Het geschil draait om de registratie van persoonsgegevens in interne registers van de bank en het verzoek om een kopie van een legitimatiebewijs per e-mail te verstrekken. De consument, die geen klant is van Rabobank, stelt dat de registratie onrechtmatig is en eist schadevergoeding.
Feiten
De consument beschikt over een ING-rekening en ontving in september 2021 een frauduleuze betaling van €4.150,78 van een rekeninghouder bij Rabobank. Dit bedrag werd na toestemming van de consument teruggestort. Later registreerde Rabobank de persoonsgegevens van de consument in het Incidentenregister en Intern Verwijzingsregister (IVR) wegens vermeende betrokkenheid bij fraude. De consument diende bezwaar in tegen deze registratie, maar weigerde een kopie van zijn legitimatiebewijs per e-mail te verstrekken, vanwege zorgen over dataveiligheid.
Rabobank gaf uiteindelijk gehoor aan het bezwaar zonder de legitimatiekopie, maar liet de persoonsgegevens in bepaalde registers staan. Daarnaast werd de registratie in het Incidentenregister na zes maanden automatisch verwijderd.
Het geschil
De consument beklaagt zich over de verwerking van zijn persoonsgegevens, aangezien hij geen klant is van Rabobank en niets te maken zou hebben met de fraude. Hij stelt dat Rabobank zijn gegevens onrechtmatig heeft verkregen via ING en vordert volledige verwijdering uit alle systemen van Rabobank. Verder eist hij €100.000 schadevergoeding voor mogelijke toekomstige financiële schade.
Rabobank verdedigt de registratie als gerechtvaardigd op grond van haar interne veiligheidsprotocollen en benadrukt dat de consument betrokken was bij een frauduleuze transactie. Volgens de bank had de consument redelijkerwijs moeten vermoeden dat het geld uit een misdrijf afkomstig was.
Beoordeling
De commissie heeft twee kernvragen behandeld: het verzoek om een legitimatiebewijs per e-mail en de rechtmatigheid van de registratie in de interne registers.
er wordt gepleit dat de bank onterecht vroeg om een legitimatiebewijs per e-mail, wat inmiddels niet meer standaard wordt toegepast. De klacht over dit punt is daarmee opgelost.
De commissie oordeelde dat Rabobank de persoonsgegevens van de consument terecht in het IVR en de Gebeurtenissenadministratie heeft opgenomen. Hoewel de consument geen klant is, voldeed de registratie aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en interne protocollen. De consument had moeten begrijpen dat hij betrokken was bij strafbare feiten, onder meer vanwege de omstandigheden rondom zijn betaalpas. De klacht over de registratie in het Incidentenregister werd gegrond verklaard, maar dit was niet meer relevant omdat de registratie al was verwijderd.
Financieel recht advocaten
Bent u slachtoffer geweest van fraude, maar schuift uw bank dit op u af? Neem dan contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten.
