Consument betwist frauderegistratie na verhuur van woning
Een consument heeft een geschil met zijn bank over de opname van zijn persoonsgegevens in het interne verwijzingsregister. De registratie volgde op het verhuren van een woning die oorspronkelijk bedoeld was voor eigen bewoning, in strijd met de hypotheekvoorwaarden. De consument betwist de rechtmatigheid en de duur van deze registratie en heeft zijn klacht voorgelegd aan Kifid.
Feiten
In 2019 sloot de consument een hypotheek af bij de ABN AMRO om een woning over te nemen van zijn broer en ex-schoonzus. Volgens de aanvraag zou hij er zelf gaan wonen, zoals ook in de documenten was opgenomen. Kort na de aankoop verhuurde de consument de woning echter zonder toestemming van de bank aan zijn ex-schoonzus, tegen een huurprijs van €2.500 per maand.
Pas in 2021, toen hij een tweede hypotheek aanvroeg, bracht hij deze situatie aan het licht door een huurovereenkomst te overleggen. Bij het verwerken van deze aanvraag ontdekte de bank dat de verhuur van de eerste woning in strijd was met de afspraken.
Hierop weigerde de bank de nieuwe hypotheek en registreerde de consument in het IVR voor acht jaar, met als reden dat zijn gedrag de integriteit en belangen van de bank zou schaden.
De consument had intussen de oorspronkelijke hypotheek vervangen door een verhuurhypotheek, waarmee de situatie in overeenstemming werd gebracht met de regels. Hij diende bezwaar in tegen de registratie, maar de bank wees dit af.
Geschil en klacht
De consument erkent dat hij de hypotheekvoorwaarden heeft overtreden door de woning te verhuren, maar stelt dat de registratie en de duur daarvan onrechtvaardig zijn. Hij voert aan dat de situatie destijds noodgedwongen was omdat zijn ex-schoonzus en haar kinderen geen alternatieve woonruimte hadden. Daarnaast benadrukt hij dat hij zelf actie heeft ondernomen om de situatie te corrigeren door een verhuurhypotheek af te sluiten en de lening af te lossen.
Hij wijst erop dat de registratie hem ernstig beperkt in zijn financiële mogelijkheden, ook al is deze intern. Verder vindt hij dat de bank onvoldoende rekening heeft gehouden met zijn persoonlijke omstandigheden en benadrukt hij dat hij geen strafbaar feit heeft gepleegd.
De bank blijft bij haar standpunt dat de consument de intentie had om de woning te verhuren en dat hij bewust de regels heeft overtreden. Volgens de bank vormt dit een risico voor de integriteit en veiligheid van de bank. Ze wijst erop dat de consument andere oplossingen had kunnen zoeken, zoals tijdelijke verhuur met toestemming van de bank. De registratie in het IVR wordt door de bank proportioneel geacht.
De beoordeling
Hoewel de registratie op zichzelf rechtmatig is, oordeelt de commissie dat de oorspronkelijke duur van acht jaar niet proportioneel is. Gezien de omstandigheden, zoals het feit dat de consument de situatie zelf heeft rechtgezet door de lening af te lossen en een verhuurhypotheek aan te vragen, wordt de registratieduur verkort tot vijf jaar.
Financieel recht advocaten
Heeft uw bank u benaderd met vragen over uw betaalrekening onder dreiging van opzegging? Neem dan vrijblijvend contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten.