Sun Power groep bestaat uit een vijftal vennootschappen, waaronder Divaco Beheer B.V. en Sun-Power Agro Uitzendbureau B.V. (hierna: Sun-Power, gezamenlijk Divaco c.s.). Service Desk Europe B.V. behoorde ook tot deze groep, maar is reeds failliet verklaard.
ING heeft op 1 juli 2011 een kredietovereenkomst gesloten met met de toenmalige Sun-Power groep. De bank heeft een rekening courant krediet van 275.000 euro ter beschikking gesteld. Kredietnemers zijn hoofdelijk aansprakelijk. In 2013 wordt het krediet uitgebreid met 200.000 euro. Ook wordt een “compte joint- en medeaansprakelijkheidsovereenkomst” gesloten. Op basis van die overeenkomst mag ING vorderingen op de vennootschap verrekenen met vorderingen op de andere vennootschap.
SDE wordt op enig moment op eigen verzoek failliet verklaard. Op de rekening staat een negatief saldo van € 256.181,56. ING heeft in 2015 aan de toenmalige Sun Power groep laten weten dat de kredietfaciliteit automatisch is geëindigd wegens het faillissement. Tussen de bank en de overige vennootschappen is overlegd over continuïteitsmogelijkheden. ING verstrekt in mei 2015 een krediet van 375.000 euro.
De bank gaat in april 2015 over tot afschrijving van een bedrag van 203.707,99 euro van de zakelijke rekening van Sun Power. Dit heeft als doel de zakelijke rekening van SDE aan te zuiveren. De bestuurder van Divaco is het niet eens met de aanzuivering en stelt de bank aansprakelijk voor de schade die zij heeft geleden in verband met het schenden van de zorgplicht door de bank.
Vordering
Divaco stelt dat de bank haar zorgplicht heeft geschonden en aansprakelijk is voor de geleden schade. Ook verzoekt Divaco de bank te veroordelen tot betaling van 203.707,99 euro. De rechtbank heeft de vorderingen afgewezen, maar Divaco besluit in hoger beroep te gaan. Divaco stelt dat de bank niet tot verrekening mocht overgaan. Divaco heeft echter onvoldoende toegelicht dat SDE geen partij meer zou zijn bij de overeenkomst.
Divaco stelt dat de bank misbruik heeft gemaakt van haar verrekeningsbevoegdheid. De bank had immers een pandrecht op een afnemer van SDE en had dit eerst moeten uitwinnen. Het hof heeft deze stelling verworpen. Er bestaat geen regel onder Nederlands recht dat de ING voor de minst bezwarende wijze voor Divaco had moeten kiezen. Er zijn ook geen bijzondere omstandigheden waaruit dit zou kunnen blijken. De bank hoefde geen voorrang te geven aan de belangen van Divaco boven haar eigen belang.
Divaco heeft gesteld dat de zorgplicht door de bank is geschonden. Ook deze stelling wordt door het hof verworpen. Divaco heeft niet gesteld dat schade is geleden. Divaco had redelijkerwijs moeten begrijpen dat verrekening kon plaatsvinden. Zij bleven hoofdelijk aansprakelijk voor schulden van SDE, ook na het bereiken van overeenstemming over de nieuwe kredietruimte. Het hof bekrachtigt het vonnis. Divaco wordt veroordeeld de proceskosten te vergoeden.
Klik hier voor de volledige uitspraak.
Financieel Recht Advocaten
Wilt u advies over of begeleiding bij conflicten over de zorgplicht van banken met betrekking tot een hypotheek of ander financieel product? Neem dan nu contact met ons op.
Wij staan voor u klaar
- Tegen financiële dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant