A BV houdt zich bezig met de handel in granen. Sinds 2015 houdt zij een bankrekening aan bij de bank. X en Y zijn uiteindelijk belanghebbenden (UBO’s) van A BV.
Na het eerste jaar zijn de omzetten van het bedrijf enorm toegenomen. De bank vindt het ongebruikelijk dat een bedrijf uit Suriname bijna 2,5 miljoen naar A BV. boekt, waarvan de meeste gelden weer worden door geboekt naar de rekening van Y in de VS en naar entiteiten (waar weinig tot niets over te vinden is) in landen als Panama, Guyana, de VS (Florida) en Trinidad.
Omdat A BV vervolgens niet het benodigde inzicht heeft kunnen verschaffen aan de bank hebben zij op 12 juli 2019 de bankrelatie met A BV en X en Y opgezegd.
De beoordeling
X en Y vorderen ING te bevelen de bankrelatie met hen te continueren. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen afgewezen.
Ook het hof wijst de vorderingen af. Volgens het hof is het niet aannemelijk dat de bodemrechter zal oordelen dat de opzegging van de bankrelatie met X en Y, in aanmerking genomen de zorgplicht van de bank op grond van artikel 2 lid 1 ABV, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
X en Y hebben volgens het hof onvoldoende kunnen aantonen hoe de transactie tot stand zijn gekomen en waar zij op zijn gebaseerd. X en Y hebben enkel concepten (zoals offerte en proforma invoices) aangeleverd, maar er is geen bewijs dat er daadwerkelijk is betaald. Daarnaast worden een aantal betalingen ook niet verklaard, dan wel zijn die verklaringen voor het gerechtshof onnavolgbaar.
De beslissing
Het hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep.
Lees hier de hele uitspraak.
Financieel Recht Advocaten
Heeft uw bank ook de bankrelatie opgezegd? Kom dan in actie! neem hier vrijblijvend contact op met een van onze advocaten! Ons kantoor heeft ruime ervaring met het procederen tegen banken, tussenpersonen, financieel adviseurs, hypotheekadviseurs, beleggingsadviseurs alsmede vermogensbeheerders.
Wij staan voor u klaar
- Tegen financiële dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant