Appellant heeft een aanvraagformulier ‘Pensioen aanvulling inleg’ (hierna: pensioenspaarregeling) ondertekend. In dit formulier staat dat de verkoop met advies plaatsvindt.
Appellant maakt op 13 november 2012 en op 6 januari 2012 iedere keer een bedrag van € 10.000 over naar de overboekingsrekening. Bij brief van 2 oktober 2017 geeft ABN AMRO aan dat het opgebouwde spaartegoed € 21.492,91 bedraagt en het verwachte saldo op AOW leeftijd € 22.074,09. Ook schrijft ABN AMRO dat appellant met dit kapitaal een ABN AMRO Lijfrente kan aankopen.
Appellant vindt dat ABN Amro zijn zorgplicht heeft geschonden omdat de bank een onjuist financieel advies aan hem heeft verstrekt. Gezien het leeftijdsverschil van appellant en zijn partner krijgen zij over iets meer dan twee jaar slechts één AOW-uitkering. Hiervoor is een aanvulling AOW beschikbaar in de vorm van een AIO-uitkering (Aanvullende inkomensvoorziening ouderen). Appellant en zijn partner gaan ongeveer 100 euro uit de lijfrente ontvangen. Alleen wordt de AIO-uitkering dienovereenkomstig verlaagd. Hierdoor is het netto resultaat nul en levert de pensioenspaarregeling dus niets op.
ABN Amro ontkent dat er advies is gegeven. Volgens de bank heeft er slechts een gesprek plaatsgevonden waarbij in algemene termen is gesproken over de mogelijkheden van pensioenaanvulling, waarbij de werking van bepaalde producten is toegelicht.
De kantonrechter oordeelt dat ABN Amro niet aan haar zorgplicht heeft voldaan en veroordeelt ABN Amro een schade van 472 euro te vergoeden. Appellant gaat in hoger beroep, hij vindt de begrote schade te laag.
De beoordeling in hoger beroep
Het hof is, anders dan de rechtbank, van mening dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is geweest van een adviesrelatie met ABN Amro. Er is geen adviesrapport of financieel plan opgesteld door ABN Amro en aan appellant zijn geen kosten of provisie in rekening gebracht. Appellant heeft een opstelling met drie berekening overlegd, maar ABN Amro ontkent dat de berekening van haar afkomstig is. De berekening oogt niet professioneel, de opstelling is niet opgemaakt op briefpapier van ABN Amro en is rekenkundig onjuist. Een advies valt hier overigens ook moeilijk in te lezen, omdat slechts drie berekeningen worden gegeven, zonder dat daarin een keuze wordt gemaakt.
Voor zover in het bewijsaanbod al besloten ligt dat sprake is geweest van een adviesgesprek, gaat het hof daaraan voorbij omdat appellant onvoldoende heeft gesteld welk (onjuist) advies ABN Amro hem heeft verstrekt.
Verder concludeert het hof dat de pensioenspaarregeling passend was. Op een fiscaal gunstige wijze kon een oudedagslijfrente worden verworven. Indien appellant niet was overgegaan tot het afkopen van de pensioenspaarregeling, had appellant van het gespaarde bedrag een lijfrente kunnen aanschaffen die hem een maandelijkse uitkering had gegeven. Zijn inkomen na pensionering zou daarmee zijn verhoogd. De zorgplicht van ABN Amro strekt bovendien niet zover dat zij appellant in 2012 had moeten wijzen op voorzieningen waarop appellant bij het bereiken van de pensioenleeftijd in 2019 mogelijk een beroep zou kunnen doen indien hij zijn inkomsten onder een sociaal minimum zou houden.
Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter en wijst de vorderingen van appellant af, met veroordeling van appellant in de kosten.
Lees hier de hele uitspraak.
Financieel Recht Advocaten
Heeft u het vermoeden dat u schade heeft geleden als gevolg van slecht advies van uw hypotheekadviseur en/of bank? Neem dan hier vrijblijvend contact op met een van onze advocaten. Ons kantoor heeft ruime ervaring met het procederen tegen banken, tussenpersonen, financieel adviseurs, hypotheekadviseurs, beleggingsadviseurs alsmede vermogensbeheerders.
Wij staan voor u klaar
- Tegen financiële dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant