Recentelijk heeft de Rechtbank Oost-Brabant een uitspraak gedaan in een opmerkelijke zaak van gewoontewitwassen en valsheid in geschrifte, waarbij een Eindhovense pandjesbaas betrokken was. Deze zaak werpt licht op het witwassen van meer dan €6,1 miljoen, bestaande uit onverklaarde contante bedragen, overboekingen uit Turkije en het investeren van crimineel verkregen geld in vastgoed.
Geldstromen in Nederland
De rechtbank paste bij het beoordelen van de geldstromen in Nederland het 6-stappenplan toe. Ondanks het ontbreken van direct bewijs voor de criminele herkomst van contante bedragen, bevestigde de rechtbank het vermoeden van witwassen op basis van witwasindicatoren. Deze indicatoren omvatten opvallende kasopstellingen, grote overboekingen uit Turkije zonder duidelijke economische rechtvaardiging, en het snel opbouwen van een aanzienlijke vastgoedportefeuille met beperkte legale inkomsten.
Contante geldstromen
De verdachte beweerde dat contante gelden afkomstig waren van privéonttrekkingen uit een coffeeshop, huurinkomsten, speculaties met Turkse lira’s en leningen van familie in Turkije. Echter, de rechtbank weerlegde deze verklaring na onderzoek van getuigenverklaringen en rechtshulpverzoeken aan Turkije. Opvallend was de inconsistente alternatieve berekening van de verdachte, wat de betrouwbaarheid ervan verminderde. De rechtbank concludeerde dat het Openbaar Ministerie met voldoende zekerheid de legale herkomst van het contante geld had weerlegd.
Overboekingen uit Turkije
De verdachte rechtvaardigde overboekingen uit Turkije met leningen van een vermogende man en bemiddeling van zijn vader. Onderzoek wees echter uit dat alle overboekingen contante stortingen in Turkije voorafgingen en dat de betrokken bankrekeningen voornamelijk werden gebruikt voor geldstromen naar de verdachte. De rechtbank concludeerde met zekerheid dat het vermoeden van witwassen gerechtvaardigd was.
Investering in vastgoed
De pandjesbaas verklaarde dat vastgoed verworven was uit huurinkomsten en leningen, maar de rechtbank vond onregelmatigheden in de leningsovereenkomsten. Het ontbreken van hypothecaire leningen voor het overgrote deel van het vastgoed versterkte het vermoeden van gewoontewitwassen.
Niet-gehoorde getuige à décharge
Het artikel benadrukt ook de rol van artikel 6, lid 3, sub d van het EVRM, waarin het recht op het ondervragen van ontlastende getuigen wordt behandeld. De rechtbank oordeelde dat voldoende compensatie was geboden voor het niet horen van een ontlastende getuige.
Financieel Recht Advocaten
Deze zaak biedt een kijkje in de complexe wereld van witwassen en vastgoedinvesteringen. Als u juridische bijstand nodig heeft in financiële zaken, staan onze ervaren advocaten van Financieel Recht Advocaten voor u klaar. Neem contact met ons op voor deskundig advies en begeleiding.
Wij staan voor u klaar
- Tegen financiële dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant