Uitspraak: ING mag openstaande kredietsom alsnog incasseren: ondernemer vangt bot met beroep op zorgplicht, verjaring en rechtsverwerking

Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft geoordeeld dat ING terecht een openstaande kredietschuld van een ondernemer incasseert. De ondernemer voerde in hoger beroep aan dat de vordering was verjaard, dat ING haar zorgplicht zou hebben geschonden bij het verhogen van het krediet, en dat ING haar recht zou hebben verwerkt. Geen van die argumenten hield stand. Volgens het hof heeft ING zorgvuldig gehandeld, is de verjaring rechtsgeldig gestuit, en is van rechtsverwerking geen sprake.

Casus: kredietfaciliteit groeit, maar ondernemer betaalt niet terug

De ondernemer, die sinds 2000 onder de naam [naam1] een eenmanszaak runde in auto-onderdelen en accessoires, sloot oorspronkelijk een kredietfaciliteit van € 5.000 bij de Postbank. Die werd in 2006 verhoogd naar € 15.000 en in 2009 opnieuw naar € 50.000. Toen de ondernemer zijn verplichtingen niet nakwam, zegde ING – als rechtsopvolger van de Postbank – de kredietovereenkomst op.

Ondanks herhaalde sommaties werd er niet betaald. In 2016 droeg ING de vordering over aan incassopartner Vesting Finance. Pas in 2021 en 2022 volgden nieuwe incassopogingen, waarop de ondernemer zich in de procedure verweerde met drie verweren: verjaring, schending van de zorgplicht bij overkreditering, en rechtsverwerking door stilzitten van ING.


Kernvraag: heeft ING haar rechten verspeeld of haar zorgplicht geschonden?

Centraal in het hoger beroep stond de vraag of de ondernemer – ondanks zijn jarenlange wanbetaling – alsnog onder de vordering uit kon komen. Zijn betoog kwam neer op drie pijlers:

  • De vordering is verjaard, omdat de laatste aanmaning pas in 2021 zou zijn uitgebracht;
  • ING heeft haar zorgplicht geschonden door het krediet zonder deugdelijk onderzoek te verhogen, wat tot overkreditering leidde;
  • ING heeft haar recht verwerkt, omdat zij jarenlang niets ondernam terwijl de ondernemer in een conflictsituatie met ABN AMRO zat.

Het hof gaat op elk punt uitvoerig in – en rekent alle drie de verweren af.


1. Verjaring: brief uit 2016 was wél stuitingshandeling

De ondernemer stelde dat de verjaringstermijn van vijf jaar begon te lopen op 26 mei 2016, na de formele opeising van de kredietfaciliteit. Omdat het eerstvolgende incasso-exploot dateerde van 24 juni 2021, zou de vordering volgens hem verjaard zijn.

Maar volgens het hof had Vesting Finance op 8 december 2016 al een brief gestuurd die de verjaring stuitte. Die brief was gericht aan het juiste adres en werd later ook expliciet bevestigd in een e-mail van de vader van de ondernemer, waarin werd gesproken over “uw schrijven van 8 december 2016”. De rechter maakt korte metten met de stelling dat de brief ‘misschien alleen de vader had bereikt’:

“Dat de ondernemer ervoor koos zijn post over te laten aan zijn vader, komt voor zijn eigen risico.”

De verjaring is dus tijdig gestuit. Grief 1 faalt.


2. Zorgplicht: geen reflexwerking, geen schending

Volgens de ondernemer had ING nooit een krediet van € 50.000 mogen verstrekken. Hij stelde dat de bank onvoldoende had getoetst of zijn onderneming die lasten kon dragen, en dus onzorgvuldig had gehandeld.

Maar het hof is helder: hier is geen sprake van consumentenbescherming. De kredietfaciliteit werd afgesloten door een ondernemer, ten behoeve van zijn bedrijf, en dus geldt artikel 4:34 Wft niet. Ook is er géén aanleiding voor “reflexwerking”, zoals bij kleine ondernemingen soms mogelijk is.

Verder stelt het hof dat de zorgplicht van ING in dit geval beperkt was:

  • Het betrof een eenvoudig product (rekening-courant krediet);
  • De ondernemer had al ervaring met soortgelijk krediet;
  • De faciliteit was gekoppeld aan de zakelijke betaalrekening;
  • De kredietverhogingen waren bedoeld voor werkkapitaal of activa — maar werden vooral aangewend voor privédoeleinden.

Kortom: “De kredietfaciliteit is geen risicovol product. ING mocht ervan uitgaan dat de ondernemer de verplichtingen kon dragen.”

Omdat de ondernemer zijn stelling over overkreditering niet concreet met cijfers of bewijsstukken onderbouwt, faalt ook het tweede verweer.


3. Rechtsverwerking: stilzitten is geen afstand van recht

Ten slotte betoogde de ondernemer dat ING haar vordering had ‘verwerkt’ door jarenlang niets te doen en eerst het conflict met ABN AMRO af te wachten. Maar het hof stelt klip en klaar dat tijdsverloop op zichzelf niet genoeg is voor rechtsverwerking.

ING bleef gedurende die jaren uitdrukkelijk aanspraak maken op betaling, en gaf dat ook aan in meerdere brieven. Bovendien is er geen sprake van gerechtvaardigd vertrouwen bij de ondernemer dat ING haar rechten zou laten varen — en is zijn positie ook niet onredelijk benadeeld.

Ook deze grief wordt verworpen.


Wat betekent dit voor de praktijk?

Deze uitspraak laat opnieuw zien dat het niet eenvoudig is om aan een betalingsverplichting te ontsnappen:

  • Verjaring vereist meer dan tijdsverloop: als er aantoonbaar gestuit is, blijft de vordering in stand.
  • Zorgplicht van de bank is begrensd bij zakelijke kredieten. Alleen in uitzonderingsgevallen (zoals bij consumenten of quasi-consumenten) komt extra bescherming in beeld.
  • Rechtsverwerking vereist méér dan passiviteit. Stilte van de bank is niet automatisch verlies van recht.

Wie als ondernemer een krediet afsluit, is en blijft in beginsel gewoon gehouden aan terugbetaling — ook als het krediet later problematisch blijkt uit te pakken.


Conclusie: ondernemer moet openstaande kredietschuld alsnog betalen

Het gerechtshof verwerpt het hoger beroep in zijn geheel. ING heeft de kredietfaciliteit terecht opgeëist, de verjaring is tijdig gestuit, en er is geen sprake van zorgplichtschending of rechtsverwerking. De ondernemer blijft verantwoordelijk voor de openstaande kredietsom, inclusief rente en kosten. Het vonnis van de rechtbank wordt volledig bekrachtigd.

Zit jij als ondernemer in een kredietconflict met je bank? Laat je bijstaan door specialisten in financieel recht — wij beoordelen jouw kredietovereenkomst, correspondentie en de (on)mogelijkheden om verweer te voeren. Neem vandaag nog contact met ons op.

Neslihan Karacaoglan

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant