Uitspraak: Wijzigingsbeding omtrent opslag in stand gehouden

In 2006 hebben een viertal ondernemers geld bijeengebracht om een maatschap op te richten die zal investeren in vastgoed. Op 16 juni 2006 wordt de maatschapsovereenkomst getekend en ontstaat de maatschap. Het doel is slechts het beleggen van vermogen van de maten zelf. Bij de Rabobank wordt een RC-krediet afgesloten, waarvoor een 1-maands Euribor rente vermeerderd met een opslag, wordt betaald. Later zijn nog een aantal overeenkomsten gesloten met de bank. Rabobank heeft meermaals het opslagtarief gewijzigd onder de maten, echtgenotes en de maatschap gesloten kredietovereenkomst. De bank heeft deze bevoegdheid gebaseerd op de kredietovereenkomsten die zijn gesloten.

In 2012 is een Roll-Over lening van 3.000.000 euro afgesloten, om het bestaande RC-krediet te herfinancieren. Er is een rente overeengekomen ter hoogte van 1-maands Eurobor verhoogd met een drie jaar vaste opslag van 2,81%. In die overeenkomst is afgesproken dat de bank na het aflopen van de Roll-over periode de rente en de basiscomponent opnieuw kan vaststellen.

De bank heeft in 2015 laten weten dat de periode voor vaste opslag op 30 september 2015 afloopt en heeft een nieuw voorstel gedaan. Er wordt gekozen voor een het 3-maands Euribortarief verhoogd met een drie jaar vaste opslag van 2,81%. Dit voorstel is niet door de echtgenotes ondertekend. De bank heeft in 2016 laten weten de opslag met ingang van 28 juli 2016 te verhogen.

De maten stellen dat de wijzigingen in strijd zijn met de zorgplicht van de bank, nu het zou gaan om een oneerlijk beding dat naar maatstaven van de redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Ze hebben besloten het beding te vernietigen op grond van artikel 1:89 BW. Zij vorderen een terugbetaling voor hetgeen teveel is betaald. De bank wordt aansprakelijk gesteld voor alle kosten.

Vordering

De maten vorderen dat wordt geoordeeld dat de wijziging van het Euribortarief en opslagverhogingen in strijd zijn met de Algemene Bankvoorwaarden. Het wijzigingsbeding zou onredelijk bezwarend zijn. Een beroep op het beding is onaanvaardbaar dan wel vernietigbaar. De maten stellen dat de bank niet heeft voldaan aan de zorgplicht.

Oordeel

Of sprake is van een zorgplichtschending moet worden beoordeeld aan de hand van alle omstandigheden van het geval. De verschafte financieringen zijn geen ingewikkelde of risicovolle producten. De maten hebben uit hoofde van hun eigen onderneming ervaring met financieren en diverse soorten rente.

Uit de kredietovereenkomsten blijkt dat de bank de bevoegdheid heeft om de opslag te wijzigen. Dit beding moet kenbaar zijn geweest. Niet is gebleken dat de kenmerken en risico’s van de financiering onduidelijk waren of dat sprake was van ongeschikte producten. Ook hadden de maten de mogelijkheid het krediet om te zetten naar een andere financiering of bij een andere bank de herfinanciering te realiseren.

In dit geval kan niet gesproken worden van een consumentenovereenkomst, nu meerdere financieringen werden gesloten ten behoeve van bedrijfsactiviteiten. Er kan geen beroep worden gedaan op de Richtlijn oneerlijke bedingen, nu alleen consumenten zich hierop kunnen beroepen.

De rechtbank heeft beoordeeld of gesproken kan worden van een onredelijk bezwarend wijzigingsbeding volgens art. 6:223 onder a BW. Een wijzigingsbeding is een niet ongebruikelijk beding. De maten hadden de mogelijkheid om de financiering om te zetten en of te beëindigen.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Financieel Recht Advocaten

Heeft de bank uw rente ook eenzijdig gewijzigd en vraagt u zich af of dat zomaar kan? Neem dan hier contact met ons op. Wij beantwoorden uw vragen graag.

Fabienne de Jong

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant