Uitspraak: Bankrelatie en IVR-registratie: Waarom de bank deze stappen mocht nemen

Een klant van een Nederlandse bank heeft een klacht ingediend bij Kifid nadat haar bankrekening werd geblokkeerd en de bank besloot de relatie met haar te beëindigen. De zaak draait om een onderzoek naar ongebruikelijke transacties op de rekening van de klant en de weigering van de bank om de relatie voort te zetten vanwege een vermeende gebrekkige medewerking. De klant verzet zich tegen deze beslissing en vraagt om herstel van de bankrelatie en het verwijderen van haar gegevens uit het Interne Verwijzingsregister.

De Feiten

De klant, al 70 jaar klant bij de bank, ontving tussen september 2020 en september 2022 meerdere grote bedragen op haar betaalrekening. Dit waren de volgende: €855.012 van andere rekeningen op haar naam. PGB-gelden van de Sociale Verzekeringsbank. Inkomsten die leken te wijzen op huurinkomsten. Vanwege deze transacties stelde de bank in oktober 2022 vragen over de herkomst van het vermogen en vroeg zij om aanvullende documentatie. Toen de klant niet reageerde op brieven en e-mails, werd haar rekening geblokkeerd. In een telefoongesprek gaf de klant aan de berichten niet te hebben ontvangen omdat ze in het buitenland was en de e-mails wantrouwde. Na de blokkering stuurde de bank opnieuw vragen, waarop de klant deels antwoordde maar zonder aanvullende documenten te overleggen. Ze noemde enkele onderwerpen privé en gaf aan zich zorgen te maken over de veiligheid van haar gegevens. In november 2022 besloot de bank de relatie op te zeggen wegens onvoldoende medewerking aan het verplichte onderzoek en registreerde zij de klant in het IVR, een interne lijst waarmee andere financiële instellingen worden gewaarschuwd voor mogelijke risico’s.

De Klacht

De klant wil dat de bankrelatie wordt voortgezet en haar gegevens uit het IVR worden verwijderd. Ze stelt dat de vragen van de bank onredelijk ver gingen, met name die over PGB-gelden, omdat deze verband houden met medische en privégegevens van derden. Ze vreest dat deze informatie niet veilig is bij de bank. Daarnaast hecht de klant aan haar betaalrekening en de vertrouwdheid met de diensten, waardoor overstappen lastig zou zijn. Ze benadrukt dat haar vermogen eerlijk is verkregen en zij geen risico vormt voor de bank. De bank blijft bij haar standpunt dat de klant onvoldoende heeft meegewerkt aan het onderzoek, wat verplicht is volgens de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft).

De beoordeling

De commissie oordeelt dat de bank de relatie met de consument terecht heeft opgezegd. Dit kwam doordat de consument onvoldoende informatie verstrekte om het verplichte cliëntenonderzoek te voltooien. Hoewel de bank herhaaldelijk om duidelijke antwoorden en ondersteunende documenten vroeg, bleef de informatie summier en incompleet. Ondanks alternatieve opties, zoals het weglakken van gevoelige gegevens of het per post indienen van informatie, voldeed de consument niet aan de eisen. Gezien de wettelijke verplichtingen van de bank en de geboden kansen aan de consument, is de opzegging redelijk en gerechtvaardigd. De commissie oordeelt dat de bank zowel de opzegging van de relatie als de registratie in het IVR terecht heeft uitgevoerd. De klachten van de consument worden ongegrond verklaard.

Financieel recht advocaten

Dreigt uw bank met de opzegging van de bankrelatie wegens vermoedens van fraude? Neem dan contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten.

Lenie Spoor

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant