Santander heeft een kredietovereenkomst gesloten met Consument in de Mediamarkt. De verkoper van de mediamarkt fungeert in deze overeenkomst als tussenpersoon. De medewerker heeft eerst aan Consument gevraagd zich te legitimeren en daarna verzocht om informatie omtrent zijn financiële situatie te geven. Consument heeft deze mondeling uitgelegd. De persoons- en financiële gegevens vormen samen de basis voor de kredietaanvraag.
Eisende partij (Santander) heeft daarna een krediettoets uitgevoerd. Daaruit bleek dat de maximale kredietruimte van Consument destijds 36.400 euro bedroeg. Nadat Consument kredietwaardig is de concept kredietovereenkomst naar de medewerker gezonden. Consument heeft deze in de winkel nog getekend.
Santander geeft aan zich gehouden te hebben aan de in 2008 bij brief van de Autoriteit Financiële Markten (hierna: AFM) verstrekte aanwijzingen aan kredietverstrekkers. Volledige verificatie van de opgevraagde gegevens is volgens de kredietverstrekker, om kleine kredieten niet onnodig duur te maken, bij kredieten onder de 5.000 euro niet nodig. Santander stelt dan ook dat bij het krediet van Consument kon worden volstaan met et de verklaring van Consument met betrekking tot zijn financiële situatie.
De vordering
Santander verzoekt de kantonrechter op zijn oordeel dat een verplichting bestond om bewijzen op te vragen voor kleine leningen terug te komen.
De beoordeling
De kantonrechter stelt voorop dat de, door Santander, overgelegde kredietwaardigheidstoets is gedateerd op 25 maart 2020. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, kan niet worden vastgesteld dat een dergelijke berekening ook daadwerkelijk voorafgaand aan de koop in 2017 is gemaakt.
De verplichting van de kredietgever om de kredietwaardigheid te toetsen strekt er toe de kredietgevers een verantwoordelijkheidsbesef bij te brengen en te voorkomen dat leningen worden verleend aan consumenten die niet kredietwaardig zijn. Uit CA vs Bakkaus Bonato (arrest van het Hof van Justitie) volgt dat de kredietverstrekker moet nagaan of de, door de kredietnemer, gegeven informatie passend en toereikend is voor het sluiten van een kredietovereenkomst. Of de informatie toereikend is, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval.
De beoordeling van de kredietwaardigheid van de consument dient dus per geval te worden beoordeeld. Volgens het Hof van Justitie kunnen gewone, niet-gestaafde verklaringen van de consument niet als toereikend worden aangemerkt wanneer deze niet zijn onderbouwd met bewijsstukken. Dat hierbij een uitzonderingspositie geldt voor kredieten onder de 5.000 euro, volgt niet uit het arrest.
De overgelegde aanwijzingen van de AFM dateren van voor de implementatie van de richtlijn consumentenkrediet, waar de kantonrechter zijn uitspraak op baseert. Daarbij komt dat deze aanwijzingen, zoals de AFM in de overgelegde brief uit 2008 zelf stelt, een minimale invulling van de open normen zijn ter voorkoming van overkreditering.
Volgens de kantonrechter heeft Santander de kredietwaardigheid ontoereikend getoetst omdat de verklaring van Consument omtrent het sluiten van de kredietovereenkomst niet waren vergezeld met bewijsstukken. Zij heeft daarmee in strijd gehandeld met artikel 8 van de consumentenkredietrichtlijn. Gevolg hiervan is dat de kredietovereenkomst zal worden vernietigd. Ook wordt Santander met de proceskosten belast.
Lees hier de hele uitspraak.
Financieel Recht Advocaten
Heeft u het vermoeden dat u schade heeft geleden als gevolg van slecht advies van uw hypotheekadviseur en/of bank? Neem dan hier vrijblijvend contact op met een van onze advocaten. Ons kantoor heeft ruime ervaring met het procederen tegen banken, tussenpersonen, financieel adviseurs, hypotheekadviseurs, beleggingsadviseurs alsmede vermogensbeheerders.
Wij staan voor u klaar
- Tegen financiële dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant