Uitspraak: Informatieplicht bij consumptief krediet is moeilijker dan wordt gedacht

Een stel heeft in 2015 een krediet afgesloten bij DMF. Het gaat om een lening van ruim 42.000 euro met een looptijd van tien (10) jaar. Twee (2) jaar na het verstrekken van de lening heeft de Interbank een brief gestuurd naar het stel, met daarin het verzoek op het openstaande saldo van ruim 38.000 euro direct te voldoen. Het stel gaat niet over tot betaling. Inmiddels is het stel uit elkaar.

De vrouw beweert dat zij onder druk van haar ex-vriend de overeenkomst heeft getekend. De inhoud van de overeenkomst zou zij niet hebben begrepen. Dit houdt verband met het feit dat mevrouw gebrekkig Nederlands spreekt. De vrouw voert aan dat de bank dit had moeten signaleren. De kantonrechter gaat echter niet mee in dit verweer, nu niet is gebleken dat de bank had moeten begrijpen dat mevrouw de overeenkomst niet wilde afsluiten.

De rechter toetst of de bank aan de precontractuele informatieverplichtingen heeft voldaan. Het verstrekken van informatie vijf dagen van tevoren kan tijdig genoeg zijn, tenzij sprake is van een oneerlijk beding. Mevrouw heeft er zelf voor gekozen om de overeenkomst direct aan te gaan na ontvangst van standaardformulieren. Dit kan niet worden aangemerkt als niet tijdig verstrekken van informatie. Dat mevrouw gebrekkig Nederlands spreekt, komt voor eigen risico. DMF had geen verplichting om gedaagde actief te benaderen en toelichtingen te verstreken over hoofdelijke aansprakelijkheid. In de overeenkomt was immers de aansprakelijkheid al uitgelegd. Dit zou anders kunnen zijn indien vaststaat dat mevrouw onvoldoende begrip had van de Nederlandse taal, maar dat is niet gebleken. De rechter verwerpt ook het verwijt dat sprake is van overkreditering. Dit leidt tot het oordeel dat mevrouw hoofdelijk aansprakelijk is om ruim 40.000 euro te betalen.

Klik hier voor de uitspraak.

In een andere zaak verzoekt Interbank de rechter verzocht dat een openstaande lening van 10.000 euro mocht worden opgeëist. Dit bedrag was ontstaan door een betalingsachterstand. De vraag die hier rijst is wederom of is voldaan aan de informatieplicht. De overeenkomst werd eerst op 23 januari 2017 gesloten, maar is later verschoven naar 10 maart van dat jaar. De overeenkomst is echter getekend op 23 januari, maar die overeenkomst bevat een oneerlijk beding. De bank heeft eenzijdig een ontbindende voorwaarde bedongen. Hierover is niet onderhandeld en kan worden aangemerkt als oneerlijk.

De rechter oordeelde dat de welkomstbrief van Interbank niet deugde, nu aan geen enkele wijze aan de contractuele informatieverplichting werd voldaan. De informatie die was overlegd, was op 10 maart niet meer geldig. Ook is niet aan de informatieverplichtingen voldaan, geruime tijd voor 10 maart. De bank probeert de bemiddelaar aansprakelijk te houden, maar de tussenkomst van een kredietbemiddelaar betekent niet dat de bank onder haar informatieverplichtingen uit kan komen. De bank heeft de kredietwaardigheid van de klant pas op 8 maart getoetst. Dit is na het sluiten van de overeenkomst. De kredietovereenkomst wordt vernietigd.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Financieel Recht Advocaten

Heeft u een vraag over borgtocht of hoofdelijkheid? Neem gerust contact met ons op. Wij staan u graag te woord.

Fabienne de Jong

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant