In deze zaak vervalsen twee consumenten hun documenten om te kunnen voldoen aan hypotheekaanvragen. Na hierachter te zijn gekomen, nam Rabobank drastische stappen om dit te bestraffen. De consumenten dienden een klacht in.
Achtergrond van de zaak
Op 12 december 2014 verstrekte de Rabobank een hypotheekofferte voor €293.000,- aan de consumenten die zij op 15 december accepteerde. De woning werd op 13 juli 2022 verkocht voor €610.000,- waarbij de hypothecaire lening werd afgelost. Later dat jaar dienden de consumenten een nieuwe aanvraag voor een hypotheek in voor €395.000,-, deze werd aanvankelijk afgekeurd door de bank maar even later toch goedgekeurd en de consumenten gingen akkoord met een offerte voor €365.200,-. Er werden tijdens de aanvraag valse documenten door hen ingediend.
Op 1 februari 2023 dienden zij een aanvraag in voor een consumptieve lening van €69.600,- bij Alfam. Ook hier werd een vervalste offerte van Rabobank gebruikt, Alfam lichtte de bank hierover in. De bank startte een onderzoek en ontdekte de valse documenten, zoals een salarisverhoging die de werkgever niet heeft gegeven. Op 6 juli 2023 deed de bank aangifte van valsheid in geschrifte en oplichting. Ook informeerde de bank de consumenten van hun opname in zowel het interne als externe verwijzingsregister voor de duur van acht jaar en de beëindiging van de bankrelatie. De consumenten verzochten tot herziening, maar dit verzoek werd afgewezen.
De klacht en vordering van de consumenten
De consumenten eisen de verwijdering van hun persoonsgegevens uit de interne en externe verwijzingsregisters van de bank en het herstel van de bankrelatie. Ze gaven aan dat de bank de documenten had goedgekeurd en dat de documenten ontvangen waren van een voormalige werkgever, in de veronderstelling dat deze getekend waren door de directie.
De consumenten stelden verder dat Alfam en niet de bank de aanvraag voor de consumptieve lening heeft beoordeeld en zij vinden het dan ook onredelijk dat dit feit meegenomen wordt in de registratiebeslissing van de Rabobank. Ze willen hun hypothecaire lening voortzetten en gaven aan dat er geen reden is tot opzeggen omdat zij een stabiel inkomen hebben.
De beoordeling
De commissie stelt dat er voldoende bewijs was voor de bank om aan te nemen dat de consumenten vervalste documenten indienden om de hypothecaire lening te ontvangen. Er was dan ook sprake van valsheid in geschrifte. De verklaring dat een andere werknemer de vervalsingen zou hebben gemaakt werd als ongeloofwaardig beschouwd. Het leek de commissie aannemelijk dat de consumenten deze zelf hadden vervalst, gezien zij er het meeste aan zouden hebben.
De commissie oordeelt dat de registraties een goede manier zijn om andere banken te waarschuwen en ook dat het belang van deze groter is dan dat van de consumenten. De commissie geeft aan dat aangezien de registratie in het externe verwijzingsregister gerechtvaardigd is, alle registraties kunnen blijven bestaan. De bankrelatie hoeft ook niet herstelt te worden. De vorderingen worden afgewezen.
Financieel recht advocaten
Heeft u problemen bij uw bank en heeft u hulp nodig bij het oplossen hiervan? Neem contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten en laat ons u helpen.
Wij staan voor u klaar
- Tegen financiële dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant