Uitspraak: ING moet bankrekening van zorgondernemingen voortzetten

Eiseressen exploiteren in groepsverband een onderneming gericht op het verlenen van thuiszorg. Eiseressen hebben sinds 2016 /2017 ieder een zakelijke bankrekening bij ING. Naar aanleiding van een interne melding is ING in 2019 een onderzoek begonnen naar de transacties en batchbetalingen vanaf de rekeningen en de verhoudingen tussen en activiteiten van de entiteiten van eiseressen.

Op 8 oktober 2020 hebben eiseressen aan ING een UBO-formulier toegezonden waarop alleen Y is vermeld. Na bezwaar van ING is uitgelegd dat en waarom eiseressen X niet als UBO (uiteindelijk belanghebbende) had aangemerkt. Uit oogpunt van transparantie is vervolgens een nieuw UBO-formulier bijgevoegd waarop zowel X als Y zijn vermeld.

Na correspondentie tussen eiseressen en ING is door ING besloten de bankrelaties met eiseressen op te zeggen. Als gronden noemt ING dat zij het vermoeden heeft dat de intern doorgeboekte miljoenen euro’s aan zorgtoeslag niet volledig worden aangewend voor het verlenen van zorg en dat er daarnaast onregelmatigheden zijn in de organisatiestructuur. Ook deelde ING mee de gegevens van eiseressen en van X (eigenaar van eiseressen) te zullen opnemen in het Intern Verwijzingsregister.

ING heeft later aangegeven de bankrelatie te willen voortzetten onder drie voorwaarden. Samengevat houden deze voorwaarden in:

  • ING zal over een jaar een revisie uitvoeren waarbij zij wederom moet kunnen vaststellen dat de verkregen zorggelden zijn aangewend voor het verlenen van zorg;
  • X moet uiterlijk op 1 juli 2021 als UBO van eiseressen zijn ingeschreven in het UBO-register;
  • Voor 1 april 2021 ontvangt ING graag duidelijkheid over de ‘overname’ door Good4life van Joost Zorgt B.V. met een onderbouwing of Zilveren Kruis door deze overname is benadeeld.
Het geschil

Eiseressen vorderen ING te bevelen om de bancaire overeenkomsten te blijven nakomen totdat een Nederlandse rechter voor recht heeft verklaard dat ING mag opzeggen en ING te verbieden om eiseressen in haar IVR te vermelden.

Eiseressen stellen – kortgezegd – dat ING geen gegronde redenen heeft om de bankrelatie op te zeggen. Het onderzoek van ING is ingesteld naar aanleiding van signalen van zorgfraude en was daar ook op gericht. ING heeft op 5 januari 2021 zelf verklaard dat zij alle gevraagde informatie van Good4life heeft ontvangen en dat er geen sprake was van zorgfraude. Daarmee zou de kous af moeten zijn, maar vervolgens bleef ING maar vragen stellen en heeft zij uiteindelijk opgezegd vanwege het niet inschrijven van X als UBO en vanwege vermeend tegenstrijdige informatie over de overname van het budgetplafond van Joost Zorgt.

Er is volgens eiseressen geen sprake van een poging om X uit het zicht te houden. Ook hebben eiseressen geen tegenstrijdige informatie gegeven over de transactie met Joost Zorgt. Bij ING is hier sprake van een misverstand. De ‘overname van Joost Zorgt’ betrof alleen overname van het zorgbudget dat Joost Zorgt eerst bij Zilveren Kruis had, niet een bedrijfsovername. Inhoudelijk voert ING aan dat zij contractueel bevoegd was tot opzegging en daartoe op grond van artikel 5 lid 3 Wwft zelfs verplicht, omdat de UBO niet kan worden geïdentificeerd, het cliëntenonderzoek niet of niet volledig kan worden uitgevoerd, eiseressen een onacceptabel risico met zich meebrengen en dat ING het vertrouwen verloren is.

De beoordeling

Allereerst wordt beoordeeld of ING zich terecht op het standpunt stelt dat zij op grond van artikel 5 lid 3 Wwft verplicht was tot opzegging van de bankrelatie met eiseressen. Het is aan ING om feiten te stellen en aannemelijk te maken dat sprake is van een onacceptabel risico op witwassen of terrorisme-financiering.

De voorzieningenrechter stelt voorop dat ING zelf op 5 januari 2021 heeft vastgesteld dat er geen signalen zijn voor zorgfraude. Op zichzelf zijn eiseressen contractueel verplicht eraan mee te werken om ING in staat te stellen te voldoen aan haar wettelijke plicht om de uiteindelijk belanghebbende te identificeren. Dit hebben zij volgens de voorzieningenrechter ook voldoende gedaan. Het vermoeden dat X om onoorbare redenen onzichtbaar wenst te zijn in de openbare registers heeft ING niet voldoende aannemelijk kunnen maken.

Gelet op het voorgaande concludeert de voorzieningenrechter dat voldoende aannemelijk is geworden dat de bodemrechter de opzegging van de bankrelatie niet in stand zal laten en opname in het IVR niet gerechtvaardigd zal achten. De gevraagde voorzieningen worden toegewezen. De bankrekeningen van eiseressen dienen te worden voortgezet.

Lees hier de hele uitspraak.

Financieel Recht Advocaten

Heeft u het vermoeden dat u schade heeft geleden als gevolg van slecht advies van uw hypotheekadviseur en/of bank? Neem dan hier vrijblijvend contact op met een van onze advocaten. Ons kantoor heeft ruime ervaring met het procederen tegen banken, tussenpersonen, financieel adviseurs, hypotheekadviseurs, beleggingsadviseurs alsmede vermogensbeheerders.

Fabienne de Jong

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant