Uitspraak: Obvion noemt verkeerd bedrag in offerte maar hoeft geen schadevergoeding te betalen

Meneer A heeft samen met zijn vrouw in 2016 een hypothecaire geldleningsovereenkomst gesloten met Obvion. De hypotheekakte is op 16 januari 2017 verleden. Daarbij is een al bestaande hypotheek overgesloten. Deze omvatte onder andere een spaarhypotheek. De ingangsdatum van deze hypotheek was 1 december 2011 en had een looptijd van 360 maanden. Deze spaarhypotheek is fiscaal geruisloos voortgezet in een nieuwe bankspaarrekening onder de geldlening met Obvion. Op 3 novembe 2016 heeft Obvion meneer A een brief gestuurd waarin is opgenomen dat het doelkapitaal € 118.000,- bedraagt en dat dit bedrag op 1 december 2041 beschikbaar komt. Dit zodat de geldlening kan worden afgelost. Het rentepercentage is op dat moment 2,08% en de premie bedraagt daarom vanaf 1 november 2016 € 251,-.

Consument bevestigd bindend aanbod Obvion

De aanvraag tot omzetting van de geldlening is op 7 november 2016 ingediend bij Obvion door een onafhankelijke adviseur. Eén dag later, op 8 november, ontvangt meneer A een niet bindend aanbod van Obvion. Meneer A heeft daarna de aanvraag gewijzigd. Op 21 december 2016 heeft Obvion meneer A een bindend aanbod gedaan en één dag later heeft Obvion de acceptatie van het bindende aanbod bevestigd. In de offertes is de inleg voor de spaarhypotheek vastgesteld op € 144,16. Deze bindende offerte is op 9 januari 2017 aan meneer A toegezonden die vervolgens de offerte heeft ondertekend.

Op 1 juni 2017 heeft Obvion een brief gestuurd aan meneer A waarin is vermeld dat de inleg van het nieuwe bankspaarproduct € 205,51 bedraagt. Meneer A heeft vervolgens contact opgenomen met zijn adviseur om te vragen waarom de inleg in de offerte afwijkt van de in de brief genoemde inleg. Obvion heeft als reactie aangegeven dat in de offerte is uitgegaan van 1 februari 2017 als datum van de inbreng. Dit is echter uiteindelijk 1 juli 2017 geworden. Het bedrag van de maandelijkse inleg is daarom verhoogd om de gemiste inleg te compenseren.

Consument stelt bank aansprakelijk voor foutieve berekening in offerte

Meneer A stelt dat het verschil tussen de bedragen daarvoor te groot is. Obvion heeft vervolgens aangegeven dat in de offerte een fout bedrag is genoemd. Obvion is uitgegaan van een te lange looptijd waardoor haar berekening onjuist is. Meneer A heeft Obvion daarom aansprakelijk gesteld voor de foutieve berekening en Obvion verzocht het verschil tussen de twee bedragen te vergoeden. Obvion heeft dit afgewezen. Meneer A heeft als reactie daarop een klacht ingediend bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening.

Meneer A vordert dat Obvion wordt veroordeeld het verschil tussen de in de offerte opgenomen inleg en het gecorrigeerde bedrag te vergoeden over de resterende looptijd van 300 maanden. Dit komt neer op een bedrag van € 18.405,-. Daarnaast vordert meneer A een vergoeding voor de lasten van de stress-, proces en telefoonkosten. Dit zou gaan om een bedrag van € 6.595,-. Volgens meneer A is Obvion toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen tegenover meneer A. Meneer A en zijn partner hebben de hypotheekovereenkomst getekend waarin de inleg is vastgesteld op € 144,16. Meneer A stelt dat indien Obvion een correcte berekening had gemaakt bij het opstellen van de offerte hij waarschijnlijk voor een andere aanbieder had gekozen.

Commissie: Handelswijze van Obvion is slordig

De Commissie overweegt allereerst dat de handelswijze van Obvion slordig is, juist nu zij het onjuiste bedrag heeft bevestigd als inleg. Meneer A moet kunnen vertrouwen op de berekening die Obvion heeft gemaakt. De Commissie gebruikt artikel 3:35 van het Burgerlijk Wetboek om te beoordelen of er rechten kunnen worden ontleend aan het door Obvion gecommuniceerde bedrag. Dit artikel bevat de regel over gerechtvaardigd vertrouwen. Een voorwaarde voor toepassing van dit artikel is dat meneer A er redelijkerwijs op mocht vertrouwen dat de opgave de werkelijke bedoeling van Obvion weergaf. Als het voor meneer A duidelijk was of had moeten zijn dat er sprake was van een vergissing kan Obvion niet worden gehouden aan de door haar gedane onjuiste opgave.

Meneer A heeft bij het omzettingstraject gebruik gemaakt van de dienstverlening van een externe adviseur. Deze adviseur was de vertegenwoordiger van meneer A. De adviseur had de stukken van Obvion dan ook kunnen controleren. Meneer A had dus redelijkerwijs op de hoogte kunnen zijn van het feit dat het door Obvion gecommuniceerde bedrag onjuist was. De Commissie begrijpt dat dit niet wenselijk is voor meneer A maar de fout van Obvion is niet dusdanig dat sprake is van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst. Het enkele feit dat meneer A andere verwachtingen had betekent niet dat er sprake is van schade, aldus de Commissie.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Financieel recht advocaten

Gaat uw bank ook tot verhoging van de maandlasten over en bent u van mening dat dit op grond van de gemaakte afspraken niet is toegestaan? Kom dan in actie. Wij hebben ruime ervaring met het procederen tegen banken, verzekeraars en vermogensbeheerders alsmede tussenpersonen en/of financieel adviseurs. Neem hier vrijblijvend contact met ons op via ons contactformulier.

Zie ook vergelijkbare uitspraken:

Joost Papeveld

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant