Uitspraak: Rabobank mag betaalrekeningen niet opzeggen bij verdenking witwassen

In deze uitspraak oordeelt de rechter dat Rabobank zowel de betaalrekening van meneer X als van bedrijf Y onrechtmatig heeft opgezegd. De bank mocht de bancaire relatie met beide partijen niet beëindigen, omdat er geen voldoende zwaarwegende gronden voor opzegging bestonden. Om deze reden moet Rabobank de bancaire relatie met X en Y herstellen en voortzetten.

Aanleiding

Meneer X is bestuurder en enig aandeelhouder van bedrijf Y. Zowel meneer X als bedrijf Y hebben een betaalrekening bij Rabobank. Bij het openen van de betaalrekening voor bedrijf Y, heeft meneer X aangegeven dat de bedrijfsactiviteit bestaat uit het handelen in auto-onderdelen. De verwachte jaaromzet bedraagt ongeveer €300.000. De betaalrekening van bedrijf Y wordt op 30 november 2016 geopend, maar pas voor het eerst gebruik in maart 2017.

In juni 2017 blijkt dat het bedrijf de grens van €1.000.000 omzet al heeft overschreden. Dit is voor Rabobank aanleiding om contact op te nemen met meneer X in zijn hoedanigheid als bestuurder van bedrijf Y. Op 25 oktober 2017 gaat Rabobank met meneer X in gesprek. X geeft aan dat na het openen van de rekening de bedrijfsactiviteit van Y gewijzigd is. Het bedrijf is niet in auto-onderdelen gaan handelen, maar in kleine elektronica zoals iPhones en USB-sticks. Door grote partijen producten op te kopen en deze dezelfde dag nog door te verkopen aan retailers, kan hij enkele euro’s per product winst maken. Omdat het gaat om grote orders en kleine marges stroomt er veel geld over de rekening.

Rabobank is van oordeel dat meneer X en bedrijf Y onjuiste informatie hebben verstrekt in het gesprek bij het openen van de rekening. De bank laat weten dat zij per 15 september 2018 de bancaire relatie met meneer X en bedrijf Y zal opzeggen. In augustus 2018 vindt opnieuw een gesprek plaats tussen meneer X en de bank. Hoewel de bank uitstel verleent kan X niet voorkomen dat Rabobank overgaat tot het opzeggen van de betaalrekening. Er wordt uitstel verleent tot 15 november 2018. De grondslag voor opzegging is volgens de bank dat de herkomst van de elektronica onbekend is. Er kan niet worden uitgesloten dat de producten illegaal verkregen zijn, waardoor er een verdenking van witwassen ontstaat.

Meneer X bestrijdt dit, waarna de bank bereid is de opzegging in heroverweging te nemen. Er worden aan de heroverweging verschillende eisen gesteld, maar die zijn disproportioneel volgens meneer X. In reactie daarop blokkeert Rabobank de rekeningen en sluit zij de rekening in mei 2019. Meneer X en bedrijf Y stellen dat de opzegging onrechtmatig is.

Herstel bancaire relaties geëist

Meneer X en bedrijf Y stellen een gezamenlijke vordering in tegen Rabobank. Zij vorderen dat de bank, op straffe van dwangsommen, de bancaire relatie met hen herstelt en voortzet. Aan de vordering leggen zij ten grondslag dat Rabobank haar gronden voor opzegging onvoldoende heeft onderbouwd. Meneer X stelt dat hij de vragen van de bank over de gewijzigde activiteiten van Y en herkomst van de elektronica voldoende heeft beantwoord. De opzegging is daarom naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar en in strijd met de Algemene Bankvoorwaarden. Rabobank voert aan dat het hier gaat om betaalrekeningen die niet geherfinancierd moeten worden. Daarnaast stelt Rabobank dat X en Y een rekening hebben bij ING. Zij behouden dus ook toegang tot betaaldiensten.

Betaalrekening is een duurovereenkomst

Bij de behandeling van het geschil gaat de rechter eerst in op de juridische duiding van een betaalrekening. Een betaalrekening is een duurovereenkomst. Dit is een overeenkomst die voor onbepaalde tijd is aangegaan. Indien er niets in de wet of overeenkomst is geregeld over de opzegging, dan is de overeenkomst in beginsel opzegbaar. Op de duurovereenkomst van de betaalrekening zijn in dit geval, de Algemene Bankvoorwaarden van toepassing. In de Algemene Bankvoorwaarden staat dat de overeenkomst opzegbaar is door zowel de bank als de rekeninghouder. De opzegging mag naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar zijn. Bij die afweging komt gewicht toe aan de zorgplicht van de bank. Zij moet een zorgvuldige afweging van belangen maken voordat zij een betaalrekening opzegt. Een opzegging door de bank is enkel mogelijk wanneer er een voldoende zwaarwegende grond voor opzegging bestaat. Ook de klant heeft een zorgplicht jegens de bank. In dit geval houdt die zorgplicht voor meneer X en bedrijf Y in dat zij zich moeten inspannen om onduidelijkheden bij de bank weg te nemen.

Geen sprake van voldoende zwaarwegende grond voor opzegging

De rechter gaat vervolgens in op de vraag of er voldoende zwaarwegende gronden zijn voor de opzegging. Ten aanzien van de privérekening van meneer X is de rechter kort. Rabobank heeft de opzegging van die rekening wegens verdenking van witwassen onvoldoende onderbouwd. De rekening mocht dan ook niet door Rabobank worden opgezegd. In het geval van de zakelijke rekening heeft Rabobank aangevoerd dat zij verplicht was de rekening op te zeggen. Omdat de bank onvoldoende cliëntenonderzoek kon doen moest zij de rekening sluiten op grond van de Wwft.

Volgens de bank waren er ook twee concrete indicaties van betrokkenheid bij witwassen. Ten eerste werden er grote bedragen op de rekening gestort die vaak binnen een dag werden doorgesluisd naar andere rekeningen. De tweede indicatie is volgens de bank dat de bedragen werden gestort op rekeningen van bedrijven die schijnbaar niet handelen in consumentenelektronica. Bedrijf Y verweert zich tegen de stelling van Rabobank. Het verdienmodel van bedrijf Y is om met grote volumes kleine marges te pakken op het aan- en verkopen van partijen elektronische apparaten. Dat betalingen worden gedaan aan bedrijven die niks met consumentenelektronica te maken hebben, komt doordat dit nieuwe bedrijven zijn. De bedrijven zijn van eigenaar gewisseld en hebben de bedrijfsactiviteit nog niet aangepast in de handelsregisters, aldus meneer X.

Rabobank mocht betaalrekeningen niet opzeggen op verdenking van witwassen

De rechter is van oordeel dat bedrijf Y de stellingen van Rabobank, over de verdenking van witwassen, voldoende heeft weerlegd. Er kan dan ook niet worden vastgesteld, dat er sprake is van voldoende zwaarwegende gronden voor opzegging. Daarnaast is de rechter van oordeel dat meneer X en bedrijf Y voldoende informatie hebben verstrekt aan Rabobank. De bank had met die informatie voldoende cliëntenonderzoek kunnen uitvoeren. Concluderend stelt de rechter dat zowel de rekening van meneer X als van bedrijf Y niet opgezegd mochten worden door Rabobank. Er zijn onvoldoende zwaarwegende gronden die de opzegging door de bank rechtvaardigen. Rabobank moet beide betaalrekeningen herstellen en voortzetten.

Klik hier voor de volledige uitspraak van de Rechtbank Amsterdam.

Financieel Recht Advocaten

Wij van Financieel Recht Advocaten hebben veel ervaring met het procederen tegen financiële instellingen als het gaat om het Wwft onderzoek. Heeft u vragen met betrekking tot verplichtingen van de Wwft, het cliëntenonderzoek (KYC onderzoek), Customer Due Dilligence (CDD) of de registratie van uw persoonsgegevens in interne of externe verwijzingsregisters (EVR/IVR). Neem dan vrijblijvend contact op met een van onze advocaten.

Rob Silvertand

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant