Uitspraak: Rabobank beëindigd bankrelatie wegens een onvoltooid cliëntenonderzoek

Eiseres drijft een handel in elektronische telecommunicatieapparatuur en een groot- en detailhandel in mobiele telefoons, kleding en aanverwante producten. X is enig bestuurder en aandeelhouder van eiseres. Eiseres houdt een rekening bij Rabobank.

In zes jaar tijd is de omzet van eiseres van 5,5 miljoen naar 18,5 miljoen euro gestegen, terwijl de winst in die jaren altijd onder de 1% lag. Dit riep bij Rabobank vragen op. In 2018 heeft de bank eiseres benaderd met vragen over het verdienmodel van eiseres.

In september 2019 zijn er bij verschillende telecombedrijven invallen gedaan. Eisers onderhield zakelijke relaties met partijen die gevestigd waren in het gebied in Beverwijk waar de invallen waren uitgevoerd.

Bij brief van 25 juni 2020 heeft Rabobank eiseres nog eens een groot aantal gedetailleerde vragen gesteld. Een antwoord kreeg de bank echter niet. Daarom heeft de bank per 1 november 2020 de bankrelatie opgezegd.

Na een antwoord van de accountant van eiseres heeft Rabobank eiseres uitgenodigd voor een gesprek. In dit gesprek is afgesproken dat eiseres op de gestelde vragen zou reageren. Dit is echter wederom niet gebeurd. Daarom heeft de bank eiseres wederom laten weten de bankrelatie te beëindigen. Als reden geeft de bank dat het voor haar nog steeds onvoldoende duidelijk is wat de activiteiten van eiseres zijn en wat er op de rekening gebeurt.

Nadat eiseres een ordner vol informatie aan Rabobank heeft gezonden, heeft de bank in afwachting van dit kort geding de opzegging opgeschort.

Het geschil

Eiseres vordert Rabobank te veroordelen de bankrelatie te herstellen en op de gebruikelijke wijze voort te zetten totdat in een nog te starten bodemprocedure is geoordeeld over de rechtsgeldigheid van de opzegging van die relatie.

De beoordeling

De vraag die de voorzieningenrechter zichzelf stelt is of voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter de vordering zal toewijzen.

Rabobank heeft zich volgens de voorzieningenrechter ingespannen om inzicht te krijgen in het verdienmodel en het reilen en zeilen van de onderneming van eiseres. De door eiseres gegeven antwoorden en stukken geven echter onvoldoende grip op haar business. Aan eiseres is naar het oordeel van de voorzieningenrechter ook voldoende tijd geboden om antwoord te geven op de door Rabobank gestelde vragen.

Het verweer dat Rabobank onvoldoende kennis heeft, waardoor zij de business niet begrijpt wordt verworpen. “Het is aan de eiseres om een ander inzichtelijk te maken. Of het gebrek aan grip nou wordt veroorzaakt doordat eiseres niet alle gevraagde informatie geeft of, zoals eiseres stelt, doordat Rabobank de business niet begrijpt, maakt kortom niet veel uit. In beide gevallen is Rabobank op grond van de Wwft verplicht om de relatie met eiseres te beëindigen, omdat zij het risico dat eiseres misbruik maakt van haar diensten niet kan beoordelen.”

De voorzieningenrechter concludeert dan ook dat het niet aannemelijk is dat de bodemrechter de vordering van eiseres zal toewijzen en weigert daarom de gevraagde vordering.

Lees hier de hele uitspraak.

Financieel Recht Advocaten

Wilt u advies over of begeleiding bij conflicten over het cliëntenonderzoek van banken en de registratie van persoonsgegevens in de Gebeurtenissenadministratie, het IVR, het Incidentenregister en het EVR? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.

Jamiro van de Wiel

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant