Bij een onderhandse akte met als kop: ‘schuldbekentenis van hoofdelijke schuldenaren’ hebben beide gedaagden verklaard dat zij een hoofdsom van Afl. 14.500,00 verschuldigd zijn aan een VBA wegens verbruikleen. Gedaagden hebben zich in de akte verbonden tot terugbetaling van de hoofdsom en de overeengekomen rente.
De vordering
De VBA vordert dat het gerecht oordeelt dat gedaagden de lening af moeten betalen. Aan deze vordering legt de VBA ten grondslag dat gedaagden tekort zijn geschoten in de nakoming van hun verplichtingen om de maandelijkse aflossingstermijnen te voldoen.
Verweer
Gedaagden erkennen dat zij hun aflossingsverplichting niet volledig zijn nagekomen en dat de achterstand het door de VBA gestelde bedrag betreft. Gedaagde 2 heeft aangevoerd dat de hoofdsom als lening ter beschikking is gesteld waarbij gedaagde 2 alleen als borg optrad voor de geldlening van gedaagde 1.
De beoordeling
Het verweer van gedaagde 2 kan volgens de rechter er niet toe leiden dat de vordering van de VBA niet kan worden toegewezen. De VBA is er niet in geslaagd het gevorderde bedrag te ontvangen, waardoor gedaagde 2 op grond van de door haar ondertekende onderhandse akte naast gedaagde 1 gebonden tot terugbetaling van de verplichtingen uit hoofde van de geldlening.
Dit leidt ertoe dat beide gedaagden zullen worden veroordeeld tot betaling van de hoofdsom. De vordering wordt toegewezen.
Lees hier de hele uitspraak.
Financieel Recht Advocaten
Heeft u vragen hierover? Neem dan vrijblijvend contact op met een van onze advocaten!
Wij staan voor u klaar
- Tegen financiële dienstverleners
- 10+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant