Uitspraak: Gaat een zorgplicht over van een bank naar een niet-bank bij overdracht van een vordering?

Er zijn prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad. De vraag was of de aard van een vorderingsrecht van een bank op een cliënt meebrengt dat dit vorderingsrecht onoverdraagbaar is (art. 3:83 lid 1 BW). Indien het antwoord op de vraag negatief zou zijn, werd de vraag gesteld of het vorderingsrecht dat werd overgedragen op een niet-bank ook meebracht dat de niet-bank een zorgplicht verkreeg. Hoe zit het dan met de publiekrechtelijke regels die gelden voor een bank, zoals de Wft en de bijzondere zorgplicht.

De Hoge Raad over overdraagbaarheid

De aard van een vorderingsrecht van een bank op een cliënt met betrekking tot een geldlening kan aan een niet-bank worden overgedragen. De cliënt moet namelijk nog steeds voldoen aan de aflossingstermijnen en rentebetalingen. Dit blijft door een overdracht ongewijzigd. Uit een overeenkomst van geldlening vloeien geen rechten en bevoegdheden die niet door een niet-bank kunnen worden volbracht. Dat de niet-bank de rechten en bevoegdheden op een andere manier zal uitvoeren dan een bank, doet daar niets aan af.

Overdracht

Ondanks dat een dergelijke overdracht heeft plaatsgevonden, betekent dit niet per definitie dat de bank haar zorgplicht heeft overgedragen aan de niet-bank. Een bank heeft namelijk op diverse grondslagen een zorgplicht in verband met hun maatschappelijke functie. Hierbij moet worden gedacht aan onderzoeks-, advies-, informatie- en waarschuwingsplichten. Ook kunnen de gedragsregels van de bank in het kader van de Wft een rol spelen. Het is denkbaar dat de zorgplicht van de bank wordt beperkt. In een dergelijk geval kan de bank het vorderingsrecht alleen overdragen met inachtneming van een beperking.

De cliënt heeft nu de mogelijkheid de verweermiddelen in te roepen tegenover de bank, maar ook tegenover de niet-bank. Tussen de niet-bank en de cliënt is een verhouding ontstaan die met de redelijkheid en billijkheid moet worden ingericht. Wat redelijk en billijk is, wordt afhankelijk gesteld van de omstandigheden van het geval. Het kan dus zijn dat de niet-bank een eigen zorgplicht krijgt. In bepaalde gevallen moet de niet-bank zich gedragen als een redelijk handelende bank.

Antwoord

Een vorderingsrecht van een bank kan dus aan een niet-bank worden overgedragen. De vordering is niet onoverdraagbaar puur omdat het gaat om een vordering van een bank. De (bijzondere) zorgplicht van de bank gaat niet zonder meer over op de niet-bank. De cliënt kan zich tegenover de niet-bank beroepen op de inhoud van de vordering en kan zich op dezelfde verweermiddelen beroepen die zij had jegens de bank. De niet-bank kan ook een eigen zorgplicht hebben. De omvang en inhoud is afhankelijk van de omstandigheden van het geval.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Financieel Recht advocaten

Wilt u advies over of begeleiding bij conflicten over de zorgplicht van banken met betrekking tot een hypotheek of ander financieel product? Neem dan nu contact met ons op.

Joost Papeveld

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant