Toegang tot vertrouwelijke rapporten van De Nederlandsche Bank
Op 11 september 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een uitspraak gedaan in een kort geding tussen EFRI (European Funds Recovery Initiative) en De Nederlandsche Bank (DNB). De kern van het geschil draait om het verkrijgen van twee vertrouwelijke rapporten die DNB heeft opgesteld met betrekking tot Payvision, een payment service provider die betrokken was bij grootschalige fraude. EFRI en gedupeerden willen toegang tot deze rapporten voor juridische procedures, maar DNB beroept zich op een wettelijke geheimhoudingsplicht.
Het Geschil
EFRI heeft in dit kort geding gevorderd dat DNB wordt verplicht om de twee rapporten vrij te geven op basis van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). DNB stelt echter dat haar geheimhoudingsplicht, zoals vastgelegd in de Wet op het financiële toezicht (Wft) en de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft), haar verhindert om deze rapporten openbaar te maken.
Geheimhoudingsplicht van DNB
DNB is verplicht tot geheimhouding van alle informatie die zij verkrijgt in het kader van haar toezichthoudende taken. Deze geheimhoudingsplicht heeft tot doel vertrouwelijkheid te waarborgen en zo de informatieverstrekking door onder toezicht staande instellingen te bevorderen. EFRI betoogt dat de rapporten openbaar zijn geworden omdat ze door het Financieele Dagblad zijn ingezien en gerapporteerd. DNB betwist echter dat zij deze rapporten heeft gedeeld en stelt dat de rapporten nog steeds onder de geheimhoudingsplicht vallen.
Uitzonderingen op de Geheimhoudingsplicht
Volgens artikel 843a van het Rv kan een uitzondering op de geheimhoudingsplicht gelden als de informatie niet herleidbaar is tot afzonderlijke personen of ondernemingen. EFRI is echter op zoek naar specifieke informatie met betrekking tot Payvision, dus deze uitzondering is niet van toepassing. Ook de uitzonderingen genoemd in de Wft zijn in dit geval niet van toepassing op EFRI en de gedupeerden.
Conclusie en Proceskosten
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat DNB terecht een beroep heeft gedaan op haar geheimhoudingsplicht en dat de vorderingen van EFRI niet kunnen worden toegewezen. EFRI is veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van DNB.
Voor meer informatie over dit kort geding en financieel recht, kunt u contact opnemen met onze advocaten van Financieel Recht Advocaten.