In deze zaak komt het fenomeen van pig butchering fraude aan bod, dit is een vorm van lange- termijn investeringsfraude waarbij slachtoffers gaandeweg steeds verleid worden om meer geld over te maken. De fraudeurs proberen ook een band op te bouwen om vertrouwen te winnen. In deze zaak is het de vraag of de bank tussen de consument en de fraudeur had moeten komen en maatregelen had moeten nemen om de fraude te voorkomen.
Achtergrond van de zaak
De consument heeft een betaalrekening en creditcard bij de Rabobank. Tussen oktober en november 2022 komt de consument in contact met een persoon die zich voordoet als romantische partner en wordt overgehaald te investeren in cryptovaluta. In deze periode heeft de consument tien transacties gemaakt naar een bank in Litouwen voor een totaalbedrag van 14.132,-, ook worden er twee creditcardtransacties uitgevoerd, samen ter waarde van 320,-. In maart 2023 doet de consument aangifte van fraude en in begin juni brengt hij de bank op de hoogte, eind juni krijgt hij een waarschuwing van de bank voor boilerroomfraude. Er volgt een brief van de bank met dezelfde mededeling die de consument niet ontvangt. Op 17 juli 2023 stuurt de consument een klacht naar de bank en een maand later reageert de bank hierop.
De klachten
De consument stelt dat de bank haar zorgplicht heeft geschonden door hem niet te beschermen van de fraude en dat de bank dit had moeten weten, hij heeft nooit een waarschuwing ontvangen ondanks het ongebruikelijke betalingsverkeer. Verder beweert de consument dat de bank een klantonderzoek had moeten instellen door de grote ongebruikelijke bedragen die werden overgemaakt. De consument heeft hier verder geen ervaringen mee. De bank werd eerder al beboet wegens gebrekkige compliance. De consument geeft aan dat hij voelt alsof de bank nalatig en onverschillig heeft gehandeld. Ook geeft hij aan dat tijdens de zitting de bank geen serieuze houding aanhield. Tot slot meldt de consument dat hij financiële en emotionele schade heeft opgelopen door de nalatigheid van de bank.
De beoordeling
Op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme is de bank verplicht maatregelen te nemen ter bescherming van het algemeen belang. Deze verplichting omvat niet de bescherming van klanten tegen vermogensschade door frauduleus betalingsverkeer. Er is ook geen verplichting om te onderzoeken naar wie hij het geld overmaakt. De bank moet gehoor geven aan de betaalopdrachten van cliënten en overboekingen gedaan door de persoon die bevoegd is om er gebruik van te maken, valt binnen de eigen verantwoordelijkheid. Verder vormen de transacties geen reden om deze als frauduleus te beschouwen omdat ze er niet ongewoon uitzien. De commissie oordeelt dan ook dat de klacht ongegrond is en de vordering wordt afgewezen.
Financieel recht advocaten
Ondanks het begrip van de commissie, is het toch noodzakelijk dat zij een juridisch oordeel bieden voor een zaak als deze. De bank kan dus niet aansprakelijk gehouden worden voor situaties die vallen binnen de eigen verantwoordelijkheid. Zit u in een situatie waarbij de bank u had moeten beschermen volgens u? Neem dan contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten.
Wij staan voor u klaar
- Tegen financiële dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant