Achtergrond van de zaak
De consument had een betaalrekening bij Bunq en opende deze op 29 mei 2023. Op 27 en 29 juni werd een klant van de bank slachtoffer van voorschotfraude. Bij voorschotfraude belooft de partij een hoge vergoeding voor uw hulp, zoals een deel van de winst. Vaak komen deze berichten uit Nigeria en daarom wordt de fraude ook 419 fraude genoemd- naar het artikel in de wet van Nigeria. Er zal u gevraagd worden een financieel voorschot te verlenen, persoonlijke informatie te verstrekken of naar het land van de afzender te reizen voor besprekingen. Er werden bedragen overgemaakt naar een tweede bankrekening bij Bunq op naam van de consument.
Een van deze transacties werd tegengehouden. De rest werd uitgevoerd, waarna aangifte werd gedaan. Op 10 juli verzocht de bank de consument om uitleg over de betrokkenheid van haar bij fraude. Op 17 juli gaf de consument aan dat de tweede betaalrekening niet bekend was bij haar en dat zij vermoedde gehackt te zijn. De bij haar bekende betaalrekening had zij inmiddels opgezegd. Toen de bank om aanvullende informatie vroeg gaf de consument aan geschrokken te zijn en aangifte te zullen doen. Een maand later registreerde de bank de consument in het Intern Verwijzingsregister en Incidentenregister wegens betrokkenheid bij fraude. Op 31 oktober werd de relatie beëindigd. Bezwaar van de consument werd afgewezen.
De vorderingen en het standpunt van de consument
De consument vordert de verwijdering van haar gegevens uit het IVR en Incidentenregister en het herstel van de bankrelatie. Ze geeft aan niets te maken te hebben met de fraude en dat zij niet betrokken was bij de overboekingen van 27 en 29 juni. Ze stelt dat de tweede rekening niet van haar is en dat zij slachtoffer is geworden van identiteitsfraude.
De beoordeling van de commissie
De commissie concludeert dat de consument betrokken was bij de fraude via de tweede betaalrekening bij Bunq. Haar situatie omschrijft die van iemand die dient als geldezel. De consument heeft geen plausibele verklaring gegeven voor hoe haar gegevens gebruikt konden worden om de rekening te openen. De commissie vindt het daarom terecht dat de bank de persoonsgegevens in haar interne registers heeft opgenomen. Er wordt gesteld dat er geen minder ingrijpende manier was om de medewerkers te waarschuwen. De duur van acht jaar van de registratie wordt proportioneel geacht. De commissie stelt dat de bank de relatie niet hoeft te herstellen, de vorderingen worden afgewezen.
Financieel recht advocaten
Krijgt u ook vragen van uw bank over uw rekening of waar uw geld vandaan komt? Weet u niet goed wat te doen en heeft u hulp nodig bij het behoud van uw bankrekening? Neem dan contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten.
Wij staan voor u klaar
- Tegen financiële dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant