Uitspraak: ABN AMRO verwerkt opdracht tot aflossing ten onrechte aan consument

De Commissie Financiële Dienstverlening heeft geoordeeld dat ABN AMRO toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verbintenissen uit de overeenkomst van hypothecaire geldlening met meneer M. ABN AMRO heeft een opdracht tot aflossing van € 37.000,- op de hypothecaire geldlening ten onrechte niet verwerkt. Meneer M is gerechtigd om de schadevergoeding te ontvangen.

Aanleiding

ABN AMRO heeft een offerte uitgebracht aan meneer M voor een overeenkomst van hypothecaire geldlening van € 370.000,-. Meneer M heeft deze offerte ondertekend op 4 oktober 2010. In de offerte is een paragraaf opgenomen over vervroegde aflossing. Dit is volgens de offerte altijd mogelijk. De offerte verwijst daarbij naar de Voorwaarden ABN AMRO Woninghypotheken. Daarin is beschreven in welke gevallen meneer M een vergoeding verschuldigd is en hoe deze vergoeding berekend wordt. In de Voorwaarden ABN AMRO Woninghypotheken is bepaald dat meneer M per kalenderjaar altijd vervroegd kan aflossen. Indien deze vervroegde aflossing niet meer bedraagt dan 10% van het oorspronkelijke lening bedrag hoeft hij hier geen vergoeding over te betalen. Dit wordt ook wel het ‘boetevrije bedrag’ genoemd.

ABN AMRO verwerkt extra aflossing van consument niet voor einde kalenderjaar

Op 29 december 2016 heeft meneer M via internetbankieren de opdracht gegeven om € 37.000,- af te lossen op de lening. ABN AMRO heeft deze opdracht tot aflossing niet voor het einde van het jaar verwerkt. Uiteindelijk heeft ABN AMRO coulance halve aan meneer M aangeboden om hem in 2017 € 15.000,- boetevrij te laten aflossen. Over de niet verwerkte resterende extra aflossing van € 22.000,- is meneer M wel een boete verschuldigd.

Meneer M heeft vervolgens een klacht ingediend bij het Klachtinstituut Financiële Dienstverlening. Daarbij vordert hij een schadevergoeding van 4,7 % over € 22.000,- voor het niet tijdig volledig verwerken van de opdracht tot aflossing. Indien ABN AMRO de opdracht tijdig zou hebben verwerkt zou hij over dat bedrag geen rente verschuldigd zijn. ABN AMRO is volgens meneer M toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van haar verbintenissen uit de overeenkomst van hypothecaire geldlening. Volgens de voorwaarden die van toepassing zijn op de overeenkomst mag meneer M per kalenderjaar 10% van de oorspronkelijke hoofdsom aflossen. ABN AMRO heeft de opdracht van meneer M om € 37.000,- af te lossen op de hypothecaire geldlening ten onrechte niet verwerkt.

Commissie: ABN AMRO heeft opdracht tot aflossing ten onrechte niet verwerkt

ABN AMRO voert verweer tegen de vordering van meneer M. Zij stelt daarbij dat consumenten ABN AMRO bij een extra aflossing een redelijke termijn moeten gunnen om deze voor het einde van het jaar te kunnen verwerken. Daar was in dit geval geen sprake van. De Commissie oordeelt dat ABN AMRO de opdracht tot aflossing op de hypothecaire geldlening ten onrechte niet heeft verwerkt.

Volgens de Voorwaarden ABN AMRO Woninghypotheken is meneer M gerechtigd om per kalenderjaar 10% van de oorspronkelijke hoofdsom af te lossen. Deze zaak gaat over de vraag of in dit geval de opdracht tot aflossing vóór een bepaalde datum door ABN AMRO diende te zijn ontvangen. ABN AMRO stelt zich op het standpunt dat de maximale boetevrije aflossing van meneer M niet meer in 2015 behoefde te worden verwerkt omdat zij deze niet tijdig heeft ontvangen. Meneer M is het daar niet mee eens omdat in de voorwaarden enkel is vermeld dat hij 10% per kalenderjaar boetevrij mag aflossen.

Consument mocht ervan uitgaan dat aflossing hetzelfde kalenderjaar nog zou worden verwerkt

De Commissie is van oordeel dat de klacht van meneer M gegrond is. Er dient als uitgangspunt genomen te worden dat een overeenkomst de rechtsgevolgen heeft die partijen zijn overeengekomen. Welke rechtsgevolgen dit dan precies zijn wordt bepaald door de inhoud van de overeenkomst. Dit geval stond noch in de overeenkomst, noch in de relevante bepalingen van algemene voorwaarden. ABN AMRO stelde dat zij haar klanten over veel zaken nader informeert via haar website. Dit argument slaagt in dit geval niet. Meneer M was daarom gerechtigd om op 29 december 2016 extra af te lossen op zijn hypothecaire geldlening en mocht ervan uitgaan dat de aflossing in 2016 zou worden verwerkt.

De Commissie is het daarnaast ook niet eens met het standpunt van ABN AMRO dat zij een redelijke verwerkingstermijn dient te krijgen voor het verwerken van een extra aflossing. In de overeenkomst en in de voorwaarden wordt geen termijn en/of datum genoemd waarbinnen een opdracht tot aflossing dient te zijn ontvangen. Daarnaast ligt de verwerkingstermijn van een extra aflossing eerst en vooral in de risicosfeer van ABN AMRO, aldus de Commissie. De Commissie acht de klacht van meneer M dan ook gegrond en ABN AMRO dient de schade te vergoeden.

Lees de volledige uitspraak van de Geschillencommissie van het Kifid.

Financieel recht advocaten

Wenst u ook (om fiscale redenen) vooruitbetalingen te verrichten op de aflossing van uw hypotheekrente, maar werkt uw bank daar niet aan mee? Of heeft u een ander geschil met uw bank, financieel adviseur of verzekeraar? Neem dan hier contact op met een van onze advocaten. Financieel Recht Advocaten heeft ruime ervaring met het procederen tegen banken, verzekeraars en tussenpersonen.

Lenie Spoor

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant