Een consument klaagt over de registratie van zijn persoonsgegevens in het Intern en Extern Verwijzingsregister (IVR en EVR) door een kredietverstrekker. De registratie volgde na het aanleveren van een gemanipuleerd rekeningafschrift bij een kredietaanvraag. De consument ontkent opzet en stelt dat dit hem belemmert bij toekomstige kredietaanvragen.
De feiten
In januari 2022 diende de consument een kredietaanvraag in en leverde daarbij een rekeningafschrift aan. De kredietverstrekker ontdekte dat het afschrift onjuistheden bevatte en vroeg om een origineel exemplaar. Na ontvangst van een tweede, wel correct afschrift concludeerde de kredietverstrekker dat het eerste document was gemanipuleerd. Volgens de kredietverstrekker probeerde de consument met dit vervalste afschrift een gunstigere kredietbeoordeling te verkrijgen. De kredietaanvraag werd afgewezen en de consument werd opgenomen in zowel het IVR als het EVR. De consument maakte bezwaar en verklaarde dat hij het document per ongeluk had aangepast tijdens het testen van software, zonder de intentie om dit als officieel afschrift in te dienen. De kredietverstrekker wees het bezwaar af en bevestigde de registraties.
Het geschil
De consument stelt dat de beschuldiging van vervalsing en poging tot oplichting onterecht is. Hij benadrukt dat hij niet weet hoe een rekeningafschrift professioneel aangepast moet worden en wijst op de onbedoelde fout bij het aanleveren van het document. Hij ervaart nu problemen bij het aanvragen van een lening, bijvoorbeeld voor de aanschaf van een auto, en wil dat de registratie wordt verwijderd. De kredietverstrekker houdt vol dat de manipulatie bewust was en dat de registraties noodzakelijk zijn om de integriteit van het financiële systeem te waarborgen.
De beoordeling
De commissie oordeelde dat de opname in de waarschuwingsregisters proportioneel en rechtmatig was. De manipulatie van het rekeningafschrift werd als een ernstig incident gezien, dat de registratie in zowel interne als externe registers rechtvaardigde. Voor het EVR stelde de commissie vast dat een termijn van vier jaar proportioneel was gezien de ernst van het incident en het gebrek aan verantwoordelijkheid dat de consument toonde. Voor het IVR en de interne Gebeurtenissenadministratie vond de commissie een langere termijn van acht jaar proportioneel, omdat deze registraties uitsluitend intern worden gebruikt en geen externe gevolgen hebben.
Financieel recht advocaten
Heeft uw kredietverstrekker u geregistreerd in een verwijzingsregister en vindt u dit disproportioneel? Neem dan contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten.
Wij staan voor u klaar
- Tegen financiële dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant