Uitspraak: Bank op de vingers getikt na registratie in frauderegisters

In deze zaak beschuldigd de bank de consumenten van frauderen ondanks dit niet te kunnen bewijzen. Na ingrijpende maatregelen van de bank dienen de consumenten een klacht in en wordt de bank op de vingers getikt.

Achtergrond van de zaak

De consumenten hielden sinds 2015 een betaalrekening en spaarrekening bij de Rabobank en een zakelijke rekening voor hun V.O.F. In augustus 2021 vroegen zij een zakelijke financiering aan voor deze V.O.F, dit verzoek werd afgewezen omdat het bedrijf niet voldeed aan de eisen; de V.O.F. was nog geen drie jaar operationeel. In september werden er plannen gemaakt voor een nieuwe onderneming met heer [X]. Consument 1 tekende op 25 november een arbeidsovereenkomst bij [naam B.V.] met een maandsalaris van €8.750,-. Op 6 december werd [naam b.v.] popgericht met de consumenten en [X] als oprichters.

Twee weken later werden de aandelen van de consumenten overgedragen aan [X]. Eind 2021 vroegen de consumenten een financiering aan voor een woning, ondersteund door verschillende documenten zoals een werkgeversverklaring met een jaarinkomen van €113.400,-. De bank stelde enkele aanvullende vragen en ontving hier de toelichtingen van, waarna de bank de aanvraag goedkeurde. Na intern onderzoek van de bank vanwege vermoedens van fraude, werd aangifte gedaan tegen de consumenten en [X] en registreerde de bank hun gegevens in verschillende frauderegisters. Zij werden beschuldigd van valsheid in geschrifte. De consumenten maakten hier bezwaar tegen, de bank handhaafde haar besluit en beëindigde de relatie.

De klacht en vordering

De consumenten willen hun registraties verwijderd hebben uit de registers en eisen herstel van de bankrelatie. Ook willen zij compensatie voor hun investering van €500.000,- en vergoeding van de kosten. De bank stelt dat de klacht alleen door consument 1 is ingediend en de vordering van €500.000,- niet eerder in de interne klachtprocedure is genoemd. De bank beweert dat er sprake was van een fictief dienstverband om financieringen te verkrijgen. Hierbij wijst zijn op de inconsistente tijdlijn en het ontbreken van een structureel inkomen. De verklaringen van de consumenten ziet de bank als onduidelijk.

De beoordeling

De commissie oordeelt dat het wel het geval is dat de klacht beide consumenten omvat, gezien hun gedeeld belang. Verder stelt de commissie dat ondanks het punt van de bank over de afwezigheid van de vordering in hun interne procedures, deze toch behandeld dient te worden. De commissie concludeert dat de bank onterecht de gegevens van de consumenten heeft opgenomen in de interne en externe registers.

Deze registraties zijn niet onderbouwd door de bank en zij heeft niet aan kunnen tonen dat de consumenten schuldig zijn geweest aan strafbare feiten als hypotheekfraude of valsheid in geschrifte. Daarnaast stelt de commissie dat de opzegging van de lening door de bank onterecht was gezien de voldane betalingsverplichtingen. De gevolgen van het besluit van de bank zijn onredelijk en onaanvaardbaar. De bank moet binnen vier weken de kosten van de consumenten vergoeden, de registraties verwijderen en de opzegging van de hypothecaire lening stopzetten.

Financieel recht advocaten

Heeft u ook een geschil met uw bank? Neem dan contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten.

Neslihan Karacaoglan

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant