Verwijdering frauderegistratie verzekeraar: ASR moet ouders uit extern register halen
In een opvallende uitspraak van de rechtbank Overijssel van 2 april 2025 is bepaald dat verzekeraar ASR de persoonsgegevens van ouders uit externe frauderegisters moet verwijderen. De registratie volgde op verdenking van verzekeringsfraude in een letselschadezaak rondom hun dochter. De rechtbank oordeelt echter dat de fraude niet voldoende is bewezen. Tegelijkertijd blijft een interne registratie wél toegestaan, omdat ASR wél terecht twijfels had bij de informatievoorziening.
De achtergrond: jarenlange letselschadeprocedure en observatieonderzoek
De zaak speelt zich af tegen de achtergrond van een langdurige letselschadezaak. De dochter van [partij A] was in 2010 betrokken bij een verkeersongeluk, waarna ze langdurig kampte met klachten. De rechtbank en het gerechtshof stelden eerder vast dat er sprake was van aansprakelijkheid van ASR als WAM-verzekeraar.
Jaren later liet ASR een observatieonderzoek uitvoeren waaruit bleek dat de dochter meer activiteiten uitvoerde dan eerder was aangegeven – zoals autorijden, boodschappen doen, wandelen en zelfs uitgaan. Dit leidde tot de registratie van zowel dochter als ouders in verschillende (externe en interne) fraudesystemen, waaronder het Extern Verwijzingsregister (EVR) van Stichting CIS.
De juridische vraag: was er sprake van verzekeringsfraude?
Volgens ASR was er sprake van een “kasplantje-verhaal” dat bewust door dochter en ouders was opgetuigd. De observaties zouden laten zien dat de klachten werden overdreven om geld los te krijgen van de verzekeraar.
De rechtbank nuanceert dit beeld sterk:
De dochter had daadwerkelijk klachten, die ook door deskundigen bevestigd werden.
Het gedrag tijdens de observaties wijkt mogelijk af van eerdere medische beoordelingen, maar dat is niet automatisch bewijs van fraude.
De ouders zijn niet aantoonbaar opzettelijk misleidend geweest. Dat zij hun dochter vertegenwoordigden of namens haar spraken, is op zichzelf niet onrechtmatig.
De term ‘kasplantje’ is afkomstig van het gerechtshof, niet van de ouders zelf.
Conclusie: onvoldoende bewijs voor externe fraude.
Wel interne registratie toegestaan: ouders hadden belangrijke informatie niet gedeeld
Ondanks de afwijzing van de externe registratie, oordeelt de rechtbank dat ASR wel reden had voor een interne registratie in de zogeheten Gebeurtenissenadministratie en het Intern Verwijzingsregister (IVR). Waarom?
De ouders hadden nagelaten ASR op de hoogte te brengen van belangrijke feiten, zoals het behalen van een rijbewijs door de dochter.
Gezien hun prominente rol in de communicatie richting ASR, had dit wel van hen verwacht mogen worden.
Daarmee werd de integriteit van de verzekeringsrelatie onder druk gezet.
De registratie mag blijven staan voor de maximale duur van acht jaar.
Geen schadevergoeding voor ASR
ASR had daarnaast in reconventie geëist dat de ouders een schadevergoeding van bijna € 300.000 zouden betalen, wegens onrechtmatig handelen in groepsverband. Ook deze vordering werd volledig afgewezen:
Niet vaststaat dat de dochter zelf opzettelijk heeft gelogen.
De ouders zijn niet aansprakelijk op grond van artikel 6:166 BW (groepsaansprakelijkheid), omdat er geen gezamenlijke strategie tot misleiding is aangetoond.
ASR kreeg dus ook in reconventie ongelijk en moet bijna € 2.900 aan proceskosten vergoeden.
Juridische lessen uit deze zaak
Deze uitspraak laat opnieuw zien dat:
Externe frauderegistratie (zoals in het EVR) een hoge bewijsdrempel kent: het moet gaan om concrete en aantoonbare misleiding, vergelijkbaar met strafrechtelijke verdenking.
Interne registratie kent een lagere drempel. Ook bij twijfelachtig gedrag of informatieachterstand mag een verzekeraar persoonsgegevens tijdelijk intern vastleggen – mits proportioneel en transparant.
Vertegenwoordiging door ouders of familie in een letselschadezaak is op zichzelf niet verdacht, maar het verhoogt wel het verwachtingspatroon richting transparantie.
Verzekeraars moeten zorgvuldig blijven in hun communicatie en bewijsvoering bij fraudeclaims. Anders riskeren zij juridische terugfluiting én reputatieschade.
Wat te doen bij frauderegistratie?
Ben je geregistreerd in het EVR, IVR of Incidentenregister? Dan kan dat grote gevolgen hebben voor het verkrijgen van verzekeringen. In deze complexe materie is juridische ondersteuning vaak essentieel.
Advocatenkantoor Financieel Recht Advocaten is gespecialiseerd in zaken rondom:
Onterechte frauderegistratie (CIS / IVR / EVR)
Verwijderingsverzoeken en procedures
AVG- en PIFI-gerelateerde conflicten
Letselschade en geschillen met verzekeraars
Neem contact op voor een vrijblijvend intakegesprek – discretie gegarandeerd.