Uitspraak: Onwetende consument krijgt te kampen met plotselinge beëindiging bankrelatie

In deze zaak wordt een consument gebruikt als geldezel, maar de correspondentiepogingen van Rabobank blijven onbeantwoord wegens een foutief adres. De consument pleit voor haar onschuld.

Achtergrond van de zaak

Op 21 september 2021 opent de consument een betaalrekening bij Rabobank. Nadat haar betaalpas geactiveerd is, wordt haar telefoon gekoppeld aan de rekening via de app van Rabobank. De opnamelimiet wordt verhoogd en op dezelfde dag wordt een andere klant opgelicht waarbij €28,50 en een poging tot het overboeken van €4.850,- naar de betaalrekening van de consument worden gesignaleerd. Rabobank blokkeert de rekening en voorkomt de overboekingen. Nadat de bank een brief stuurde met het verzoek om toelichting werd deze genegeerd door de consument.

Op 2 december stuurde zij een nieuwe brief met een waarschuwing over de beëindiging van de relatie en de registraties in frauderegisters. Op 5 januari 2022 informeert de Rabobank de consument dat haar gegevens zijn opgenomen in het Intern Verwijzingsregister, incidentenregister en extern verwijzingsregister voor de duur van acht jaar. Op 10 maart wordt de relatie opgeheven. Op 6 november 2023 stuurt de vader van de consument een e-mail naar de bank over de registraties. De Rabobank reageert met een toelichting en informeert de consument over mogelijkheid tot bezwaar. Op 4 december 2023 reageert de consument met dat zij zich niet bewust was van de fraude en vraagt zij hoe ze de registraties kan laten verwijderen. Op 23 januari 2024 wordt het bezwaar afgewezen.

De klacht en vordering van de consument

De consument vordert dat haar persoonsgegevens uit de waarschuwingsregisters worden verwijderd. De consument werd samen met haar vader verrast toen ze erachter kwamen dat haar persoonsgegevens geregistreerd stonden in de registers. Zij stelt niet te weten van de fraude en laat staan er betrokken bij te zijn. Ze geeft aan de rekening te hebben geopend, maar nooit te hebben gebruikt. Na telefonisch contact werd verteld dat zij een brief moest ophalen bij een Rabobank-kantoor. Daar bleek dat de brieven naar een verkeerd adres waren gestuurd, hierdoor kon zij dus ook niet reageren. Ze had bij de opening van haar rekening het juiste adres afgegeven maar de Rabobank reageerde niet op vragen hierover van haar.

Rabobank informeerde de consument aangifte te hebben gedaan wegens poging tot fraude, maar er is geen geld opgenomen omdat Rabobank de overboeking tegenhield. Nadat de consument naar het politiebureau was geweest, vond de politie geen aangifte tegen haar en zij stelden dat er mogelijk sprake was van identiteitsfraude. Net als de benadeelde voelt de consument zich ook slachtoffer en ze benadrukt dat ze als 45-jarige alleenstaande moeder altijd hard heeft gewerkt voor haar geld en dat oneerlijk verkregen geld ongeluk brengt. Ze geeft tot slot aan ook opgelucht te zijn dat de transacties tegengehouden.

De beoordeling

De commissie oordeelt dat de bank voldoende heeft bewezen dat de consument als geldezel heeft gefungeerd. Zij stelde haar bankrekening ter beschikking gesteld aan fraudeurs en dit wordt gezien als schuldwitwassen. Daarom is de registratie in het EVR ook terecht, er was geen minder zware maatregel met hetzelfde doel en het belang van de bank was groter dan dat van de consument. De commissie vond de duur echter wel te lang en paste deze aan naar zes in plaats van acht jaar.

Financieel recht advocaten

Verkeerd u in een situatie zoals de consument? Stelt de bank u vragen maar weet u niet waarom of wat u moet doen? Neem dan contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten en laat ons u bijstaan.

Lenie Spoor

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant