Eiser heeft zijn personenauto voor schade verzekerd. Omstreeks 6 februari 2017 is bij een aanrijding met een ander voertuig schade aan de linkerzijde van de auto ontstaan. Een schade-expert heeft de schade begroot op 1.187,75 euro. Daarbij zijn foto’s gemaakt van de schade. De schade wordt vergoed door de verzekeraar.
Eind juli 2017 is, nadat een motorrijder tegen de auto van eiser was gereden, opnieuw schade ontstaan aan de linkerachterzijde van de auto. De motorrijder is doorgereden na het ongeluk, eiser heeft aangifte gedaan. Eiser meldt ook deze schade bij de verzekeraar.
Een andere schade-expert stelt, via vergelijking van de eerdere foto’s, vast dat de schade aan de achterzijde van de eerste aanrijding niet was hersteld.
Op 7 december 2017 ontvangt eiser een brief van de verzekeraar, waarin staat dat is gebleken dat eiser de eerste schade niet heeft laten herstellen en de verzekeraar dit ziet als misleiding. Zij stellen daarnaast dat eiser het tegendeel dient aan te tonen als de bevindingen van de schade-expert niet zouden kloppen.
Hierop volgen verschillende mails tussen eiser en de verzekeraar. De verzekeraar besluit melding van eiser te maken in het register van CIS. Zij stellen dat de schade-expert de auto na het tweede ongeluk fysiek heeft onderzocht en blijft bij haar standpunt dat de auto de eerste keer niet is gerepareerd. Bij deze reparatie had de bumper van de auto al volledig vervangen moeten zijn volgens de verzekeraar. Eiser is het hier niet mee eens, hij zegt de auto de eerste keer ook naar de garage gebracht te hebben. Deze is toen ook gerepareerd, maar hij is het bonnetje van die reparatie verloren.
Wanneer eiser een nieuwe auto koopt en deze probeert te verzekeren, kan dit niet door de registratie. Hij neemt een advocaat in de arm. Deze advocaat heeft de verzekeraar gesommeerd de registratie te verwijderen en een verklaring gemaild van de betreffende garage, waarin deze verklaard beide schades te hebben hersteld. De verzekeraar stelt deze verklaring in twijfel te trekken en concludeert dat de schade van het eerste ongeval nog aanwezig was ten tijde van het tweede ongeval. Daarnaast geeft de verzekeraar toe het voertuig niet fysiek te hebben geïnspecteerd, omdat deze al hersteld was.
Eiser vordert de verzekeraar te veroordelen tot verwijdering van de registratie. Hij stelt dat er geen sprake is van fraude of van een poging daartoe.
De voorzieningenrechter stelt gelet op de verstrekkende gevolgen van registratie voor betrokkene voorop, dat hoge eisen moeten worden gesteld aan de gronden van registratie. Zo moeten de feiten in voldoende mate vaststaan. De gedraging moeten dus een zwaardere verdenking opleveren dan alleen een redelijk vermoeden van schuld.
De redenering van de verzekeraar zou volgens de voorzieningenrechter opgaan als eiser de eerste keer in het geheel niets had laten herstellen. De voorzieningenrechter kijkt hierbij naar de verklaringen van eiser en de garage. Zij verklaren allebei dat er weldegelijk herstel van de schade heeft plaatsgevonden. Het enkele feit dat eiser geen bonnetje kan overleggen, is volgens de voorzieningenrechter onvoldoende grond voor het ernstige verwijt dat de verzekeraar maakt.
De voorzieningenrechter veroordeelt de verzekeraar om de registratie van de persoonsgegevens te doen verwijderen.
Lees hier de hele uitspraak
Financieel Recht Advocaten
Heeft u ook een geschil met uw verzekeraar of adviseur over uw verzekering? Of heeft u het idee dat de verzekeraar of tussenpersoon haar zorgplicht op andere wijze heeft geschonden? Neem dan vrijblijvend contact op met een van onze advocaten. Ons kantoor heeft ruime ervaring met het procederen tegen verzekeraars, banken, tussenpersonen, financieel adviseurs, hypotheekadviseurs, beleggingsadviseurs alsmede vermogensbeheerders.
Wij staan voor u klaar
- Tegen financiële dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant