Achtergrond van de zaak
Op 17 augustus 2023 meldt de consument online schade aan zijn laptop, een Apple MacBook Air 13, en telefoon, een Apple iPhone 11 Pro. Hij claimed dat de beschadigingen zijn gebeurd door een val. De verzekeraar wijst de schadeclaim aanvankelijk af, maar heropent de zaak nadat er nieuwe informatie aan het licht kwam van de consument. De verzekeraar stelt aanvullende vragen e ontvangt foto’s van de beschadigde apparaten en aankoopbewijzen. Na onderzoek ontdekt de verzekeraar dat de foto’s van de schade van het internet afkomen.
De verzekeraar van de dochter van de consument meldt dat op 23 augustus 2023 eenzelfde claim is ingediend voor dezelfde apparaten en dezelfde aankoopbewijzen. Later geeft de consument toe dat de aankopen op naam van zijn dochter zijn gedaan en dat de foto’s als voorbeelden dienden. Op 6 september wijst de verzekeraar de claim af en registreert de consument in meerdere frauderegisters voor frauderen. De gemaakte onderzoekskosten worden teruggevorderd door Achmea en de woon- en aansprakelijkheidsverzekeringen van de consument worden beëindigd, later ook de autoverzekering.
De consument en de verzekeraar
De consument vordert dat de verzekeraar alsnog dekking verleent voor de schade aan de apparaten en gehoor geeft aan de claim. Ook verzoekt hij de verwijdering van zijn gegevens uit het extern verwijzingsregister (EVR), Incidentenregister en gebeurtenissenadministratie. Hij stelt dat de schade is aangetoond met Total Loss verklaringen en dat de producten niet door zijn dochter, maar door hem zijn gekocht. De verzekeraar voert verweer met de argumenten dat de consument bewust onjuiste informatie verstrekte, het eigendom niet bewezen is en de schadeomvang niet aannemelijk is gemaakt.
De beoordeling van de commissie
De verzekeraar heeft kunnen bewijzen dat de consument bewust onjuiste informatie verstrekte om een schade-uitkering te ontvangen, de foto’s zijn van internet en de aankoopbewijzen zijn van de dochter. De commissie gelooft de verklaring van de consument niet over dat dat goederen van hem zijn. De consument heeft gepoogd de verzekeraar te misleiden en heeft dan ook geen recht op een uitkering. De commissie oordeelt dat het registratie in het EVR terecht en proportioneel is, het belang van de verzekeraar tot waarschuwing ligt hoger dan dat van de consument.
Ook is er geen lichtere maatregel om het doel te bereiken. De duur van de registratie wordt ook proportioneel geacht. Ook de registratie in het Incidentenregister blijft gehandhaafd, evenals de interne registratie en de opname in de gebeurtenissenadministratie. De consument moet tot slot de onderzoekskosten vergoeden. De vorderingen van de consument worden dus afgewezen.
Financieel recht advocaten
Zit u in een vergelijkbare situatie als de consument en wordt u stevig ondervraagd door uw financiële instelling? Neem dan contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten en laat ons u helpen uw rechten te beschermen.
Wij staan voor u klaar
- Tegen financiële dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant