Uitspraak: Klacht tegen tussenpersoon en bank ongegrond

Consument heeft een klacht ingediend tegen zijn tussenpersoon (hierna: de Tussenpersoon). Op voet van artikel 17 van het Reglement is de klacht uitgebreid tot de Bank.

In 2005 heeft Consument via de Tussenpersoon bij de Bank een Aflossingsvrije Hypotheek (hierna: hypothecaire geldlening) met rentebedenktijd gesloten.

Medio 2016 heeft Consument de Tussenpersoon verzocht of er mogelijkheden waren om de maandlasten van de hypothecaire geldlening te verlagen. De Tussenpersoon heeft Consument geïnformeerd dat er geen financieel interessante mogelijkheid voor haar was om de rente te verlagen.

Op 22 oktober 2018 heeft de Bank naar aanleiding van een brief van Consument, per brief een bevestiging gestuurd van de aanpassing van de hypothecaire geldlening, te weten de rentewijziging per 1 december 2018 van 4,70% naar 2,87%.

Klacht

Op 12 november 2018 heeft Consument per brief een klacht gestuurd aan de Tussenpersoon.

Consument vordert een bedrag van € 7.700,-. Volgens Consument heeft de Tussenpersoon zijn zorgplicht geschonden door onjuist antwoord te geven op de vraag of er mogelijkheden waren om de maandlasten van de hypothecaire geldlening te verlagen. Doordat de Tussenpersoon in 2016 over het hoofd heeft gezien dat boetevrij aflossen wél mogelijk was, heeft Consument financiële schade geleden.

De beoordeling

De Commissie ziet zich gesteld voor de vraag of sprake van schending van de zorgplicht van de Bank en/of de Tussenpersoon tegenover Consument. In het bijzonder geldt de vraag of de Tussenpersoon in 2016 had moeten en kunnen weten dat Consument boetevrij kon aflossen en of de Bank de Tussenpersoon had moeten informeren over haar (tijdelijke) beleidswijziging.

De Tussenpersoon

De Bank heeft met ingang van 1 januari 2016 besloten haar klanten tijdelijk in een voordeliger regime te plaatsen. Deze beleidswijziging is niet gecommuniceerd met klanten. Dit brengt met zich de conclusie dat de Tussenpersoon niet kon weten dat sprake was van een afwijking van de oorspronkelijke voorwaarden Dat de Bank ervoor heeft gekozen haar klanten en stakeholders, niet in te lichten betekent ook dat het verwijt gericht aan de Tussenpersoon geen stand houdt. Bovendien kan de Tussenpersoon niet verweten worden dat hij op de door Consument gestelde vraag niet uit eigen beweging bij de Bank informeert of de overeengekomen bepalingen nog onverkort gelden. De Tussenpersoon hoefde er niet op bedacht te zijn dat een ongebruikelijke, niet gecommuniceerde afwijking van die bepalingen toegestaan zou worden.

De Bank

Omdat het in de zaak om een tijdelijke afwijking van de voorwaarden gaat, die ten voordele is van Consument, is het aan de Bank om te bepalen hoe zij hiermee omgaat. De Commissie ziet geen aanleiding om te concluderen dat de Bank met haar tijdelijke beleidswijziging de maatstaven van redelijkheid en billijkheid heeft geschonden door Consument niet daarover te informeren.

De Commissie stelt vast dat er geen sprake is geweest van schending van de zorgplicht van zowel de Tussenpersoon als de Bank. De klacht is dan ook ongegrond.

Lees hier de hele uitspraak.

Financieel Recht Advocaten

Bent u ook ontevreden over uw bank, verzekeraar of vermogensbeheerder? Wij hebben ruime ervaring met het procederen tegen banken, verzekeraars en vermogensbeheerders alsmede tussenpersonen en/of financieel adviseurs. Neem vrijblijvend contact met ons op via ons contactformulier.

Joost Papeveld

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant