In deze zaak heeft de appellant gefraudeerd bij de aanvragen van leningen door middel van het aanleveren van valse documenten. De bank onderneemt actie en beëindigd de relatie en registreert hem in enkele waarschuwingsregisters. De appellant gaat hier tegenin.
Achtergrond van de zaak
De appellant kocht in 2019 een erfpachtrecht voor €320.000,- en vroeg hierbij een hypotheek aan van €325.000,- bij de ING. De hypotheek werd toegekend op basis van jaarrekeningen van zijn bedrijf. In april 2020 vroeg de appellant een persoonlijke lening aan, deze bedroeg €40.000,-. Ook deze werd goedgekeurd. Later startte ING een onderzoek naar fraude in de regio Den Haag en zij ontdekte dat bij de financieringsaanvragen van de appellant mogelijk valse documenten waren gebruikt.
Na contact gelegd te hebben ontkende de appellant aanvankelijk dat er iets mis zou zijn met de documenten, later gaf hij toe dat sommige jaarrekeningen niet correct waren. ING beëindigde hierna de relatie, eiste de leningen op en registreerde zijn gegevens in meerdere waarschuwingsregisters. Ook werd aangifte gedaan van fraude en waren er voornemens om de woning te veilen.
Wat is er in de rechtbank gebeurt om hier te komen?
In het kort geding eiste de appellant dat ING zijn gegevens verwijderde uit de registers, de relatie zou herstellen, de verkoop van zijn huis stopzette en tot slot dat de bank de stukken zouden overhandigen waar de beschuldigingen op werden gebaseerd. De rechter gaf de appellant uitstel tot 15 juli 2024 om alternatieve financiering te zoeken. De appellant was het hier niet mee eens en ging in hoger beroep. Nu vordert hij een verbod voor de ING om de woning te executeren en de verwijdering van zijn gegevens uit de registers. Beide onder dreiging van dwangsom in het geval van niet-nakoming
De beoordeling in hoger beroep
Het hof oordeelt dat de appellant verantwoording draagt voor het aanleveren van valse documenten, ondanks dat hij ontkende hier weet van te hebben. Bevestigd door de aanwezigheid van zijn handtekeningen en de grootte van de afwijkingen. De registratie van de appellant in het externe verwijzingsregister voor de duur van acht jaar wordt door het hof als proportioneel gezien. Hoewel de appellant hierdoor moeilijk aan financiering kan komen, is dit niet onmogelijk en het belang van de bank weegt zwaarder dan dat van de appellant. Het hof bevestigde dat de ING het recht heeft om over te gaan tot executie van de woning.
Financieel recht advocaten
Zit u in de problemen bij uw bank? Neem dan contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten. Wij werken dagelijks hard aan het verdedigen van uw rechten.
Wij staan voor u klaar
- Tegen financiële dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant