Een onbekend persoon heeft op 11 april 2019 een hand- of fosforgranaat bij een autobedrijf naar binnen gegooid. Dit leidde tot een ontploffing met brand tot gevolg. De eigenaar heeft de schade van ongeveer 124.000 euro bij ASR gemeld. ASR heeft in september een deel van de schade aan de eigenaar uitgekeerd. Een aantal weken na de uitkering heeft ASR een opzeggingsbrief aan de eigenaar gestuurd. De brandverzekering zou per 4 december worden beëindigd. De beëindiging houdt verband met de bij de schadebehandeling geconstateerde bevindingen.
De eigenaar heeft bezwaar gemaakt, maar ASR heeft laten weten niet van plan te zijn de verzekering door te laten lopen. Wel is de datum van beëindiging verschoven naar 1 januari 2020. De eigenaar besloot een andere verzekeraar te zoeken, maar kon niet bij de Vereende terecht. Het bedrijf heeft op enig moment geen brandverzekering.
Geschil
De eigenaar besluit een kort geding te starten. In het geding voert de eigenaar aan dat in de voorwaarden van ASR staat dat een verzekering kan worden beëindigd in geval “de soort schade of de oorzaak van de schade opvalt”. Pas nadat de eigenaar bezwaar had gemaakt tegen de opzegging werd bekend wat de oorzaak van opzegging was, namelijk: “Het ontstaan van brand door een explosief die wel of niet bewust voor verzekerde is bestemd is, is voor ons een reden om de verzekering niet te willen handhaven. Dit risico wensen wij niet verzekeren.” De eigenaar is het niet eens met de motivatie van ASR. In kort geding vordert de eigenaar dat ASR de verzekering hervat.
ASR heeft zich verweerd met de stelling dat sprake was van opvallende schade. Een brand ontstaan door een granaat doet vermoeden dat sprake is van betrokkenheid bij het criminele milieu. Daarbij stelt ASR dat het bedrijf eerder al op last van de burgemeester moest worden gesloten. Bij een inval werden ook al nepkleding, gestolen auto-onderdelen, valse kentekenplaten en drugs gevonden. Eveneens waren diverse vergunning niet in orde. Bij een ander autobedrijf werd een week later een handgranaat gevonden. De RvS had beoordeeld dat de bedrijfssluiting gerechtvaardigd was. Volgens ASR waren dit voldoende aanknopingspunten om de brandverzekering te beëindigen.
Beoordeling
De voorzieningenrechter buigt zich over de vraag of ASR voldoende terughoudend is geweest bij de beoordeling of de brandverzekering al dan niet moest worden beëindigd. Daarbij moeten de omstandigheden zo ernstig zijn dat deze rechtvaardigen dat van de verzekeraar niet meer gevergd kan worden de verzekering voort te zetten. Deze omstandigheden moeten door ASR worden vermeld bij de beëindiging. ASR is hierin tekort geschoten. Pas bij het bezwaar is gebleken welke omstandigheden een (doorslaggevende) rol hebben gespeeld in het besluit tot beëindigen. ASR is te laat, omdat direct bij beëindiging een mededeling van de reden had moeten worden gedaan. Hierdoor is de opzegging onvoldoende gemotiveerd.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat ASR de brandverzekering onrechtmatig heeft beëindigd. Ondanks dat het bedrijf in verband wordt gebracht met criminele handelingen en het bedrijf door de burgemeester voor een jaar is gesloten, mocht de verzekering niet worden beëindigd, omdat het stopzetten van de polis onvoldoende is gemotiveerd. De voorzieningenrechter heeft besloten dat de verzekering met terugwerkende kracht moet worden hervat.
Klik hier voor de volledige uitspraak.
Financieel Recht Advocaten
Heeft u ook een geschil met of een klacht over uw verzekeraar? Wordt de uitkering op uw verzekering ten onrechte ingehouden? Neem dan gerust contact met ons op. Wij behandelen geen zaken op basis van door de overheid gefinancierde rechtsbijstand (toevoegingsbasis, zie: www.rvr.org).
Wij staan voor u klaar
- Tegen financiële dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant