Uitspraak: Consument stelt dat de bank hem onvoldoende heeft geïnformeerd over de waardedaling van zijn beleggingsportefeuille

Consument heeft een beleggingsrekening bij de bank. De beleggingen op deze rekening worden beheerd door de bank. Een relatiemanager van de bank fungeert als contactpersoon van Consument.

Op 28 februari ontvangt Consument een mail van de bank waarin staat dat de waarde van zijn portefeuille met meer dan 10% is gedaald. Op 10 en 13 maart 2020 heeft Consument opnieuw meldingen van een waardedaling van zijn portefeuille van meer dan 10% ten opzichte van de eerste dag van het kwartaal ontvangen.

De relatiemanager heeft Consument op 23 april 2020 een bezoek gebracht om de resultaten op de beleggingsrekening en de strategie te bespreken. Op dat moment was de waarde van zijn beleggingsportefeuille met 24% gedaald. Vanwege de onrust op de financiële markten heeft Consument opdracht gegeven tot liquidatie van zijn beleggingsportefeuille. De bank heeft de beleggingsportefeuille op 24 april 2020 geliquideerd. Ruim een maand later heeft een gesprek plaatsgevonden tussen Consument en de bank waarin de gebeurtenissen zijn besproken.

De klacht en vordering

Consument vordert vergoeding van 14% van de waardedaling van zijn beleggingsportefeuille, door de hem begroot op een bedrag van € 182.333,62.

Volgens Consument is de bank tekort geschoten in de naleving van haar zorgplicht jegens de consument door hem onvoldoende te informeren over de waardedalingen van zijn portefeuille. De consument was naar eigen zeggen alleen op de hoogte van de eerste waardedaling van 10% en kwam er te laat achter dat zijn beleggingsportefeuille verder in waarde was gedaald. De bank heeft nagelaten hem hierover adequaat te informeren.

De beoordeling

De commissie dient te bekijken of de bank haar zorgplicht heeft geschonden door Consument onvoldoende te informeren over de waardedalingen van zijn portefeuille.

De bank is op grond van artikel 62 lid 1 van de Gedelegeerde Verordening verplicht de consument op de hoogte te brengen van een verlies van 10% van de totale waarde van de beleggingsportefeuille, zoals bepaald aan het begin van de rapportageperiode. Bij verder oplopende verliezen dient de bank de consument telkens op de hoogte te stellen van verliezen van veelvouden van 10%. De bank heeft dit telkens gedaan. Dat de consument heeft gesteld deze meldingen niet tijdig te hebben gezien maakt dat niet anders. De commissie constateert verder dat van maart tot en met juni 2020 meermaals contact is geweest tussen de contactpersoon en Consument.

De commissie is dan ook van oordeel dat de bank Consument voldoende informatie heeft verschaft over de reden van de sterke waardedaling, daarnaast heeft de bank contact gehouden met Consument. Het is niet gebleken dat de bank heeft gehandeld in strijd met de op haar rustende zorgplicht om als vermogensbeheerder in het belang van haar klant te handelen. De vordering wordt afgewezen.

Lees hier de hele uitspraak.

Financieel Recht Advocaten

Heeft u het vermoeden dat u schade heeft geleden als gevolg van slecht advies van uw hypotheekadviseur en/of bank? Neem dan hier vrijblijvend contact op met een van onze advocaten. Ons kantoor heeft ruime ervaring met het procederen tegen banken, tussenpersonen, financieel adviseurs, hypotheekadviseurs, beleggingsadviseurs alsmede vermogensbeheerders.

Jamiro van de Wiel

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant