ABN AMRO dient de bankrekening van een Money Service Business voort te zetten totdat de bodemprocedure is gevoerd. ABN had de zakelijke relatie met de MSB beëindigd, naar aanleiding van een langdurig en onsuccesvol klantonderzoek. De voorzieningenrechter is van mening dat er op dit moment geen sprake is van onacceptabel risico op witwassen en terrorismefinanciering.
Aanleiding
Deze Money Service Business biedt diensten aan voor het chartaal en/of giraal overbrengen van gelden van Nederland naar andere landen. Hiervoor is een vergunning verleent aan de MSB door De Nederlandsche Bank (DNB).
De MSB werkt samen met verschillende Money Transfer Operators over heel de wereld. Ze focussen vooral op Somalië en andere landen rondom de hoorn van Afrika. De reden is omdat deze landen vaak geen werkend bankensysteem hebben. De MSB is dus actief in deze ‘hoogrisicolanden’ en gebruikt voor haar bedrijfsvoering de diensten van ABN, waaronder de USD-rekening.
Summiere argumentatie
Vanaf 2017 hebben de MSB en de ABN meermaals contact over verschillende transacties die zijn verricht. ABN heeft na onderzoek het gebruik van de USD-rekening beperkt en in 2018 zelfs opgezegd. Dit heeft voornamelijk te maken met de summiere argumentatie van de MSB over de transacties en de herkomst van de forse hoeveelheid vijfhonderd eurobiljetten. Volgens de ABN is zij niet in staat om te voldoen aan de verplichtingen ten aanzien van de Wwft. Er is sprake van een intransparante structuur bij de MSB. De overboekingen zijn niet traceerbaar en ABN merkt op dat er sprake is van reactief risicobeheer aan de ‘voorkant’ en dat er geen sprake is van risicobeheer aan de ‘achterkant’.
De ABN heeft op 27 januari 2021 de zakelijke relatie beëindigd. De bank heeft hiervoor de volgende aanleidingen:
- de MSB geeft onvoldoende blijk van ‘risico awareness’ die verwacht mag worden bij een betaaldienstverlener met een vergunning;
- er zijn ongeoorloofde debetstanden, die ‘bewust’ gecreëerd zijn;
- er zijn veel transacties naar hoog en verhoogd risico landen die niet transparant zijn gedocumenteerd.
Nieuwe bank
De MSB krijgt een termijn van zes maanden om een nieuwe bank te zoeken, welk termijn met 6 maanden is verlengd. De MSB slaagt er niet in om een bankrekening bij een nieuwe bank te openen. Ondertussen heeft de MSB een nieuw bestuurder aangesteld, mede op verzoek van DNB. ABN beëindigt de bankrelatie feitelijk nog niet, in afwachting van de uitkomst van het kort geding.
Vordering
De MSB vordert in kort geding ABN AMRO te veroordelen tot het voortzetten van de bankrelatie tot op zijn minst totdat in een bodemprocedure is beslist.
Beoordeling voorzieningenrechter
Voor betaaldienstverleners is de bankrekening het middel waarmee zij haar dienstverlening uitvoert. De MSB beschikt over een vergunning bij de DNB. Dit betekent dat de DNB als toezichthouder controle uitvoert of er wordt voldaan aan de verplichtingen op grond van de Wft en Wwft. Volgens deze wetten is iedere betaaldienstverlener verplicht om cliënten onderzoeken uit te voeren. Op ABN rust die verplichting ook, maar die gaat in beginsel niet zover dat ABN onderzoek dient te doen naar de klanten van de MSB en ook niet naar de agenten die in het land van ontvangst de gelden uitbetalen aan de uiteindelijke ontvangers. Voor ABN is het van belang dat zij aan de hand van het cliëntenonderzoek zich ervan kan verzekeren dat de processen bij de MSB voldoende zijn om ABN het vertrouwen te geven dat zij handelt conform de Wft en de Wwft.
De MSB vindt dat zij categoriaal wordt uitgesloten. Dit wordt onderbouwd omdat de ABN gelijktijdig twee andere procedures tegen MSB’s heeft lopen. ABN heeft echter een geografisch component verbonden aan de opzegging, namelijk dat zij zich wil richten op Noordwest Europa. Van categorale uitsluiting is dus geen sprake, volgens de voorzieningenrechter.
Wwft
Uit de verplichtingen van de Wwft blijkt dat de zakelijke relatie moet worden beëindigd, als er onvoldoende inhoud wordt gegeven aan de onderzoeksverplichtingen. Het kan een onacceptabel risico vormen op witwassen en terrorismefinanciering. Het is aan ABN om voldoende aannemelijk te maken dat zij op grond van art. 5 lid 3 Wwft verplicht was de relatie met de MSB te beëindigen.
De voorzieningenrechter toetst ‘ex nunc’, wat betekent dat de rechter kijkt in hoeverre op dit moment concrete risico’s op witwassen en terrorismefinanciering bestaan. Dit lijkt een afwijking te zijn van de gebruikelijke toetsing ‘ex tunc’ bij eerdere procedures over hetzelfde onderwerp, namelijk dat de omstandigheden op het moment van opzegging leidend zijn.
Geen risico
Volgens de voorzieningenrechter is er op dit moment geen sprake van een onacceptabel risico op witwassen en terrorismefinancieringen, doordat er inmiddels geen gebruik meer wordt gemaakt van operators en de afstortingen van 500-eurobiljetten. De ongeoorloofde debetstanden vormen ook geen risico op witwassen of terrorismefinanciering. Dat er geld overgemaakt wordt naar hoog-risicolanden is een algemeen bezwaar, dat meespeelt bij het wegen van mogelijke concrete risico’s, maar zelfstandig niet als zodanig kwalificeert. Verder is het belang van ABN erin gelegen dat zij aan haar Wwft-verplichtingen moet kunnen voldoen. De MSB heeft in dat kader aangevoerd dat zij door de recente benoeming van de nieuwe bestuurder alles in het werk stelt om de compliance op orde te krijgen, zodat voldaan kan worden aan de Wwft verplichtingen.
Ingetrokken vergunning
In het geval de opzegging van de bankrelatie in dit kort geding stand houdt, zal de vergunning van de MSB door DNB worden ingetrokken. Ook al zou in hoger beroep of in de bodemprocedure worden geoordeeld dat de opzegging geen stand houdt, dan is het volgens de MSB onwaarschijnlijk dat de DNB opnieuw een vergunning verstrekt. De MSB heeft een groot belang bij de instandhouding van de zakelijke relatie bij de ABN.
Daarbij weegt ook mee het belang van mensen in Nederland, die oorspronkelijk uit de landen komen waar de MSB zich op richt, om hun familie in het land van oorsprong te kunnen steunen door het zenden van geld. Het ontbreken van deze informele financiële systemen kan volgens grote humanitaire gevolgen hebben.
Oordeel
De voorzieningenrechter gebiedt ABN AMRO om haar dienstverlening aan X voort te zetten, totdat in de bodemprocedure in eerste aanleg is beslist over de rechtmatigheid van de opzegging. De MSB kan aan de veroordeling geen rechten ontlenen als zij de bodemprocedure niet uiterlijk op de rolzitting van 19 januari 2022 bij deze rechtbank aanbrengt. De MSB wordt wel beperkt in de transactie maxima: per klant mag maximaal € 3.000 naar agenten worden overgemaakt, waarbij geen biljetten van € 500 mogen worden aangenomen.
Lees hier de gehele uitspraak van de Rechtbank Amsterdam.
Financieel Recht Advocaten
Wilt u advies over of begeleiding bij conflicten over het cliëntenonderzoek van banken en de registratie van persoonsgegevens in de Gebeurtenissenadministratie, het IVR, het Incidentenregister en het EVR? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.
Wij staan voor u klaar
- Tegen financiële dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant