In deze zaak wil de eiser dat ING zijn naam verwijdert uit alle frauderegisters. ING stelt dat de registratie terecht is vanwege schendingen van de interne gedragscodes.
Achtergrond van de zaak
De eiser trad op 1 maart 1997 in dienst bij ING als hypotheekadviseur en legde op 27 oktober 2015 de bankier eed af. Op 28 juni 2021 werd hij vrijgesteld van werkzaamheden vanwege het niet melden van nevenbelangen en het privégebruik van zijn e-mailadres. Op 21 september 2021 meldde ING een ontbindingsverzoek en opname van zijn gegevens in het incidentenregister en het interne verwijzingsregister en de Gebeurtenissenadministratie.
Een week later zijn de gegevens voor acht jaar in deze registers opgenomen. ING meldde op 15 oktober 2021 een mogelijke schending van de bankier eed bij de Stichting Tuchtrecht Banken, niet lang hierna werd hij opgenomen in het externe verwijzingsregister en werd er aangifte gedaan. Op 16 december werd door de rechtbank het ontbindingsverzoek van de ING afgewezen vanwege onduidelijke monitoring van het e-mail gebruik van de eiser.
De STB bood later een schikking aan die de eiser accepteerde, hij betaalde een boete en werd voor drie jaar opgenomen in het Tuchtrechtelijk register banken. Op 23 november 2023 ontbond het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden de arbeidsovereenkomst per 1 januari 2024. Zij stelde dat de eiser verwijtbaar maar niet ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, maar niet ernstig verwijtbaar, dus ING dient een transitievergoeding te verstrekken. ING informeerde de eiser over de handhaving van de registraties en het niet aangaan van een nieuwe relatie. Eiser ging hiermee niet akkoord.
Is de registratie terecht?
De eiser vordert aan ING dat zijn naam uit de registers wordt verwijderd en dat hier bewijs van komt. Daarnaast vraagt hij om een vergoeding van proceskosten en bijkomende kosten. Eiser stelt verder dat hij niet heeft gefraudeerd of een strafbaar feit heeft gepleegd en dat de registratie onterecht is.
ING voert vervolgens aan dat de eiser geen spoedeisend belang heeft en zij wijzen op de ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verwijtbaar handelen en de conclusie van de Stichting Tuchtrecht Banken dat hij dit deed. ING vindt de registratie gerechtvaardigd op basis van overtredingen van gedragscodes en regelgeving.
Wat zegt de rechtbank?
De rechtbank stelt dat de eiser een spoedeisend belang heeft bij de verwijdering van zijn gegevens uit de registers. De rechtbank oordeelt verder dat de registratie in het IVR en de Gebeurtenissenadministratie terecht zijn geweest wegens de overtredingen van de ING-gedragscodes. De gegevens dienen echter wel aangepast te worden naar AVG-standaarden en de ING heeft hier 72 uur de tijd voor. Ook hoeft ING niet per brief, maar per e-mail de eiser hiervan op de hoogte te stellen. Iedere partij draagt de eigen proceskosten.
Financieel recht advocaten
Heeft u een geschil in het licht van registratie in het interne of externe verwijzingsregister of incidentenregister? Neem dan contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten.
Wij staan voor u klaar
- Tegen financiële dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant