Uitspraak: Persoonlijke borgstelling met contractuele rente: hoe ver reikt uw aansprakelijkheid?

Op 17 december 2024 wees het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Curaçao een uitspraak in hoger beroep over een geschil tussen een bestuurder en Banco di Caribe. De kern van de zaak: de bank sprak de bestuurder persoonlijk aan op een borgstelling voor een schuld van zijn vennootschap, inclusief hoge contractuele rente. De bestuurder stelde dat hij al meer had voldaan dan waarvoor hij zich borg had gesteld, mede via verkoop van onroerend goed en een schuldovername. Toch kreeg de bank gelijk. Deze uitspraak benadrukt hoe ver de aansprakelijkheid uit een borgstelling kan reiken — vooral als ook rente is inbegrepen. In dit blog leggen we uit waarom dit relevant is voor ondernemers en wat de juridische en praktische gevolgen zijn van een persoonlijke borgstelling.


Wat is een persoonlijke borgstelling en hoe werkt dat juridisch?

Een persoonlijke borgstelling is een overeenkomst waarbij een natuurlijk persoon zich garant stelt voor de schuld van een ander, vaak een vennootschap. In dit geval ging het om een bestuurder van een bouwbedrijf die zich in 2009 borg stelde voor een krediet van 150.000 Antilliaanse gulden. In de borgtochtakte stond dat hij aansprakelijk was voor “al hetgeen de Bank uit welken hoofde ook te vorderen heeft of zal te vorderen hebben”, inclusief rente en kosten.

Dit soort formuleringen zijn ruim en juridisch bindend. Het betekent dat als het bedrijf niet betaalt, de bank zich rechtstreeks tot de borg mag wenden. Dat gebeurt vaak pas als zekerheden, zoals hypotheekrechten, onvoldoende opleveren. Wie zich borg stelt, verbindt zich dus met zijn privévermogen voor een zakelijke schuld, tenzij expliciet iets anders is afgesproken.


Waarom de verkoop van vastgoed niet in mindering werd gebracht

De bestuurder betoogde dat hij via een andere vennootschap grond beschikbaar stelde voor hypotheekverlening aan de bank. De opbrengsten van die grond (bijna 250.000 gulden) zouden volgens hem in mindering moeten komen op zijn persoonlijke borg. Het Hof ging daar niet in mee. De reden: nergens was vastgelegd dat die opbrengst werd verrekend met zijn borgstelling.

Dat blijkt ook uit de notariële akten én uit de herstructureringsovereenkomst uit 2014. De borgstelling en de hypotheken werden afzonderlijk benoemd, zonder enige vorm van verrekening. De bestuurder had ook geen e-mails of verklaringen van de bank waaruit die verrekening zou blijken. Daarmee ontbrak de bewijsgrond voor zijn verweer. Dit laat zien hoe belangrijk schriftelijke afspraken zijn, zeker bij complexe kredietstructuren met meerdere zekerheden.


Waarom de schuldovername door een stichting niet tot vermindering leidde

Naast de hypotheekopbrengsten had een stichting gelieerd aan de echtgenote van de bestuurder 100.000 gulden van de schuld overgenomen. De bestuurder stelde dat dit bedrag ook moest worden verrekend met zijn borgstelling. Het Hof oordeelde anders. Ook hier ontbrak een duidelijke afspraak of document waarin stond dat de borgstelling met dat bedrag zou worden verminderd. De borgtocht bleef dus volledig in stand.

Bovendien wees de bank er destijds expliciet op dat de borgstelling zou blijven bestaan, ondanks extra zekerheden en schuldovernames. De bestuurder zette zelfs zijn handtekening onder een overeenkomst waarin de borgstelling expliciet was opgenomen. Hoewel hij daaronder “onder voorbehoud van alle rechten” schreef, gaf het Hof aan dat dit onvoldoende was om van een rechtsgeldig voorbehoud te spreken.


Contractuele rente bij borgstelling: is dat toegestaan?

Een belangrijk twistpunt in deze zaak was de rente. De schuld van het bedrijf was opgelopen tot ruim 75.000 gulden, grotendeels door een contractuele rente van 18% per jaar. De bestuurder vond dat hij als borg niet voor die rente aansprakelijk kon worden gehouden. Hij beriep zich op artikel 7:856 lid 1 BW, dat bepaalt dat een borg alleen wettelijke rente hoeft te betalen vanaf het moment dat hij zelf in verzuim is.

Het Hof oordeelde echter dat dit artikel alleen geldt voor wettelijke rente, niet voor contractuele rente. In dit geval had de bestuurder als borg ingestemd met de contractuele afspraken van het bedrijf, waaronder de rente van 18%. De borgtochtakte was bovendien ruim geformuleerd: hij stond borg voor álle vorderingen van de bank op het bedrijf, inclusief rente. De renteverplichting was daarmee onderdeel van zijn persoonlijke aansprakelijkheid.


Heeft de bank haar zorgplicht geschonden?

De bestuurder stelde dat de bank te lang had gewacht met het innen van de vordering, waardoor de schuld nodeloos opliep. Volgens hem was dat in strijd met de zorgplicht van een financiële instelling. Het Hof was het daar niet mee eens. De bank had de bestuurder vanaf 2017 regelmatig geïnformeerd over de oplopende schuld en herhaaldelijk de kans geboden om tot een betalingsregeling te komen. Die signalen had de bestuurder genegeerd. Pas ná het vonnis trof hij een regeling.

Het Hof benadrukte dat de bank niet verplicht is om direct te incasseren of een borgstelling kwijt te schelden. De zorgplicht vereist wel duidelijke communicatie en redelijkheid, maar niet dat de bank afstand doet van haar rechten. In dit geval had de bank voldoende transparantie betracht en stond het haar vrij om haar rechten uit de borgtocht uit te oefenen.


Wat zijn de lessen voor ondernemers en bestuurders?

Deze zaak maakt duidelijk dat een persoonlijke borgstelling verstrekkende gevolgen kan hebben. Ondernemers die zich garant stellen voor bedrijfsschulden moeten zich bewust zijn van de risico’s, zeker als het gaat om contractuele rente, extra zekerheden of latere herstructureringen.

Belangrijke aandachtspunten zijn:

  • Leg afspraken over verrekeningen, voorwaarden en beëindiging van de borgtocht altijd schriftelijk vast.
  • Wees voorzichtig met verklaringen en ondertekeningen zonder juridische bijstand.
  • Weet dat een borgstelling ook contractuele rente kan omvatten als dat in de tekst is opgenomen.
  • Houd er rekening mee dat u persoonlijk kunt worden aangesproken, zelfs jaren nadat de hoofdovereenkomst is afgesloten.

Conclusie

Het Hof bevestigde dat de bank terecht de persoonlijke borgstelling had ingeroepen, inclusief de hoge contractuele rente. De argumenten van de bestuurder over eerdere betalingen, hypotheekopbrengsten en schuldovername vonden geen steun in de stukken. Ook het beroep op de zorgplicht werd verworpen. Deze uitspraak laat zien hoe belangrijk het is om bij het aangaan en uitvoeren van een borgstelling alert te blijven op afspraken, formuleringen en communicatie met de bank.

Financieel Recht Advocaten helpt uitsluitend bij bestaande geschillen met banken of financiële dienstverleners. Heeft u al een probleem, zoals een geblokkeerde rekening, opgezegd krediet of registratie? Dan kunnen wij procederen, onderhandelen of een schikking treffen namens u. Neem contact op als u juridische hulp nodig heeft.


Lenie Spoor

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant