Rabobank mocht vragen stellen over vermogen bij cliëntenonderzoek
Op 10 juli 2024 velde Kifid een belangrijke uitspraak in een geschil tussen twee consumenten en Rabobank. De consumenten voelden zich onterecht verdacht en klaagden over het cliëntenonderzoek en de intimiderende communicatie van de bank. Hoewel Kifid erkende dat Rabobank haar communicatie beter had kunnen afstemmen, oordeelde de commissie dat de bank binnen haar wettelijke bevoegdheden handelde en de klacht werd afgewezen. Wat waren de doorslaggevende argumenten in deze zaak?
Wat was het probleem?
Overboekingen van € 89.182,06 trekken aandacht van Rabobank
In januari en februari 2022 maakten de consumenten een bedrag van in totaal € 89.182,06 over van hun spaarrekening bij hun oude bank naar hun nieuwe rekening bij Rabobank. Ruim een jaar later, in april 2023, vroeg de bank hen om uitleg over de herkomst van dit vermogen. De consumenten beschouwden dit als een onterechte verdenking en verzochten de bank om het onderzoek te stoppen.
De klacht van de consumenten
De consumenten voelden zich onterecht verdacht van witwassen en dienden een klacht in bij Kifid. Ze vonden dat:
De bank geen recht had om hun vermogen te onderzoeken. Ze gaven al gegevens door aan de belastingdienst.
De communicatie van de bank onprofessioneel was (telefonische en e-mailcontacten terwijl de bank zelf waarschuwt voor fraude).
De bank te laat handelde en dit onderzoek al bij de rekeningopening in 2022 had moeten doen.
Ze slechts hun spaargeld overboekten, wat een normaal bankverkeer is.
Ze hun rekening wilden opzeggen zonder interne registratie bij de bank.
De consumenten eisten dat Rabobank het onderzoek per direct zou beëindigen, omdat zij het als onterecht en onnodig ervoeren. Daarnaast verlangden ze een schriftelijke excuses van de bank voor de manier waarop zij waren benaderd. Tot slot wilden ze de garantie dat er geen interne registratie van hen zou worden bijgehouden, mocht zij besluiten hun rekening bij Rabobank op te zeggen.
Standpunt van Rabobank
Rabobank is op grond van de Wwft verplicht om cliëntenonderzoek te doen bij ongebruikelijke transacties. Grote overboekingen kunnen een risico-indicator vormen, zelfs wanneer ze tussen Nederlandse banken plaatsvinden. In dit geval gaven de consumenten slechts summiere antwoorden op de vragen van de bank, waardoor Rabobank genoodzaakt was vervolgvragen te stellen. De wet bepaalt niet op welk moment een bank onderzoek moet doen, waardoor dit ook achteraf mag plaatsvinden. Doordat de consumenten weigerden extra gegevens te verstrekken, kon het onderzoek niet worden afgerond.
Uitspraak Kifid: De Rabobank mocht de vragen stellen
1. De bank had de bevoegdheid om onderzoek te doen
Volgens de Wwft moet een bank blijvend toezicht houden op transacties.
Het feit dat het geld van een andere gereguleerde bank kwam, ontslaat de bank niet van onderzoeksplicht.
De Leidraad Wwft en Sw van De Nederlandsche Bank bevestigt dit.
2. De bank had haar communicatie beter kunnen afstemmen
De bank gebruikte telefoongesprekken, e-mails en sms-berichten, terwijl consumenten dit zagen als fraudegevoelig.
De commissie vond dat de bank beter had kunnen communiceren, maar dit geen reden is om het onderzoek te stoppen.
3. De klacht wordt afgewezen
De Rabobank trad niet buiten haar beleidsvrijheid.
De consumenten hadden geen recht op excuses of beëindiging van het onderzoek.
De bank mocht de rekening afsluiten met interne registratie, omdat het onderzoek niet afgerond kon worden.
Wat betekent deze uitspraak voor consumenten?
Banken mogen vragen stellen over de herkomst van vermogen. Ook als geld afkomstig is van een andere Nederlandse bank, mag een bank zelfstandig onderzoek doen. Banken zijn verplicht door de Wwft om risico’s te onderzoeken.
Voldoende en duidelijke antwoorden zijn cruciaal. Wie summiere antwoorden geeft, kan rekenen op vervolgvragen en mogelijk een interne registratie. Het weigeren van extra documentatie kan leiden tot opzegging van de bankrelatie.
De communicatie van banken moet beter. Klanten vinden het verwarrend en frustrerend als banken op manieren communiceren die lijken op fraudeurs. Banken moeten transparanter zijn over de reden en manier van hun onderzoek.
Conclusie: Banken mogen cliëntenonderzoek doen, maar moeten beter communiceren
Kifid heeft geoordeeld dat Rabobank het recht had om het cliëntenonderzoek uit te voeren. Hoewel de communicatie van de bank beter had gekund, betekende dit geen schending van het beleid. De klacht van de consumenten werd dan ook afgewezen, en Rabobank hoeft geen excuses aan te bieden. Wil je een onderzoek van je bank vermijden? Zorg ervoor dat je duidelijke antwoorden en sluitende documentatie kunt geven over de herkomst van je vermogen. Neem vandaag nog contact op met een van onze advocaten.