toegang houden tot betaaldiensten.

De beoordeling

Artikel 35 ABV bepaalt dat Rabobank de bevoegdheid heeft een bankrelatie op te zeggen, maar zich wel moet houden aan de zorgplicht (artikel 2 ABV). Er moet met verschillende factoren rekening worden gehouden. Er komt gewicht toe aan de zorgplicht van de bank, maar ook het belang van eisers tot deelname aan het betalingsverkeer. Tevens moet rekening worden gehouden met het feit dat eisers mee moeten werken aan klantonderzoek, zodat de bank haar verplichtingen kan nakomen.

De voorzieningenrechter benadrukt dat opzegging enkel mogelijk is op een daarvoor in de gegeven omstandigheden voldoende zwaarwegende grond. De privébankrekening van eiser mag niet worden opgezegd, nu deze onvoldoende is onderbouwd.

Rabobank geeft aan dat zij niet kan voldoen aan haar onderzoeksverplichtingen, als er geen verklaringen zijn waaruit blijkt dat witwassen of btw-carrouselfraude redelijkerwijs kan worden uitgesloten. Deze bepaling is te ruim en onjuist. Het gaat erom dat duidelijk is wie er achter de klant zit, de eiser zelf. Niet wie achter de klanten van de klant zit. Deze eis is dan ook buitenproportioneel.

De voorzieningenrechter is van mening dat eiser voldoende heeft meegewerkt zodat Rabobank onderzoek kon verrichten. De KYC-onderzoeken worden dan ook als disproportioneel gezien. Artikel 3 Wwft houdt een onderzoeksplicht in voor de bank, niet de klant. Rabobank was dan ook niet verplicht tot opzegging van de bankrelatie.

Eiser heeft een groot en spoedeisend belang bij behoud van de betaalrekening. Een onderneming als deze kan niet functioneren zonder bankrekening. Het is niet eenvoudig om een rekening bij andere banken te openen, nu beëindiging vragen zal oproepen. De opzeggingsgronden van de Rabobank zijn onvoldoende om als zwaarwegend te worden gezien.

Het is voldoende aannemelijk dat opzegging van de bankrelatie geen stand zal houden (in geval een bodemprocedure wordt gestart). Voor het opleggen van dwangsommen is geen aanleiding. De voorzieningenrechter vertrouwt erop dat Rabobank gevolg zal geven aan het vonnis. De bankrelatie moet worden voortgezet en de bedoelde rekeningen moeten in stand worden gehouden.

Klik hier voor de volledige uitspraak van Rechtbank Amsterdam.

Financieel Recht Advocaten

Heeft u als particulier een conflict met een financiële partij? Financieel Recht Advocaten adviseert en procedeert in zaken tegen financiële dienstverleners.

Heeft u als ondernemer een conflict met een financiële partij? Financieel Recht Advocaten adviseert over zekerheden, kredieten, renteswaps en dekkingsgeschillen en procedeert in zaken tegen banken en verzekeraars.

Klik hier om vrijblijvend contact op te nemen met een van onze advocaten.

Jamiro van de Wiel

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant