Het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening heeft geoordeeld dat de Adviseur van de klant, Ferwerda Adviesgroep B.V., in begin 2015 een overeenkomst van opdracht heeft gesloten waaronder een beheervergoeding van € 20,- per maand diende te worden betaald. Na opzegging van dit nazorg abonnement door de klant, heeft de Geschillencommissie bepaald dat de Adviseur onder bepaalde omstandigheden verplicht is om wettelijke nazorg te verlenen zonder daarvoor een vergoeding te vragen.
Klant probeert tevergeefs nazorg abonnement op te zeggen
Een klant heeft begin 2015 een overeenkomst van opdracht gesloten voor een hypotheek en gelieerde verzekeringen met Ferwerda Adviesgroep B.V. (hierna: “Adviseur”). Op grond van de overeenkomst diende de klant € 20,- per maand te betalen voor beheer van de financiële producten. Voornoemd beheer hield meer concreet in dat Adviseur de klant zou helpen bij renteverlengingsvoorstellen, vragen over de bestaande hypotheeksituatie alsmede hulp zou verstrekken bij bemiddeling extra inlossing en bij uitkering van de overlijdensrisicoverzekering.
Op 22 januari 2016 heeft de klant het nazorg abonnement schriftelijk opgezegd. Nadat de Adviseur deze opzegging niet accepteerde, beriep de klant zich op de wettelijke nazorg van de Adviseur op basis van de Wft: “Ik wil u erop wijzen dat u wettelijk verplicht bent de in de wet genoemde vormen van beheer en nazorg op u te nemen, zonder deze in rekening te brengen. Ik ga ervan uit dat u mij de diensten blijft leveren welke voortvloeien uit uw Wft zorgplicht.” De Adviseur reageerde hierop als volgt: “Door de Wft zijn wij verplicht uw lening te beheren en u nazorg te geven op deze lening en bijbehorende verzekeringen. De wetgever stelt echter niet dat wij dit gratis moeten doen. (…) Wij kunnen daarom niet aan uw verzoek tot het stopzetten van de maandelijkse incasso van deze beheersvergoeding voldoen.”
Adviseur heeft wettelijke zorgplicht op grond van art. 4:20 Wft en art. 7:401 BW
Vervolgens wordt de kwestie voorgelegd aan het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid). De Geschillencommissie oordeelt dat een adviseur op grond van art. 4:20 Wft een bepaalde vorm van doorlopende nazorg moet verlenen. Zo moet een adviseur op grond van dit artikel informeren over wezenlijke wijzigingen in de informatie die bij het eerste advies of de bemiddeling is verstrekt. Ook op grond van art. 7:401 BW, geldt dat de Adviseur de zorg van een goed opdrachtnemer in acht moet nemen. Ook via deze bepaling kan de Adviseur aan verplichtingen zijn gebonden tijdens de looptijd van een financieel product, terwijl de Adviseur zijn beloning reeds ontvangen heeft.
Klant behoudt ondanks opzegging zijn recht op (gratis) wettelijke nazorg
Naast deze wettelijke nazorg, staat het partijen vrij om aanvullend overeen te komen dat de Adviseur verdergaande nazorg-werkzaamheden uitvoert, tegen een meerprijs voor de klant. Dit wordt door de Geschillencommissie aangeduid met “aanvullende nazorg”. De nazorg die Adviseur heeft aangeboden aan haar klant, valt volgens de Geschillencommissie niet volledig onder deze aanvullende nazorg. Met name het stellen van vragen over de bestaande hypotheeksituatie, alsmede de bemiddeling bij de uitkering van de overlijdensrisicoverzekering, behoren tot de reguliere wettelijke nazorg. De opzegging van de klant is volgens het Kifid dan ook geldig en de klant behoudt zijn recht op wettelijke (na)zorgplicht.
Klik hier voor de volledige uitspraak van het Kifid.
Financieel Recht Advocaten
Heeft u ook een geschil met uw financieel adviseur of tussenpersoon over zijn wettelijke nazorg of zorgplicht? En lijdt u als gevolg daarvan schade, of dreigt u schade te gaan lijden? Neem dan hier vrijblijvend contact op met een van onze advocaten. Ons kantoor heeft ruime ervaring met het procederen tegen banken, tussenpersonen, financieel adviseurs, hypotheekadviseurs, beleggingsadviseurs en vermogensbeheerders.
Wij staan voor u klaar
- Tegen financiële dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant