Uitspraak: SNS bank bestraft consument die zich schuldig maakt aan identiteitsfraude

Een consument heeft bezwaar gemaakt tegen de registratie van zijn persoonsgegevens in het Incidentenregister en Extern Verwijzingsregister (EVR). De bank heeft deze registratie aangebracht vanwege vermoedens van valsheid in geschrifte en identiteitsfraude bij het openen van een internetspaarrekening op naam van de oma van de consument. De consument verzoekt om verwijdering of verkorting van de registratieduur en eist schadevergoeding.

De feiten

De consument, die in 2000 bij de bank in dienst trad, opende in januari 2017 een internetspaarrekening op naam van zijn oma. Daarbij gebruikte hij een digitale handtekening en vermeldde zichzelf als gevolmachtigde. Het geld op de rekening, € 26.000,-, werd overgemaakt vanaf een gezamenlijke rekening van zijn oma en vader. Tussen 2017 en 2019 zijn er transacties gedaan naar de persoonlijke rekening van de consument. Later meldde de vader van de consument dat de handtekening van de oma vals zou zijn en dat de consument zonder toestemming van de oma de spaarrekening en overboekingen had geregeld. De oma ontkende kennis van de spaarrekening en gaf aan geen toestemming te hebben gegeven. Naar aanleiding van deze gebeurtenissen werd de consument ontslagen, zijn persoonsgegevens geregistreerd in meerdere registers, en werd aangifte gedaan tegen hem.

Het geschil

De consument stelt dat de bank onterecht zijn persoonsgegevens heeft opgenomen in de registers. Hij voert aan dat er geen concrete bewijzen zijn van strafbare feiten en dat de verklaringen van zijn oma en vader niet betrouwbaar zijn. Daarnaast stelt hij dat de registratie disproportioneel is en zijn kansen op werk ernstig belemmert. Hij benadrukt dat zijn handelingen in overleg met zijn oma waren en dat hij jarenlang naar eer en geweten haar mantelzorger was. De bank stelt dat het gedrag van de consument ernstig verwijtbaar is, ongeacht de vraag of de oma toestemming heeft gegeven. Het voordoen als zijn oma bij het openen van de rekening wordt gezien als valsheid in geschrifte. De registratie is volgens de bank noodzakelijk om de financiële sector te beschermen en proportioneel gezien de ernst van de gedragingen.

De beoordeling

De commissie oordeelt dat de gedragingen van de consument een zwaardere verdenking dan een redelijk vermoeden van schuld opleveren met betrekking tot valsheid in geschrifte. Zelfs als de oma toestemming had gegeven, blijft het feit dat de consument zich voordeed als zijn oma bij het openen van de spaarrekening ernstig verwijtbaar. De registraties in het Incidentenregister en EVR worden proportioneel en noodzakelijk geacht om de financiële sector te beschermen. Het belang van de sector weegt zwaarder dan het persoonlijke belang van de consument. Daarnaast wordt geen schadevergoeding toegekend, omdat de registratie rechtmatig is. De consument kan bij veranderde omstandigheden in de toekomst een heroverweging van de registratievermelding aanvragen. De vorderingen van de consument worden afgewezen.

Financieel recht advocaten

Bent u van mening dat een financiële instelling het bij het verkeerde eind heeft betreffende uw situatie? Neem dan contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten.

lees hier de uitspraak.

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant