Financieel Recht Advocaten > Uitspraken > Participatie verjaard: waarom verjaring een fatale hindernis vormt bij investeringen in vastgoedprojecten
Participatie verjaard: waarom verjaring een fatale hindernis vormt bij investeringen in vastgoedprojecten
Een investeerder die in 2003 participeerde in een Spaans vastgoedproject en later ook een lening verstrekte, liep in 2024 tegen een harde juridische realiteit aan: verjaring. De rechtbank Noord-Holland wees zijn vorderingen af, omdat hij te laat actie ondernam. Bovendien was over een deel van de vordering al eerder geoordeeld, en kon daar geen nieuwe procedure over worden gevoerd. Deze uitspraak onderstreept hoe belangrijk het is om tijdig juridische stappen te zetten bij financiële conflicten. In deze blog lichten we uit hoe verjaring werkt, waarom het in deze zaak centraal stond, en wat de praktische lessen zijn voor ondernemers en investeerders die geld hebben uitstaan bij risicovolle projecten.
Wat betekent verjaring juridisch gezien?
Verjaring is het verlies van het recht om een vordering juridisch af te dwingen, doordat er te veel tijd is verstreken. Volgens artikel 3:307 van het Burgerlijk Wetboek verjaart een vordering tot betaling uit een overeenkomst in principe vijf jaar nadat de vordering opeisbaar is geworden. Daarna kan de schuldeiser zijn recht niet meer via de rechter afdwingen, tenzij hij tijdig heeft gestuit.
Stuiting betekent dat de verjaring wordt onderbroken, bijvoorbeeld door een schriftelijke aanmaning waarin ondubbelzinnig het recht op nakoming wordt voorbehouden. Alleen zo kan de schuldeiser zijn rechten behouden. In deze zaak had de investeerder dat niet op de juiste manier gedaan.
De feiten: participatie in een Spaans vastgoedproject
In 2003 sloot de eiser een maatschapsovereenkomst voor een project aan de Costa Blanca. Hij bracht € 15.000 in als participatie. Vijf jaar later leende hij nog eens € 5.000 aan een verbonden vennootschap om het project te redden. Toen het project geen rendement opleverde en vermoedelijk mislukte, probeerde hij het geïnvesteerde bedrag en de lening terug te vorderen.
Hij stelde dat er sprake was van wanprestatie en onrechtmatig handelen door vier gedaagden, onder meer vanwege onbehoorlijk bestuur. De rechtbank wees zijn vordering echter af, met verjaring als doorslaggevende reden.
Waarom de participatievordering verjaard was
De rechter oordeelde dat de vordering tot terugbetaling van de participatie verjaard was. Dat komt doordat:
De vijfjarige verjaringstermijn allang verstreken was (de participatie dateerde van 2003).
De investeerder geen rechtsgeldige stuitingshandeling had verricht.
De verwijzingen naar e-mails en vragen in vergadernotulen geen ondubbelzinnige stuiting opleverden.
Kort gezegd: de investeerder had onvoldoende formele acties ondernomen om zijn recht op terugbetaling veilig te stellen. Daardoor mocht de rechter zijn vordering niet meer inhoudelijk beoordelen.
De lening was al eerder juridisch behandeld
Over de lening van € 5.000 was al eerder een vonnis gewezen, waarin de rechter de vordering wegens verjaring had afgewezen. De investeerder ging niet in hoger beroep. Dat eerdere vonnis had gezag van gewijsde: de rechter mocht er in een nieuwe procedure niet opnieuw over oordelen.
Omdat er al rechtskracht aan het eerdere vonnis toekwam, werd de investeerder voor dit deel van zijn nieuwe procedure simpelweg niet-ontvankelijk verklaard. Daarmee was dat hoofdstuk definitief gesloten.
Stelplicht en onderbouwing: waarom brede beschuldigingen niet volstaan
De rechter merkte op dat de investeerder zijn zaak op meerdere fronten onvoldoende had onderbouwd. Hij verwees naar tientallen pagina’s tekst en producties, maar maakte daarin geen duidelijk onderscheid tussen de vier gedaagden. Bovendien onderbouwde hij onvoldoende welke handelingen van wie nu precies wanprestatie of onrechtmatigheid zouden vormen.
Bij bestuurdersaansprakelijkheid – waarop hij zich deels beriep – geldt een strenge stelplicht. Alleen duidelijke, specifieke verwijten die concreet zijn onderbouwd met feiten en bewijs, kunnen leiden tot aansprakelijkheid. In deze zaak ontbrak die precisie. De rechter benadrukte dat het niet aan de gedaagden of aan de rechter is om zelf te gaan uitzoeken wat iemand precies wordt verweten.
Proceskosten: waarom volledige vergoeding werd afgewezen
De gedaagden vroegen om volledige vergoeding van hun werkelijke proceskosten van ruim € 20.000, of ten minste een gematigde vergoeding van € 5.000. Zij vonden dat sprake was van misbruik van procesrecht: de investeerder had volgens hen de procedure opzettelijk aangespannen terwijl hij wist dat hij geen kans maakte.
Hoewel de rechter kritisch was op de investeerder, wees hij de gevraagde kostenveroordeling af. In Nederland geldt terughoudendheid bij zulke vergoedingen, mede vanwege het recht op toegang tot de rechter. Alleen bij evidente misbruikprocedures kan van het normale proceskostenregime worden afgeweken. Dat was hier – ondanks eerdere waarschuwingen – nog niet voldoende onderbouwd.
Wel kreeg de investeerder de waarschuwing dat in een volgende, soortgelijke procedure mogelijk wél een zware kostenveroordeling kan volgen.
Praktische lessen voor investeerders en ondernemers
Deze zaak biedt meerdere lessen voor iedereen die investeert of financiële afspraken maakt:
Ken de verjaringstermijnen: Neem bij geldleningen, participaties en investeringen duidelijke termijnen op. Noteer ook wanneer een vordering opeisbaar wordt.
Stuit tijdig en formeel: Wil je je rechten behouden? Stuur dan tijdig een schriftelijke stuitingsbrief. Die moet ondubbelzinnig zijn en het recht op nakoming expliciet reserveren.
Onderbouw je vordering concreet: Wees specifiek. Noem wie wat heeft gedaan, waarom dat fout was en verwijs naar de juiste documenten.
Let op eerdere procedures: Als er al een vonnis ligt, kun je dat niet opnieuw aan de rechter voorleggen. Controleer dus goed wat eerder is beslist.
Wees voorzichtig met procedures zonder juridische basis: Je riskeert niet alleen afwijzing, maar mogelijk ook een forse kostenveroordeling als sprake is van misbruik.
Conclusie
De rechtbank Noord-Holland liet in deze zaak duidelijk zien dat verjaring een keiharde juridische grens vormt. De investeerder verloor zijn vordering omdat hij te laat was én onvoldoende onderbouwde wat de betrokken partijen verkeerd zouden hebben gedaan. Verjaring is geen formaliteit, maar een cruciale drempel in financiële procedures. Wie serieus schade wil verhalen, moet tijdig handelen, schriftelijk stuiten en zijn zaak goed onderbouwen.
Financieel Recht Advocaten helpt uitsluitend bij bestaande geschillen met banken of financiële dienstverleners. Heeft u al een probleem, zoals een geblokkeerde rekening, opgezegd krediet of registratie? Dan kunnen wij procederen, onderhandelen of een schikking treffen namens u. Neem contact op als u juridische hulp nodig heeft.