Verzekerde sluit in 1990 een beleggingsverzekering af bij Vie d’Or. De verzekering heeft een einddatum van 1 december 2017. Er wordt voor deze verzekering belegd in het Garantiefonds dat een rendement van 4% garandeert. In 1994 wordt de portefeuille van Vie d’Or overgenomen door Twenteleven. Twenteleven wordt later onderdeel van Achmea. In 2014 wordt de polis van de beleggingsverzekering voortgezet als het Avéro Premie BeleggingsPlan. Naar aanleiding van de nieuwe polis bericht de verzekerde dat de voorwaarden van de oude polis, voor zover die gunstiger zijn, van toepassing moeten blijven. In reactie daarop ontvangt de verzekerde een brief van Achmea met de garantie dat er niets veranderd aan zijn rechten en plichten. Daarnaast stelt Achmea dat de verzekerde uiterlijk tot 80-jarige leeftijd kan verlengen. De verzekerde geeft in 2017 aan dat hij de verzekering wil verlengen. Achmea stelt dat hij niet langer in het Garantiefonds kan beleggen. De verzekerde moet voor een van de Achmea mixfondsen kiezen.
Achmea: Verlenging is een mogelijkheid, geen recht
In een kortgeding eist de verzekerde dat zijn beleggingsverzekering onder dezelfde voorwaarden wordt verlengd. Dit wordt op 17 november 2017 door de rechter afgewezen. Omdat de verzekerde voor 1 december 2017 niet laat weten in welk Achmea mixfonds hij wil beleggen, keert Achmea het vermogen van de verzekerde uit.
In de productvoorwaarde van de beleggingsverzekering staat onder het kopje “Wat mag u misschien?” dat de verzekerde mogelijk de einddatum van de verzekering kan opschuiven. De verzekerde stelt dat de productvoorwaarde zo gelezen moeten worden dat de einddatum onder volledig gelijkblijvende condities kan worden verlengd. Bij de rechtbank Gelderland eist de verzekerde dat de polis wordt verlegd tot 2036 met daarop de 4% garantie. Achmea stelt zich op het standpunt dat de verlenging alleen onder bepaalde voorwaarden kan worden toegewezen. Achmea is van mening dat dit een mogelijkheid is en geen recht.
Rechter: Verschillende opvattingen mogelijk
De rechter stelt dat de voorwaarden op verschillende manieren opgevat kan worden. Zowel de opvatting van Achmea als de opvatting van de verzekerde is gerechtvaardigd volgens de rechter.
De rechter oordeelt dat Achmea tekort is geschoten in de nakoming van de verzekeringsovereenkomst. Echter betekend dit niet dat de verzekerde zijn gevorderde verlenging krijgt toegewezen. Achmea stelt dat zij het vermogen van de klant, dat reeds is uitgekeerd, niet zomaar kan terugplaatsen in het Garantiefonds. Dit zou in strijd met de wet zijn omdat Achmea een closed-bookadministratie voert. De rechter vindt dit voldoende onderbouwing. De verzekerde heeft echter wel schade geleden. De hoogte van deze schadevergoeding wordt in een aparte procedure vastgesteld.
Klik hier voor de volledige uitspraak
Financieel Recht Advocaten
Heeft u ook een geschil met uw verzekeraar of adviseur of uw verzekering? Neem dan hier vrijblijvend contact op met een van onze advocaten. Ons kantoor heeft ruime ervaring met het procederen tegen verzekeraars, banken, tussenpersonen, financieel adviseurs, hypotheekadviseurs, beleggingsadviseurs alsmede vermogensbeheerders.
Zie ook vergelijkbare uitspraken:
Wij staan voor u klaar
- Tegen financiële dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant