Uitspraak: Adviseur schendt zorgplicht door niet te wijzen op het vervallen van de verzekeringsdekking en moet schade vergoeden

Mevrouw P is van plan een nieuwe woning te kopen. Om zijn financieringsmogelijkheden te onderzoeken heeft hij zicht tot PR4 Financiële Diensten B.V. (hierna: “PR4”) gewend voor advies en bemiddeling. Uiteindelijk heeft meneer A in maart 2007 een woonlastenverzekering afgesloten bij BNP Paribas Cardif. Deze verzekering is afgesloten met tussenkomst van PR4 en de Algemene verzekeringsvoorwaarden zijn van toepassing op deze verzekering.

In mei 2010 heeft mevrouw P haar woning verkocht waarnaar zij in 2011 opnieuw contact heeft opgenomen met PR4 voor advies en bemiddeling bij het oversluiten van haar bestaande hypothecaire geldlening. Na dit advies en bemiddeling van PR4 heeft mevrouw P samen met haar partner een hypothecaire geldlening van € 260.350,- afgesloten bij ING Bank N.V. ter financiering van een nieuwe woning.

Consument gaat uit dienst en begint haar eigen bedrijf als ZZP’er

Enkele jaren later is mevrouw P uit dienst gegaan bij haar werkgever en is zij als ZZP’er werkzaam bij de overheid. Ze heeft vervolgens een email aan PR4 verstuurd met daarin de vraag welke verzekeringen nodig zijn als ZZP’er. Mevrouw P heeft in haar mail aangegeven dat het met name ging om het regelen van pensioen en een arbeidsongeschiktheidsverzekering. In juni 2014 heeft PR4 gereageerd op de email en een aantal verzekeringen toegelicht. Mevrouw P heeft niet op deze email gereageerd.

In september 2014 is een adviseur van PR4 bij mevrouw P langs geweest om de lopende zaken te bespreken. De partner van mevrouw P is werkloos geworden en daarom heeft mevrouw P aangegeven dat zij de leningen versnelt wilt gaan inlossen. Daarnaast heeft ze aangegeven dat het risico te laag is om al verzekeringen af te sluiten voor haar ZZP baan bij de overheid. De adviseur van PR4 heeft mevrouw P gewezen op de risico’s die ze loopt als zelfstandige.

Consument dient klacht in tegen adviseur wegens schending van haar zorgplicht

Mevrouw P heeft in 2017 verzocht de woonlastenverzekering te beëindigen en ze heeft vervolgens een aantal vragen gesteld aan PR4. Zij had namelijk in 2010 geen woning meer en was vanaf 2014 ZZP’er. De verzekering zou geen dekking bieden indien mevrouw P werkzaam was als ZZP’er. Volgens PR4 had mevrouw P dit zelf moeten melden bij PR4. Omdat mevrouw P het niet eens was met de antwoorden van PR4 heeft zij eerst een klacht ingediend bij PR4. Dit heeft niet tot een oplossing geleid waarnaar mevrouw P een klacht heeft ingediend bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening.

Mevrouw P vordert vergoeding van de onterecht betaalde premie voor de woonlastenverzekering vanaf mei 2010 tot en met januari 2017. Dit bedraagt in totaal € 2.140,-. Volgens mevrouw P heeft PR4 niet gehandeld zoals van een redelijk handelend en redelijk bekwaam adviseur mag worden verwacht. Bij de verkoop van de woning door mevrouw P had PR4 de woonlastenverzekering moeten beëindigen. Nu dit niet is gebeurt heeft mevrouw P vanaf mei 2010 tot en met januari 2017 onterecht premie betaald terwijl er geen risico en dekking was. Daarnaast bood de verzekering zeker geen dekking meer toen mevrouw P als ZZP’er werkzaam was. Volgens PR4 kon de woonlastenverzekering ook voor een ander huis gebruikt worden. Dit blijkt ook niet het geval te zijn nu de partner van mevrouw P eigenaar is van de woning.

Commissie: adviseur diende consument te informeren en handelt in strijd met haar zorgplicht

Volgens de Commissie diende PR4 mevrouw P te informeren over het feit dat er geen dekking meer was onder de woonlastenverzekering nu mevrouw P vanaf het moment van verkoop geen huur of hypotheek verplichtingen meer had. PR4 was namelijk op de hoogte van de inhoud van de verzekering en van het feit dat de woning was verkocht. Omdat PR4 dit heeft nagelaten moet worden aangenomen dat PR4 heeft gehandeld in strijd met de op haar rustende zorgplicht, aldus de Commissie.

Wat betreft de hoogte van de door mevrouw P geleden schade dient er rekening gehouden te worden met de hypothecaire geldlening die in juli 2011 is afgesloten. De woonlastenverzekering gaf hier volgens de Commissie ook dekking voor. De betaalde premie kan vanaf dit moment dan ook niet meer als schade worden aangemerkt.

De woonlastenverzekering gaf echter geen dekking meer op het moment dat mevrouw P werkzaam was als ZZP’er. De Commissie oordeelt dat het bij PR4 wel degelijk bekend was dat mevrouw P werkzaam was als ZZP’er en diende haar dan ook te wijzen op het feit dat er door deze omstandigheid geen dekking meer was. Nu PR4 ook dit heeft nagelaten is ook hier niet gehandeld zoals van een redelijk handelend en redelijk bekwaam adviseur mag worden verwacht.

Consument aansprakelijk voor 50% van de geleden schade door eigen schuld

RP4 is op grond hiervan aansprakelijk voor de schade die mevrouw P na mei 2014 heeft geleden. RP4 voert hier als verweer dat deze schade ook deels de eigen schuld is van mevrouw P nu zij door middel van de maandelijkse afschrijvingen had kunnen en moeten weten dat de woonlastenverzekering nog liep. De Commissie is het eens met dit verweer en oordeelt dat mevrouw P voor 50% aansprakelijk is voor de premie die is betaald tussen oktober 2014 en januari 2017.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Financieel recht advocaten

Heeft u ook een geschil met uw verzekeraar of adviseur over uw verzekering? Of heeft u het idee dat de verzekeraar of tussenpersoon haar zorgplicht op andere wijze heeft geschonden? Neem dan hier vrijblijvend contact op met een van onze advocaten. Ons kantoor heeft ruime ervaring met het procederen tegen verzekeraars, banken, tussenpersonen, financieel adviseurs, hypotheekadviseurs, beleggingsadviseurs alsmede vermogensbeheerders.

Zie ook vergelijkbare uitspraken:

Lenie Spoor

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op
Fabienne de Jong

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant