Uitspraak: ABN AMRO mocht bankrelatie beëindigen vanwege integriteitsrisico’s

De rechtbank Amsterdam heeft recent geoordeeld dat ABN AMRO gerechtigd was om de bankrelatie met een administratie- en belastingadvieskantoor te beëindigen. De aanleiding voor dit besluit was een langdurig cliëntenonderzoek waarbij de bank herhaaldelijk onvoldoende informatie ontving over transacties met een link naar een Iraanse entiteit. Volgens de rechter had de bank voldoende redenen om aan te nemen dat sprake was van integriteitsrisico’s. Omdat de ondernemer bovendien bleef weigeren volledige openheid van zaken te geven, mocht ABN AMRO de relatie opzeggen. Deze uitspraak is vooral relevant voor bedrijven die internationale klanten bedienen of opereren in sectoren waar vertrouwelijkheid en toezicht samenkomen. Het toont aan dat een beroep op geheimhouding niet zonder meer volstaat als een bank risico’s signaleert.


Waarom beëindigde ABN AMRO deze klantrelatie?

De relatie tussen het belastingadvieskantoor en ABN AMRO begon in 2013 en kende jarenlang een normaal verloop. Toch ontstonden er zorgen bij de bank nadat in 2019 twee transacties met een link naar Iran werden geweigerd. Deze betalingen waren bestemd voor of afkomstig van de National Iranian Tanker Company, een entiteit met sanctierisico’s. Dit was voor ABN AMRO aanleiding om een verdiepend cliëntenonderzoek te starten. De bank vroeg om inzage in de organisatie, haar klanten, en de aard van de dienstverlening.

Hoewel de ondernemer enige informatie verstrekte, bleef zij grotendeels terughoudend. Zij beriep zich op een geheimhoudingsplicht en vond de vragen te verstrekkend en onvoldoende gemotiveerd. Ondanks meerdere herhaalde verzoeken gaf zij geen volledig inzicht. Uiteindelijk leidde dit in april 2020 tot de eenzijdige beëindiging van de klantrelatie door de bank.


Wat zegt de Wwft over cliëntenonderzoek?

De Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) verplicht financiële instellingen zoals banken om hun klanten te screenen. Dit cliëntenonderzoek is bedoeld om te voorkomen dat banken onbewust betrokken raken bij witwaspraktijken of financiering van terrorisme. Volgens de wet moet de bank onder meer:

  • de identiteit van de klant vaststellen;
  • inzicht krijgen in de aard en het doel van de relatie;
  • controleren of de klant of diens activiteiten een verhoogd risico met zich meebrengen.

Als een bank deze informatie niet tijdig of niet volledig ontvangt, mag zij maatregelen nemen, waaronder het beëindigen van de relatie. In deze zaak speelde mee dat sommige transacties verband hielden met landen die op sanctielijsten staan of als risicovol worden gezien.


Wat is een integriteitsrisico volgens de bank?

Integriteitsrisico’s doen zich volgens ABN AMRO voor wanneer een klant niet transparant is over herkomst van gelden of aard van transacties, zeker als er transacties plaatsvinden met entiteiten uit risicolanden. In deze zaak waren er meerdere signalen:

  • Onvoldoende inzicht in wie de eindcliënten waren.
  • Transacties met afgeronde, hoge bedragen.
  • Betalingen vanuit of naar verhoogd risicolanden.
  • Gebruik van derdengeldenrekeningen voor betalingen aan eigen facturen.
  • Geen tuchtrechtelijk toezicht op het kantoor, terwijl wél werd verwezen naar een beroepsgeheim.

Deze combinatie van factoren maakte volgens ABN AMRO dat het risico op betrokkenheid bij ongewenste financiële stromen niet meer aanvaardbaar was.


Het beroep op geheimhoudingsplicht: hoe zwaar weegt dat?

De ondernemer stelde dat zij bepaalde informatie niet kon verstrekken vanwege haar beroepsgeheim. Zij verleende onder andere juridische en notariële diensten en stelde dat delen van haar praktijk gelijkgesteld konden worden aan die van advocaten of notarissen.

De rechtbank erkent dat er in sommige gevallen een geheimhoudingsplicht kan bestaan, maar vindt dat in deze zaak het beroep daarop te algemeen en onvoldoende onderbouwd was. Er werd bijvoorbeeld geen concrete uitleg gegeven over waarom bepaalde documenten niet konden worden gedeeld. Ook werd onvoldoende aangetoond dat de diensten daadwerkelijk onder geheimhoudingsregels vielen. Bovendien wees de rechter erop dat het kantoor niet onder tuchtrechtelijk toezicht stond, wat het beroep op een geheimhoudingsplicht verzwakte.


Rechter: contractuele opzegging was gerechtvaardigd

Volgens de rechter mocht de bank de klantrelatie opzeggen op grond van de Algemene Bankvoorwaarden. Partijen waren overeengekomen dat de bank de relatie mocht beëindigen, tenzij dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Die situatie deed zich hier niet voor.

De ondernemer stelde dat zij elders geen alternatieve rekening kon openen, maar dat bleek feitelijk onjuist. Zij beschikte nog over rekeningen bij andere banken en ook buitenlandse vestigingen hadden bancaire faciliteiten. De bank had bovendien sinds 2019 herhaaldelijk contact gezocht en uitleg gevraagd. Pas toen duidelijk werd dat zij onvoldoende medewerking kreeg, trok zij de conclusie dat voortzetting van de relatie te risicovol was.


Gevolgen van opname in het intern verwijzingsregister (IVR)

De ondernemer verzette zich ook tegen opname in het interne verwijzingsregister van de bank. Volgens haar was deze registratie onrechtmatig. De rechter wees dat bezwaar af. Het IVR is een intern systeem, niet toegankelijk voor andere banken of instellingen. Daardoor vormt het geen directe belemmering voor het openen van een nieuwe rekening elders.

Volgens de AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming) mag een dergelijke registratie als sprake is van:

  • een gerechtvaardigd belang van de verwerker (de bank),
  • noodzakelijkheid van de verwerking,
  • en een belangenafweging waarbij de privacy van de betrokkene niet zwaarder weegt.

De rechter oordeelde dat de bank aan al deze eisen voldeed.


Wat kunnen ondernemers hiervan leren?

Deze zaak laat zien dat transparantie richting de bank essentieel is, zeker wanneer sprake is van complexe dienstverlening of internationale transacties. Ondernemers die werken met verhoogd risicolanden, of zich beroepen op een geheimhoudingsplicht, moeten goed onderbouwen waarom zij bepaalde informatie niet kunnen geven. Een algemeen beroep op vertrouwelijkheid zonder nadere toelichting wordt door rechters niet snel geaccepteerd.

Belangrijke lessen:

  • Werk actief mee aan cliëntenonderzoeken van uw bank.
  • Geef duidelijke en concrete informatie over transacties en klanten.
  • Beroep op geheimhouding? Onderbouw dit juridisch en feitelijk.
  • Houd rekening met het feit dat banken contractueel de relatie kunnen opzeggen.
  • Vraag tijdig juridisch advies als een bank twijfels uit over uw activiteiten.

Conclusie

De rechtbank bevestigt met deze uitspraak dat een bankrelatie geen vanzelfsprekend recht is. Wanneer een klant onvoldoende meewerkt aan een cliëntenonderzoek, mag een bank – zeker bij signalen van verhoogd risico – besluiten om de relatie te beëindigen. Een beroep op geheimhouding biedt geen vrijbrief als dit niet concreet en toetsbaar is onderbouwd. Voor ondernemers is het dus cruciaal om tijdig en transparant te communiceren met hun bank, vooral bij grensoverschrijdende activiteiten of complexe dienstverlening.

Financieel Recht Advocaten helpt uitsluitend bij bestaande geschillen met banken of financiële dienstverleners. Heeft u al een probleem, zoals een geblokkeerde rekening, opgezegd krediet of registratie? Dan kunnen wij procederen, onderhandelen of een schikking treffen namens u. Neem contact op als u juridische hulp nodig heeft.


Neslihan Karacaoglan

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant