Uitspraak: Identiteitsfraude of medeplichtigheid? Overwegingen bij registratie in het EVR

Een jonge consument heeft een conflict met zijn bank over zijn registratie in het Incidentenregister en het Extern Verwijzingsregister. Volgens de bank was zijn betaalrekening betrokken bij frauduleuze activiteiten, terwijl de consument stelt dat hij slachtoffer is geworden van identiteitsfraude. Hij vraagt om verwijdering of beperking van de registraties, omdat deze disproportioneel zijn en hem beletten normaal deel te nemen aan het financiële verkeer.

De achtergrond van de zaak

De consument had sinds 2006 een betaalrekening en twee spaarrekeningen bij de bank. Op 18 december 2021 werd op zijn naam een nieuwe betaalrekening geopend. Kort daarna, op 10 januari 2022, werd geprobeerd een frauduleuze overboeking van ruim €1.000 naar deze rekening te doen. Deze transactie werd echter door het beveiligingssysteem van de bank tegengehouden. Uit camerabeelden blijkt dat een derde persoon op dezelfde dag heeft geprobeerd geld op te nemen met de betaalpas en pincode van de consument. Omdat de bank de rekening al had geblokkeerd, konden er geen bedragen worden opgenomen.

De bank stuurde brieven naar het adres van de consument om een verklaring te vragen, maar ontdekte dat hij niet woonachtig was op het opgegeven adres. Uiteindelijk informeerde de bank de consument op 1 maart 2022 over zijn registratie in het IVR en EVR vanwege betrokkenheid bij fraude. De bank beëindigde daarnaast op 9 maart 2022 de relatie met de consument. Pas in juni 2023 ontdekte de consument, samen met zijn moeder, dat een betaalrekening op zijn naam was geopend en dat deze was gebruikt bij fraude. Hierop nam hij contact op met de bank en diende hij in januari 2024 een klacht in bij Kifid.

De klacht

De consument eist dat zijn gegevens worden verwijderd uit het IVR, EVR en Incidentenregister. Als alternatief vraagt hij om beperking van de registratie tot het IVR of een kortere registratieduur in het EVR. Hij stelt dat de bank ten onrechte heeft gehandeld, omdat hij niets te maken heeft met de fraude. Volgens hem is sprake van identiteitsfraude, waarbij zijn identiteitsbewijs is misbruikt. Hij had eerder melding gemaakt van verlies van zijn identiteitsbewijs en vermoedt dat dit door fraudeurs is gebruikt. De consument vindt de registratie disproportioneel, gezien zijn jonge leeftijd en het feit dat hij mentaal lijdt onder de situatie. Hij benadrukt dat hij zijn leven niet langdurig wil laten beperken door een gebeurtenis waarvoor hij niet verantwoordelijk is.

De beoordeling

De commissie oordeelde dat de bank terecht had gehandeld door de persoonsgegevens van de consument in de registers op te nemen. Ook vond zij de duur van acht jaar proportioneel. De klacht van de consument werd ongegrond verklaard, en zijn vorderingen werden afgewezen. De commissie benadrukte wel dat de consument in de toekomst, bij veranderde omstandigheden, een heroverweging van de registratie kon aanvragen.

Financieel recht advocaten

Hebt u te maken met identiteitsfraude en is uw identiteit gestolen met oog op financiële fraude? Neem dan contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten.

Wesley van Elven

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant