Uitspraak: De voorzieningenrechter veroordeelt Van Lanschot de bankrelatie te continueren

Eiseres 1 is sinds 1996 enig bestuurder van Sint Joris, dat handelt in eigen onroerend goed, en aan- en verkoop daarvan. Na 2008 zijn een aantal vennootschappen van eiseres 1 failliet gegaan, in 2014 ging ook eiseres 1 in privé failliet. Eind 2019 is dat faillissement opgeheven.

In juli 2016 heeft Van Lanschot aan Sint Joris medegedeeld de bankrelatie te willen opzeggen. Sint Joris heeft hiertegen geprotesteerd. Na twee afwijzingen van Rabobank en ING aan Van Lanschot gestuurd te hebben, heeft Sint Joris bericht gekregen van Van Lanschot dat zij toch besloten hebben de bankrelatie voort te zetten.

Vanaf medio 2019 heeft overleg plaatsgevonden tussen Van Lanschot en Sint Joris. Van Lanschot heeft hierin om opheldering gevraagd van door Diman B.V. aan Sint Joris betaalde hoge bedragen.

Op 30 januari 2020 heeft eiseres 1 aan Van Lanschot een Overeenkomst van Winstdeling tussen Diman en Sint Joris toegezonden. Op 24 februari 2020 heeft eiseres in een e-mail de relatie met en de betalingen van Diman B.V. aan Sint Joris verder toegelicht.

Bij brief van 20 mei 2020 heeft Van Lanschot aan Sint Joris laten weten de bankrelatie weer te willen opzeggen. Van Lanschot acht de beloningen van Diman B.V. aan Sint Joris dusdanig hoog dat deze volgens Van Lanschot niet in verhouding kunnen staan tot de door Sint Joris geleverde diensten. Aan Sint Joris wordt een termijn van drie maanden gegeven om een andere bank te zoeken.

Het geschil

Sint Joris vordert veroordeling Van Lanschot om de bankrelatie met Sint Joris voort te zetten, met dien verstande dat Sint Joris de bankrekening kan blijven gebruiken, zolang het saldo daarop toereikend is. Sint Joris heeft daartoe, kort samengevat, het volgende gesteld. Van Lanschot heeft geen deugdelijke grond de overeenkomst op te zeggen, wat voor een rechtmatige beëindiging van een duurovereenkomst als deze wel is vereist. Beëindiging van de overeenkomst is in strijd met de zorgplicht van Van Lanschot en naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Sint Joris heeft een groot en spoedeisend belang bij behoud van de betaalrekening, aangezien zij zonder geen zaken kan doen, terwijl van een reëel (reputatie)risico voor Van Lanschot of van strijd met wet- en regelgeving geen sprake is. Ook een belangenafweging dient dus in het voordeel van Sint Joris uit te vallen.

De beoordeling

De voorzieningenrechter stelt dat Sint Joris een spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorzieningen. Sint Joris heeft volgens de voorzieningenrechter aangetoond dat het beschikken over een bankrekening voor haar zakelijke activiteiten onmisbaar is en dat zij daarvoor niet bij een vergelijkbare bank terecht kan, gezien de afgewezen aanvragen bij Rabobank en ING.

De vragen die hier centraal staan zijn of Van Lanschot een gegronde reden voor de beëindiging heeft, dan wel of deze naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.

Van Lanschot stelt de overeenkomst te hebben opgezegd op grond van artikel 5 lid 3 Wwft. Zij heeft zich daarbij in de eerste plaats beroepen op de hoge bedragen die Sint Joris heeft ontvangen van Diman BV. Volgens de voorzieningenrechter is dit onvoldoende om aan te nemen dat sprake is van een risico van witwassen of van transacties die om andere redenen niet in de haak zouden zijn. Sint Joris heeft namelijk tekst en uitleg gegeven bij de transacties.

Inmiddels heeft Van Lanschot een aantal andere punten dan het bovenstaande aangekaart die Sint Joris volgens haar in dubieus daglicht plaatsen, waaronder de reputatie van eiseres 1, aan Sint Joris verstrekte leningen, en een aantal overmakingen van Sint Joris aan Gassan Diamonds. Zij heeft deze zaken echter niet eerder aan de orde gesteld. Anders dan Van Lanschot stelt, zijn deze punten van onvoldoende gewicht om in de gegeven omstandigheden definitieve beëindiging van de bankrelatie te rechtvaardigen, zo stelt de voorzieningenrechter.

Al met al wordt geoordeeld dat Van Lanschot bij de huidige stand van zaken onvoldoende valide gronden heeft om de bankrekening op te zeggen, zodat de beëindiging van de relatie naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Hierbij speelt een rol dat het belang van Van Lanschot bij de opzegging voorshands niet opweegt tegen het belang van Sint Joris bij voortzetting van de bankrekening, omdat aannemelijk is dat er weinig alternatieven voor haar beschikbaar zijn.

Mocht Sint Joris op nader gestelde vragen geen bevredigende antwoorden geven en/of komen bij nader onderzoek zaken aan het licht waardoor Van Lanschot niet aan haar verplichtingen op grond van de Wwft kan voldoen, dan zou dat kunnen leiden tot een andere beslissing. Vooralsnog is niet gebleken dat het verrichten van nader onderzoek niet mogelijk zou zijn en Sint Joris heeft zich bereid verklaard daaraan mee te werken.

Lees hier de hele uitspraak.

Financieel Recht Advocaten

Heeft u het vermoeden dat u schade heeft geleden als gevolg van slecht advies van uw hypotheekadviseur en/of bank? Neem dan hier vrijblijvend contact op met een van onze advocaten. Ons kantoor heeft ruime ervaring met het procederen tegen banken, tussenpersonen, financieel adviseurs, hypotheekadviseurs, beleggingsadviseurs alsmede vermogensbeheerders.

Lenie Spoor

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant