Uitspraak: Rabobank had voldoende reden bankrelatie te beëindigen

Polikliniek Holding c.s. bankieren bij Rabobank en houden bij haar diverse bankrekeningen aan. Bij brieven van 30 december 2019 heeft Rabobank per 1 maart 2020 de bancaire relatie met Polikliniek Holding c.s. opgezegd. Volgens Rabobank is het klantbeeld van de vennootschappen verschillende vennootschappen binnen de holding onvolledig is omdat de herkomst van de financiële middelen niet is onderbouwd met een verklaring van de accountant en dat Rabobank niet heeft kunnen uitsluiten (indirect) Polikliniek Holding c.s. mogelijk handelt met sanctielanden.

Polikliniek Holding c.s. hebben bezwaren geuit tegen de opzegging. Naar aanleiding van overleg tussen Rabobank en (de advocaat van) Polikliniek Holding c.s. is afgesproken dat Polikliniek Holding c.s. uiterlijk 1 april 2019 aanvullende informatie zouden aanleveren. Op 29 mei 2020 is de bancaire relatie alsnog opgezegd.

De vordering in eerste aanleg

Polikliniek Holding c.s. vorderen Rabobank te veroordelen hun bankrelatie met haar voort te zetten. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van Polikliniek Holding c.s. afgewezen. Zij heeft geoordeeld dat het voorshands niet aannemelijk is geworden dat de bodemrechter tot het oordeel zal komen dat Rabobank haar zorgplicht heeft geschonden en evenmin dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat Rabobank in de gegeven omstandigheden van haar contractuele opzeggingsbevoegdheid gebruik heeft gemaakt.

De beoordeling

Polikliniek Holding c.s. stellen dat Rabobank het cliëntenonderzoek onzorgvuldig heeft uitgevoerd. Zij stellen dat zij alle mogelijke medewerking aan Rabobank hebben verleend en daarmee aan hun zorgplicht jegens Rabobank hebben voldaan.

Het hof komt echter tot de conclusie dat Rabobank zorgvuldig heeft gehandeld. “Anders dan Polikliniek Holding c.s. hebben betoogd, is op voorhand niet aannemelijk dat Rabobank lichtvaardig of onzorgvuldig is overgegaan tot het uitvoeren van dit onderzoek.” Dat Rabobank steeds vragen bleef stellen is volgens het hof niet alleen geoorloofd, het is ook haar taak op grond van de Wwft. “Het is inherent aan het doen van (cliënten)onderzoek dat de door de cliënt verstrekte informatie aanleiding kan geven tot nieuwe vragen, ook over andere onderwerpen dan die aanvankelijk aanleiding waren voor het onderzoek.”

Naar het oordeel van het hof heeft Rabobank geen antwoord gekregen op relevante vragen die zij mocht stellen aan Polikliniek Holding c.s., terwijl de achtergrond van het stellen van die vragen is meegedeeld en Polikliniek Holding c.s. voldoende tijd hebben gekregen de gevraagde informatie te leveren. Het is daarom voorshands voldoende aannemelijk dat Rabobank voldoende reden had de bankrelatie met Polikliniek Holding c.s. te beëindigen.

De beslissing

Het hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep.

Lees hier de hele uitspraak.

Financieel Recht Advocaten

Heeft uw bank ook de bankrelatie opgezegd? Kom dan in actie! neem hier vrijblijvend contact op met een van onze advocaten! Ons kantoor heeft ruime ervaring met het procederen tegen banken, tussenpersonen, financieel adviseurs, hypotheekadviseurs, beleggingsadviseurs alsmede vermogensbeheerders.

Joost Papeveld

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant